Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 15 (1882-1883)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 15
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (29.13 MB)

Scans (1521.32 MB)

ebook (28.09 MB)

XML (2.91 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 15

(1882-1883)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 41]
[p. 41]

[Nummer 6]

Onze gravures.

Eene reis met de slee.

Onze jonge vrienden zullen, bij het lezen van dezen titel, de oogen wijd opendoen en misschien in verlangen uitroepen: dat moet plezierig zijn;’ doch als zij Konalsky's prachtige plaat gezien hebben, zullen zij er onmiddellijk ‘wel bedankt!’ bijvoegen.

Het sleevaarten in Rusland is over het algemeen inderdaad heel wat anders dan het sleeën hier te lande, als onze dames warm ingedoeffeld en deels onder het ruige beerenvel verborgen, in eene vergulde slee, langs onze dicht bezochte wandelwegen vliegen. Dat alles is heel plezierig en benijdenswaardig; doch, men ziet het, in Rusland is de slee alles behalve prachtig, alles behalve goed tegen de kou voorzien, alles behalve veilig.

En dan, ziet eens de eere-wacht, of neen, liever de vijandelijke patrouilje die de slee aanrandt en waartegen de twee reizigers zich slechts met moeite verdedigen! De paarden zijn altijd bij het naderen of aanvallen van den wolf, met eene onbeschrijflijke paniek geslagen; zij ijlen met vliegende manen en staart, met snuivende neusgaten en een koortsachtig gegrinnik voort en verdedigen zich in dien loop, door geduchte slagen en stampen met de achterpooten.



illustratie
eene reis met de slee, naar a.w. konalsky.


De wolf, door den honger aangezet, is echter hardnekkig en stout, en niet alleen hoopt hij festijn te houden aan dezen of genen paardenromp, maar zelfs randt hij, zoo als men opmerkt, de personen in de slee gezeten aan, die zich met zweep en stok moeten verdedigen.

't Is een prachtig tafereel, vol leven, vol drift, vol waarheid. Het onderwerp werd meer dan eens behandeld, doch zelden met het vuur dat de schilder Konalsky daarin legde. Men ziet het, men herziet het nogmaals en gaat met eene gespannen verwachting verschillende episoden van dit drama na.

Aren rapen.

Wij zijn in 't volle der oogstmaand. Een prachtig en frisch landschap strekt zich voor onze oogen uit. Het goudgele koren, dat onder den adem van den wind schuifelt, suiselt en zingt, wordt gemaaid. Deels staat het reeds in hoopen opgezet, in welke de jeugd zoo gaarne ‘kamp’ speelt, ten minste als de eigenaar niet aanwezig is.

De zon moet ondergegaan zijn, want wij zien

[pagina 42]
[p. 42]

geen maaiers of bindsters meer op den akker; enkel treedt voor ons eene schoone flinke deerne, te schoon zelfs om op den akker ontmoet te worden. In haren schoot heeft zij losse aren verzameld, die de maaier vallen liet en op haar hoofd rusten twee of drie bussels saamgebonden aren. 't Is geene figuur uit de realistische wereld, wel integendeel; wij zouden schier zeggen dat het een beeld is dat van een der voetstukken van dezen of genen tempel is afgedaald, of dat het paneel van eene zaal-dekoratie verlaten heeft.

In alle geval de kunstenaar Verheyden heeft altijd eene zekere onderscheiding, die behaagt en aantrekt, al zijn zijne boerinnekens juist niet van die welke wij in waarheid ontmoeten, en zooals onze jongere school, bij voorbeeld Simons en Van Kuyck, ze afmalen.

Het tafereeltje boeit ons; wij dweepen met landschap en figuurtjes en zingen zoetjes met den dichter Staring, al plaatst deze zijn liedje dan ook op middagtijd:

 
Sikkels klinken;
 
Sikkels blinken;
 
Ruischend valt het graan.
 
Zie de bindster gaâren!
 
Zie, in lange scharen
 
Garf bij garven staan!
 
 
 
't Heeter branden
 
Op de landen
 
Meldt den middagtijd;
 
't Windje moê van 't zweven,
 
Heeft zich schuil begeven;
 
En nog zwoegt de vlijt!
 
 
 
Blijde maaijers;
 
Nijvre zaaijers,
 
Die uw loon ontvingt!
 
Zit nu rustig neder;
 
Galm' het mastbosch weder,
 
Als gij juichend zingt.
 
 
 
Slaat uwe oogen
 
Naar den hoogen:
 
Alles kwam van daar!
 
Zachte regen daalde,
 
Vriendlijk zonlicht straalde
 
Mild op halm en aar.

Eene geestelijke vermaning.

Wij denken bij het zien van Schloessers' tafereeltje aan onzen kindertijd, toen wij nog vrij en onbezorgd, buiten schooltijd, ons aan menig (dikwijls onnoozel) kattekwaad overleverden. Ja, we verdienden dan ook soms wel de ‘schudding’ die ons werd toegediend, en zelfs nog meer dan deze; doch we erkenden schuld en deden niet zoo als de jeugd van onzen tijd, die, als men haar voor het gepleegde kwaad een oorveeg of twee geeft, heel eenvoudig dreigt, zoowel den schoolmeester als den vader, bij den procureur des konings aan te klagen (historisch).

Zóó ver is het, in zekere gedeelten des lands, en dit dank zij de toepassing der nieuwe schoolwet, gekomen! Bij Schloesser is de jeugd nog in zoo verre niet ontvoogd, en de twee jongens, die bij den portier van het klooster eene duchtige vermaning oploopen, voor al het kwaad dat zij beginnen, als zij langs de kloosterpoort gaan, nemen die vermaning blijkbaar zeer onderdanig aan.

Pater Grom is streng, men ziet het; maar boos is hij nooit, en wie weet of hij zelfs niet eens hartelijk lachen zal om de fratsen der twee kapoenen, als deze den rug zullen hebben gekeerd. Wat de jongens betreft, deze toonen berouw, ja; doch zal dit berouw duurzaam zijn? Dat zal de tijd leeren. Men moet bij de jeugd altijd het ‘galgenberouw’ in aanmerking nemen.

De nachtwacht.

Wij staan hier voor het beeld van eene duitsche nachtwacht, die gewapend met den hellebaard, voorzien van lantaarn en toethoorn, door de stille, eenzame en donkere straten treedt. Het is het werk van den kunstenaar Oberländer, uit Munchen. 't Is eene forsige figuur, die natuurlijk en helklinkend zingt.

Wij ook, in onze landstreken, hadden in vroegere dagen onze nachtwachten in de steden, en onze kleppermans op de dorpen; doch, al zijn de tijden op verre na niet rustiger geworden, toch heeft men veel van die trouwe nachtwakers afgeschaft. In vele kleine steden vindt men nog eenen nachtwaker op den toren, die ieder uur, na door de vendelgaten of kleine vensters geloerd te hebben of er geen brand is, op zijnen hoorn toet tot geruststelling der.... slapende bewoners. Mocht hij ergens brand ontwaren, dan klept hij de klok.

In Antwerpen had men in vroeger tijd niet alleen den torenwachter, maar den hanekenuit, dat was de straatwachter. Waar dat woord vandaan komt, is moeielijk op te sporen. Dergelijke wacht bestond in elke wijk; zij werd bij overlijden van den titularis verpacht en, volgens eene opgaaf, voor de som van 1600 guldens aangenomen. De stad betaalde een deel van die som en elk huisgezin gaf daarvoor 12 stuivers.

De groote duisternis, waarin de stad 's avonds gedompeld lag, zegt Felix Bogaerts, was de reden waarom onze voorouders zoo bang waren zich alsdan in de straten te wagen. Straatlantarens waren er niet; hier en daar brandde slechts een lichtje aan den voet van een kruisof heiligenbeeld. Reeds na 8 ure 's avonds, het uur dat het werkvolk naar huis ging, viel de stad in volledige rust. De koperen olielamp, die tot dan toe op den winkeltoog gesmookt had, verdween; de deuren werden gesloten met ketting, grendel en balk en men ontmoette niemand meer tenzij een late herberglooper met eene kleine lantaarn in de hand, of eene familie, die van een buurpraatje of van een feestje kwam, en zich alsdan deed vergezellen door knechten, die fakkels droegen.

Wat verschil met onzen tijd, nu onze steden 's avonds schier zoo helder verlicht zijn als bij dag; nu 's avonds onze straten wiemelen van volk; nu vele nachtvogels, vrouwelijke en mannelijke, eerst beginnen te leven als het donker wordt; nu, kortom, door vele slempers de nacht in dag, de dag in nacht wordt veranderd!

Eens de deuren bij onze voorvaders voor goed gesloten - en dit alles gebeurde nog zóó tot na de groote fransche revolutie - kwam de hannekenuit weldra te voorschijn. Zijne eerste ronde deed hij ten elf ure. Ieder uur als hij door de straten ging, zong hij zijn eentonig lied, ofwel ‘elf uren slaat de klok,’ ofwel ‘twaalf uren slaat de klok,’ enz. Zijn wapen, ten minste het zichtbare, was eene stevige piek; doch de ponjaard zal wel niet ontbroken hebben. Een groote hond, ferm op den man geleerd, vergezelde hem, snuffelde rechts en links, in de schaduw der uitstekken en luifels rond, en gaf den eenzamen waker een groot zelfbetrouwen.

De hannekenuit is eene figuur, die de dichters en prozaschrijvers moest aanlokken: in August Snieders' zoo populair geworden roman Op den Toren, speelt dergelijke personagie eene belangwekkende rol, onder ander bij het indrukmakend tooneel 's nachts in de kerk, als Lokker met zijne gezellen, het graf van Verrières, gezegd le petit gênéral, openbreekt, het lijk van den goddeloozen bult uit zijne omlauwerde kist haalt, hem in eenen zak steekt, dezen over den schouder op den rug hangt en met een cyniek ‘slaap wel’ heengaat, alsof hij een zak graan wegdroeg.

In Duitschland en de meer noordelijke landen leeft de nachtwacht nog altijd voort en de duitsche teekenaars hebben haar onder alle vormen vereeuwigt, evenals den torenwachter en den klokluide[r.]


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken