Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 15 (1882-1883)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 15
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (29.13 MB)

Scans (1521.32 MB)

ebook (28.09 MB)

XML (2.91 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 15

(1882-1883)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 113]
[p. 113]

[Nummer 15]

Onze gravures.

De gravin van Egmond.

Het was op 5 juli 1568 dat de graven Lamoraal van Egmond en van Hoorn te Brussel op de Groote-Markt werden gehalsrecht. Het laatste woord over het proces, dat de onthalzing van den held van Gravelingen en St. Quintyn ten gevolge had, is zeker nog niet gezegd, al heeft wijlen de procureur-generaal de Bavay daaromtrent veel belangrijks in het licht gegeven, dank zij het manuscript dat, volgens een testament van Leclercqz te Bergen, had moeten verbrand geworden zijn.

Procès du comte d'Egmont et pièces justificatives, d'après les manuscrits originaux trouvés à Mons, besloeg drie deelen en bevatten het enquest door Vargas en Delrio opgenomen; de verdediging opgesteld en geteekend door de raadgevers van den beschuldigde; eindelijk de memorie, die Egmond zelf in zijne gevangenis had geschreven, en die enkel bij extrakten, bij Foppens, gekend was; verder nog een aantal bescheiden, die nergens anders dan bij Leclercqz te vinden waren.

Zonder deze stukken had men nooit het proces kunnen herzien; men bezat documenten betrekkelijk den staatkundigen kant van het rechtsgeding van Egmond, doch niet die aan gaande andere punten, die echter eene hoogst belangrijke rol daarin vervullen, en dat waren juist die welke te Bergen gevonden, door Leclercqz ten vure veroordeeld, doch op last van den minister van justicie teruggenomen, en door den procureur-generaal de Bavay openbaar gemaakt werden.



illustratie
de gravin van egmond, naar e. seeldrayers.


Is nu de proceduur van Egmond teenemaal hermaakt en herzien? Volgens de Bavay, ja en blijkt daaruit de volledige onschuld van den graaf; anderen zijn zoo welwillend niet, en zich op het koninklijk standpunt van destijds plaatsende, houden zij Egmond voor wel plichtig aan wet- en majesteitsschennis. Wat de documenten, opzichtens het proces van Hoorn betreft, die tot een ander rechtsgebied behoorde en wiens zaak afzonderlijk onderzocht werd, deze zijn voor als nog niet bekend, zegt Bavay.

Men weet dat Alva den 22 augustus 1567 te Brussel aankwam. Die komst had den slimmen en meer dan voorzichtigen Zwijger het land doen verlaten. Alvorens heen te gaan,

[pagina 114]
[p. 114]

had hij Egmond, de ziel en het hoofd van het leger, te Willebroek gezien en, waar of niet waar, zeer kenmerkend was het einde van hun gesprek, dat blijkbaar niet tot eene overeenstemming van gedachten geleidde, want Oranje ging heen, tegen den zin van Egmond, en Egmond bleef, tegen den zin van Oranje.

‘Vaarwel, prins zonder land!’ zegde Lamoraal.

‘Vaarwel, graaf zonder hoofd!’ antwoordde Willem, en de laatste voorzegging werd weldra waarheid; want Egmond en Hoorn werden den 9 september aangehouden, bij het verlaten der zitting van den Staatsraad, in welken men het plan der forten van Diedenhoven en Luxemburg onderzocht had.

Beiden werden naar het kasteel van Gent overgebracht, deze in een rosbaar, gene op een wagen, onder geleide van een regement voetvolk, twee kompagnieën arquebusiers te paard en drie kompagnieën lichte ruiterij.

Het is zeker dat de hertog van Alva hier èn de privilegiën van Brabant, èn die van het Gulden Vlies schond, aangezien de aangehoudenen ridders dezer hooge orde waren. Gansch dit proces, gansch die voorloopige gevangenis werd overigens door willekeurigheid gekenmerkt, en het was of de dood der twee edelen reeds van voor lang besloten was.

De echtgenoote van Lamoraal van Egmond was eene prinses Sabina van Beieren, zuster van den keurvorst Frederik van den Pfalz; zij had al gedaan wat er mogelijk was te doen, om haren echtgenoot van het schavot te redden. Tevergeefs; het vonnis werd met eene onverbiddelijke strengheid voltrokken en de goederen van den gehalsrechte werden verbeurd verklaard.

De edele weduwe van elf kinderen verwijderde zich, na de strafuitvoering, in het klooster van Ter Kameren, waar zij lang in stilte en vrome afzondering leefde, beklaagd door allen die haar kenden en haar zagen lijden. Acht jaren waren er sedert den vreeselijken dag heengesneld, dat Egmonds bloed te Brussel door den beul vergoten werd, toen de koning aan Sabina van Beieren een deel harer goederen teruggaf, na den dood verbeurd verklaard.

Nu keerde zij, de weduwe, naar haar hotel te Brussel terug, waar zij met haren gemaal zooveel gelukkige dagen gesleten had. Zij ging het eerst naar het bidvertrek des dierbaren doode, en hare aanwezigheid aldaar was gewis een treffend oogenblik voor den kunstenaar, die het ons aanschouwelijk heeft gemaakt.

Eenvoudig, doch grootsch is de houding der weduwe, nog altijd in haar rouwgewaad. Het hoofd is gebogen, de handen zijn saamgevouwen op de knieën. Rondom haar staan drie harer kinderen: haar zoon Philippe, die later in Frankrijk oorloogde, hare dochters Leonore en Christina, welke eerste graaf Georgius van Hoorn en de jongste Karel van Mansfeldt huwden.

Wat den schilder betreft, die deze treffende bladzijde op het doek bracht, deze is hier te lande weinig bekend; hij is niettemin een Belg, die geruimen tijd in Munchen, onder leiding van Strählhuber en in Dusseldorf, onder die van Sohn en von Gebhard, studeerde, om eindelijk naar Brussel terug te keeren. Wat de schilderij betreft, deze hoort aan het belgische gouvernement toe, die haar te Philadelphia tentoonstelde.

De oudste broeder.

Wij zijn aan het zeestrand, waar voor den opmerkzamen schilder zooveel eenvoudige, geestige en indrukwekkende tafreeltjes zijn op te vangen. De twee broeders zijn samen ter vischvangst gegaan en het water is sneller opgekomen dan zij verwacht hadden. De kleine heeft er zelfs zijn schoen reeds bij verloren en was slechts in zijnen schik en niet meer bang voor die booze en loeiende zee, toen de oudste broeder hem vaderlijk op den rug had gezet en met hem den terugweg naar het strand insloeg.

Onderbroken serenade.

Gij glimlacht, lezer, bij het zien van die nette en geestige voorstelling der onderbroken serenade? De dandy van verledene eeuw, sierlijk getooid, de gepruikte Werther ging aan zijne Charlotte eene serenade brengen van coeur, bonheur, amour, toujours. Hij accompagneerde zijn lieflijk refrein met het getjingel der guitaar - en zie, ons dunkt dat boven hem, de vensterblinde een weinig werd opengestooten.

Wie weet of die sluiting, die nu nog maar geeuwt, bij al de zoetluidende tonen, niet hadde beginnen te gapen, ware op dat oogenblik niet een eerlooze dog toegeschoten, die den verliefden zanger naar de wel opgevulde beenen bijt, doch gelukkig nog slechts den langen en waaierigen slip van den jas in stukken scheurt.

Werther is gansch onthutst en geen ander wapen tegen den valschen dog hebbende dan zijne guitaar, klopt hij er den boozen rustverstoorder ongenadig mee op den kop. Gelukkig als de schildwacht, die op den hoek van het huis verschijnt, hem niet voor een inbreker houdt, partij kiest voor den hond en den guitarist eenen kogel in de broek jaagt.

Recht geestig is dit tafreeltje; houding en gelaatsuitdrukking zijn meesterlijk getroffen, zoo als het denkbeeld den fijnen opmerker doet kennen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken