Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 16 (1883-1884)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 16
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 16Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 16

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (27.86 MB)

Scans (1514.96 MB)

ebook (27.08 MB)

XML (3.08 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 16

(1883-1884)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Bij de Kalmoeken.
Reisherinneringen.
(Vervolg en slot.)

Op de binnenplaats van den bazar stonden houten gebouwen; tevens vond men er een hofke met bloemen, die moesten dienen om den tempel te versieren.

Nevens de houten loodsen zat, op eene plank met eene opening, een fakier; hij steunde met de kin op de knieën en tusschen zijne beenen door hing de sneeuwwitte baard tot op den grond.

De man was totaal naakt; niets beschermde hem tegen de onguurheid van het weder, tenzij een schapenvel dat met eene lis op den schouder was vastgemaakt.

Zoo zat hij daar, ten minste dit vertelde men, reeds vijftien jaar, zonder die plaats ooit te hebben verlaten. Dit feit is des te verwonderlijker, als men weet dat te Astrakan, al ligt die stad dan ook op denzelfden breedtegraad als Venetië, de temperatuur in den winter zoo laag daalt dat de Wolga maanden lang met ijs bedekt is.

De kerel was stokoud en blind en had nagels die eenige duimen lang waren. Het onderhoud werd hem door eenige Hindoes verschaft; zij brachten hem van tijd tot tijd eten en drinken; doch geld nam hij niet aan.

 

Die fakier was de eenige niet die zoo'n wonderlijk leven leidde. Hansteen vertelt: ‘Men verhaalde ons dat op de markt een fakier sedert jaren op dezelfde plaats zat, hetgeen ons zeer nieuwsgierig maakte. Men maakte het plan hem te gaan bezoeken.

‘Wij namen een werkman meê, die ons tot geleide zou dienen. Weldra waren wij op de aangeduide plaats; de gids deed eene deur open, welke nooit met grendel of slot gesloten was en wij gingen in eene houten barak, waar wij niets zagen dan een vuilen schapenpels, die op den grond lag.

‘De leidsman liet een hellen kreet hooren en waarschijnlijk riep hij den Hindoe bij zijnen naam, en tot onze groote verbazing bewoog zich de schapenpels, werd opengeslagen en daaruit verscheen eene menschelijke gedaante, die op zijne hukken ging zitten.

‘De man hief met zijne beide armen den pels in de hoogte en staarde ons met verwilderde oogen aan; die oogen waren teenemaal met bloed dooraderd. De huid was koffiekleurig, deels ten gevolge der vuilheid, deels als natuurlijk gevolg van zijn geslacht. Men had ons gezegd dat men hem geen grooter genoegen kon doen dan hem wat snuif te geven. Wij gaven hem dan ook een zakje met snuif; hij nam het en deed er onmiddellijk een groote greep in.

‘Pas had hij dit gedaan of hij ging letterlijk met het hoofd tusschen de beenen liggen en kroop weer in den schapenvacht; zeker is het dat weinig kunstenmakers hem in het buigen van den ruggraat zouden kunnen nadoen. Zoo'n houding was zeker veel moeielijker en pijnlijker dan het kromliggen, dat zoo lang de straf der soldaten is geweest.

‘Opmerkenswaardig is het dat de man, die zoo lang in die toegevouwen houding had gelegen, nog kracht genoeg had om recht te komen. Om nu niet onder den schapenpels te stikken, had hij daarin eene kleine opening gemaakt van twee vingers groot.

‘Toen wij te Astrakan waren, was de koû zoo sterk dat de thermometer 20 graden Reaumur teekende en toch bleef die fakier in eene planken tent, waarin de lucht gemakkelijk binnen drong. Die loods was een afdak schier niet voldoende voor een beest.

‘De stedelingen brachten hem eten en drinken; elken dag gaf men hem een kruik water en eenige stukken brood, en eens in 't jaar een nieuwen pels, dien hij met de wol naar binnen keerde. Op de vraag hoeveel jaren hij reeds daar zóó lag, zegde men: ‘Ongeveer 12 jaar geleden kwam hij naar hier. Al dien tijd is hij niet van deze plaats weg geweest omdat hij doerack (zinneloos) is.

‘Men hield het er dus voor, en dat was zeer juist, dat een soortgelijk streven naar ledigheid een bewijs was van zinneloosheid.’

 

Het voornaamst of hooggeplaatst deel der bevolking van Astrakan is de russische, en na

[pagina 140]
[p. 140]

haar komen de Armeniërs. Deze worden koopliê, aangezien Rusland hun adeldom niet erkend.

Tot die erkenning is er echter een middel, namelijk dat van in 's lands dienst te treden. Sommige Armeniërs zijn zeer rijk. Zoo maakte men kennis met een Armeniër, die ter eere van von Humboldt een diner en een bal gaf.



illustratie
gezicht of de adria.


Groot was de verscheidenheid in de kleeding der verschillende gasten. In het gezelschap der Europeanen, wier uiterlijk in alle landstreken der wereld hetzelfde is, zag men den tulband der Armeniërs, den langen blauwen kaftan met open mouwen der Perzers; het bruine gezicht der Hindoes, wier kaal geschoren kruin het oog trof.

De russische dames volgden allen de fransche mode in hare kleeding de armenische integendeel behielden toen nog veelal hare nationale dracht. Op straat waren die laatste dames ten eenemale in eenen sluier gewikkeld; doch op het bal maakten zij het gezicht eenigszins bloot.

Op het bovenste van het hoofd droegen zij een wit kapke met een zwart lint, dat over 't voorhoofd om het achterhoofd was gestrikt; daaraan was een witten zijden doek vastgemaakt, die met een punt afhing; verder droegen zij een zwaar donkerkleurig zijden kleed,

[pagina 141]
[p. 141]

zware gouden ketens, waaraan een of meer medailles om den hals.

De ongetrouwden doen zich kennen door de wijze, waarop zij het hair dragen; als de gehuwden de vlechten om het hoofd winden, laten de eerste de vlechten afhangen.



illustratie
de ezelstraf in de middeleeuwen, naar graaf waldemar reichenbach.


Zoowel in dansen als in kleedij wijken de Armeniërs van de Europesche wijzen af. Slechts één paar danst, en de dans bestaat hierin: dat de heer en de dame elkaar met opgeheven armen trippelend naderen en dan weêr op dezelfde wijze van elkander af gaan.

Hoe eenvoudig en eentonig deze dans ook zijn moge, wordt hij toch door eenige Armenische dames, waarbij er zijn die schoone flikkerend zwarte oogen en een fijn gesneden gezicht hebben, op eene bevallige wijze uitgevoerd. Men danste ook europeesche dansen van dien tijd, als polonaises, écossaises en walsen.

De Wolga levert voortreffelijke visscherijen op; deze laatsten hooren toe hetzij aan de kroon, of wel aan rijke russische familiën. Hier worden de visscherijen verpacht, daar kosteloos

[pagina 142]
[p. 142]

afgestaan, zoo als de robbevangst in de Kaspische zee en het bevisschen van het eiland op Tsjetsjentee.

Hier wordt het heel jaar door gevischt, en het eiland bevat ook al de instellingen voor het rooken, zouten en droogen van den visch. Men vangt er steuren van eene bovenmatige grootte, zalmforellen, karpers en andere soorten.

Eene zonderlinge gewoonte bestaat onder de robbenvangers; op 13 april zullen zij geen rob dooden; wie deze traditie te buiten gaat, verliest zijn aandeel in de vangst en dit wordt onder de andere visschers verdeeld.

In den zomer doodt men ze, als zij op het strand liggen of men vangt ze met netten; in den winter slaat men ze met stokken op de ijsschotsen dood of men schiet ze met het geweer. In den zomer weegt een rob 15 kilogr., in den herfst 30 en 's winters 50.

De plaats, waar men voortdurend vischt, wordt watagen geheeten, en waar men slechts van tijd tot tijd vischt oestjoegen. In het laatste geval wordt de rivier met palen afgesloten; beneden het paalwerk zet men een toestel dat men samoloff noemt.

De samoloff bestaat uit twee deelen; een hiervan zijn tonnen bij middel van eene koord aan elkander gehecht; aan deze koorden bindt men snoeren met haken; het andere deel is ongeveer hetzelfde, doch aan de snoeren hangt levende lokvisch. De visschers doen niet anders dan den visch van de haken nemen, dezen in een op palen in de rivier gebouwd afdak brengen, de kuit en het vet en de spieren er uit halen.

Door het paalwerk kan de visch niet stroomopwaarts zwemmen. De watagen is de vischvangst met groote netten, doch de regeering verbiedt netten te gebruiken, die heel de breedte van de rivier beslaan.

Het eerste tijdperk voor de visscherij is dat van maart tot mei, wanneer de rivier los is van ijs. Dat seizoen heet de kaviaartijd en levert het meeste kaviaar, lijm en peezen op; het tweede tijdperk duurt van juni tot augustus als de visch naar zee zwemt; het derde loopt van september tot november, wanneer verschillende soorten de diepe plaatsen in de rivier opzoeken.

 

Niet zelden doen de visschers tochten van uren ver op het ijs; zij doen dit met sleeën, die twee man kunnen bergen en bespannen zijn met één paard.

De netten, waarvan zij zich bedienen, hebben soms eene lengte van 3000 meters. Wee echter als de kustwind opstijgt, waardoor het ijs losraakt en naar zee gedreven wordt. In dat geval is de visscher reddeloos verloren.

Knappe visschers beweeren dat zij het best de verandering van het weer kunnen bespeuren, aan het onrustig worden van het paard. Uit eigen beweging slaat het paard den weg in naar de kust om het gevaar te ontwijken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken