Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 15 (1882-1883)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 15
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (29.13 MB)

Scans (1521.32 MB)

ebook (28.09 MB)

XML (2.91 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 15

(1882-1883)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 337]
[p. 337]

[Nummer 43]

Onze gravures.

Leedvermaak.

Deze gravure is bewerkt naar de schilderij van den duitschen schilder A. Moradei en getiteld Schadenfreude, We moeten erkennen dat de graveerstift bevalliger het kunststuk heeft weergegeven dan wij den titel; maar als wij nog lang naar eene betere benaming zochten, zou het ons wellicht gaan als den ouden man, die meent dat een draad in het naaldoog te steken, zoo'n heksenwerk niet is, en wellicht zou ons tobben en haspelen nog meer Schadenfreude veroorzaken dan op onze gravure het geval is. De twee jonge meisjes hebben oneindig veel plezier in die vruchtelooze pogingen en haar plezier zal er waarschijnlijk niet toe bijdragen om de proeve van naaisters kunst meer kans van gelukken te geven. Intusschen is die oude man volstrekt niet te beklagen, want het is een vrij onschadelijk leedvermaak waaraan hij blootstaat. C'est le ton qui fait la musique ook bij scherts, ook bij een glimlach.

T.



illustratie
leedvermaak, naar a. moradei.


De gems.

Wij verlaten onzen platten bodem en verplaatsen ons in de Alpen, ver boven de Oppervlakte van den grond dien wij bewonen. Daar waar men denkt dat alle dierlijk leven ophoudt, op voor den mensch ongenaakbare rotsblokken, daar leeft de gems, en als de mensch tot dáár geraakt om zijne drift tot de jacht te voldoen en meent zijne prooi te bereiken, ontschiet hem deze met sprongen, die zoo duizelig zijn, dat men denkt met spookgestalten te doen te hebben.

[pagina 338]
[p. 338]

De capella rupicafra ontmoet men overal in de Alpenstreken. In den zomer klimt de gems zoo hoog mogelijk; in den winter daalt zij naar beneden en zoekt een meer beboscht gedeelte der bergketen op. Sneller en vlugger dier is er moeilijk te bedenken; in oogenblikken van gevaar maakt het de stoutste sprongen, van steen tot steen, van rotspunt tot rotspunt. Die sprongen zijn soms 20 à 21 voet wijd.

Altijd op het qui vive, altijd het oor gespitst bij het minste gevaar, als het ware met elken steen bekend, is de gems moeielijk door den jager te bereiken, die dan ook niet zelden zijne nazetting met den dood betaalt, hoe stout man hij dan ook wezen mag.

De kudde gemsen, die op de punt der rots gegroepeerd is, levert eene groote verscheidenheid van toestand op; eenige oude gemsen en de jongen liggen rustig, ja; doch ziet die oude dieren rechts en links eens schildwacht houden! De eerste ziet met strak oog naar beneden, gene staart in de verte. Geen arend die in de hooge wolkenstreken vliegt, of hij trekt de aandacht; geen beweging die beneden zich opdoet, of zij wordt waargenomen.

Een sprong, een teeken met kop of stem, door de ouderen gegeven, en gansch de groep is te been en van rots tot rots springend, verdwijnt zij zonder dat er eenig spoor van overblijft.

Lezer, het zij u gegund in den aanstaanden zomer, het geluk te hebben u in persoon te kunnen overtuigen, hoe dichterlijk de Alpen met zijne rozen en gemsen zijn.

Eene lieve familie.

Poes, de vriendin van gansch het huishouden, heeft familie gekregen: vier, lieve, mollige, speelzieke katjes. Oud en jong is er me bekommerd. De kinderen zijn zoo dartel als de poesjes, en de ouders gaan met eenen glimlach de eerste aardigheden van de kleine familie na. Dat plezier der kinderen zal nog Verscheidene weken duren, tot dat de poesjes in de buurt verdwijnen, want zoo'n heele familie is niet altijd welkom. Wie de schilder van dit tafreeltje is, weten wij niet; doch het is in alle geval fijn en geestig van opmerking.

Stoomvelocipède.

Wij beklaagden dikwijls den harden trappersarbeid, die een velocipedist zich moet opleggen om met eenige snelheid over de baan te kunnen geraken. De beenen moeten, na een dag werkens, door en door vermoeid zijn. Men heeft dan ook reeds pogingen gedaan om den stoom op deze of gene wijze op het voertuig werkstellig te maken, doch de moeielijkheid bestond dat men toch geen voldoenden voorraad kolen kon meêvoeren, vooral niet bij een langen tocht.

Amerika, het land der velocipèdes, is er in gelukt dien snellooper met stoom in te richten en de uitvinder van dit nieuwe tuig is Isaac Davis, te New-York. De vuurhaard wordt met petrool gevoed; de warmte kan al of niet naar goedvinden, vermeerderd of verminderd worden.

De petrool wordt in een reservoir, boven het kleine achterwiel, gegoten en door eene buis naar den vuurhaard geleid. De verbranding der petrool is volledig en wat er van overblijft valt langs achter uit de machine, zoodat de rook den rijder hoegenaamd niet hinderen kan.

De stoomketel is in blek gemaakt, 76 centimeter lang en heeft 23 centimeter in de doorsneê. Hij is onder de hoofd-as geplaatst en roet hout bekleed, om zoo veel mogelijk de uitwerking der warmte te beletten. Van binnen is hij van een aantal koperen buizen, van één centimeter dikte, voorzien, zoodat men daardoor eene grootere oppervlakte verwarming bekomt.

Onder den ketel is een bekken, dat 28 liters water bevatten kan; de ketel wordt bij middel van een injector uit dezen reservoir gevoed. De zitplaats voor den rijder is boven de twee stoomcilinders. Aan zijne rechterhand heeft hij den hefboom, tot regeling van den stoom en de snelheid van de velocipede. Links bevindt zich het stuurwiel, dat op het achterwiel werkt en dat den velocipede kan doen keeren. Vóór hem is de veiligheidsklep, de manometer en de knop, door welken de aanvoer van de petrool wordt geregeld.

Als de drijfwielen 1.52 meter en ééne paardekracht hebben, kan men in een uur met dit voertuig achttien kilometer afleggen, terwijl men voor vier uur water- en petroolvoorraad bij zich heeft.

Maar, hooren wij reeds uitroepen, inaar, is er geen gevaar bij, op dat ding plaats te nemen? Ge weet, beste lezer, gevaar wordt bij een Amerikaan niet gerekend. Doch ons dunkt, als men zoo schrijlings op eenen stoomketel zit, het gevaar om met kracht in de lucht te vliegen niet verre af zijn moet. We denken dan ook, dat die amerikaansche uitvinding, vooral niet bij onze moeders, wier zonen velocipedisten zijn, welkom zal genoemd worden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken