Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 16 (1883-1884)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 16
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 16Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 16

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (27.86 MB)

Scans (1514.96 MB)

ebook (27.08 MB)

XML (3.08 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 16

(1883-1884)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Liederkrans.

Onze dichterlijke vriend Frans Willems, heeft een liederkrans gemaakt, veelal uit het duitsch in onze taal overgebracht. Ziedaar een werk dat hem tot eer strekt! Doet de kinderen zingen en gij zult een groot zedelijk uitwerksel verwezenlijkt hebben. Wilt gij eene kleine proeve van de vloeiende gedichtjes, die weldra overal, in onze scholen, uit de kinderkeeltjes zullen weergalmen? Luistert:

De schoone wereld.

 
Zon aan den hemel, hoe zijt ge zoo schoon?
 
Liefelijk spreidt ge ons de kleuren ten toon.
 
 
 
IJsveld op de Alpen hoe glanst ge zoo hel?
 
Stroomen verschaft ge de borlende wel.
 
 
 
Weiden en velden, wie heeft u gesmukt?
 
't Oog wordt door bloeme bij bloeme verrukt.
 
 
 
Hemelsche vader! uw machtige hand
 
Schiep ons zoo heerlijk de zee en het land!

Wolkengroet.

 
Waarheen langs uwe hemelbaan
 
Gij, wolken, zonder wijlen?
 
Wilt gij soms naar mijn huis toe gaan?
 
O kon ik met u ijlen!
 
 
 
Ware ik de wind, hoe zou ik stout
 
Met u de lucht doorzweven,
 
En over stroom en veld en woud
 
Mij weêr naar huis begeven.
 
 
 
Doch ik blijf hier en gij trekt voort
 
Ik zie u nimmer weder!
 
O groet mijn dierbaar vaderoord
 
En daalt er zeegnend neder!

Morgengroet.

 
Kinders, ontwaakt! kinders, ontwaakt!
 
Opent uw oog voor de zonnige stralen;
 
Helder vertoont zich de dag en de dalen,
 
Vlammende wandelt het golvende meir;
 
Kinders, wordt wakker en sluimert niet meer.
 
 
 
Kinders, ontwaakt! kinders, ontwaakt!
 
't Klokkengelui van het kerkje daarboven
 
Noodigt ons plechtig den Schepper te loven,
 
Mildelijk zendt Hij zijn zegen ons neer;
 
Kinders, wordt wakker en dankt nu den Heer.

De knaap der Bergen.

 
Ik ben der bergen herderszoon;
 
Ik zit hier op den Alpentroon.
 
De zonne schijnt het eerst bij mij;
 
Zij blijft mij ook het langste bij.
 
Ik ben de knaap der bergen.
 
 
 
Hier is de bronwel van den stroom;
 
Ik drink hier van zijn steenen boôm.
 
Van rotsen bruist zijn schuimend sop,
 
Dit vang ik met mijn armen op.
 
Ik ben de knaap der bergen!
 
 
 
De berg, die is mijn eigendom;
 
Daar waaien woeste stormen om,
 
En huilen zij van Zuid en Noord,
 
Mijn lied wordt bovenuit gehoord.
 
Ik ben de knaap der bergen!
 
 
 
Is daar beneên het bliksemvuur,
 
Dan sta ik hier nog in 't azuur.
 
Ik ken die kracht en roep haar aan;
 
Laat vaders huis in vrede staan!
 
Ik ben de knaap der bergen!
 
 
 
En als de bange stormklok klinkt,
 
En 't krijgsvuur op de bergen dringt,
 
Dan daal ik af in 't strijdgebied
 
En zwaai mijn zweerd en zing mijn lied.
 
Ik ben de knaap der bergen!

Vergankelijkheid.

 
Het kan hier niet immer zoo blijven
 
Op onze verganklijke baan.
 
Wat groeit en wat bloeit moet verwelken,
 
Wat leven heeft moet eens vergaan.
 
 
 
Hier woonden reeds menige menschen,
 
Die zelden nog worden herdacht;
 
En na ons ook komen weer andren,
 
Als wij zijn 't vergeten geslacht.
 
 
 
Wij zijn nu zoo vroolijk te samen,
 
En minnen elkander zoo teer!
 
Maar spoedig gaat ieder zijn wegen;
 
God weet, zien we elkander nog weer.
 
 
 
Doch, waar wij in 't leven ook wandlen,
 
Wij breken onz' vriendschap niet af;
 
En, zijn wij getrouw in den Heere,
 
Dan zien wij elkander na 't graf.
 
 
 
Daar komen wij weder te samen,
 
En vreezen de scheiding niet meer;
 
Daar smaken we een heil zonder ende,
 
Standvastig in God, onzen Heer!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken