Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 16 (1883-1884)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 16
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 16Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 16

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (27.86 MB)

Scans (1514.96 MB)

ebook (27.08 MB)

XML (3.08 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 16

(1883-1884)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Opwekkende middelen bij de studie.

De meeste personen, die zich met hoofdarbeid bezighouden, maken van het een of ander prikkelend middel gebruik om zich in oogenblikken van matheid of verslapping weer op te wekken; voor den een is dit een kop koffie, voor den ander een snuifje, voor velen een sigaar of een pijp tabak.

De bekende geleerde Arthur Reade, begeerig te weten welk dezer middelen het meest is aan te bevelen, zond onlangs eene circulaire aan de voornaamste geleerden van Europa, ten einde hun te vragen, op welke wijze zij gewoon waren bij de studie den werklust te prikkelen en het denkvermogen te scherpen. Van één hunner, den geleerden abbé Moigno, redacteur van het verdienstelijk tijdschrift Les mondes, ontving hij de volgende interessante meedeelingen, die stellig voor menigeen, van wien gestadige hoofdarbeid gevorderd wordt, haar nut kunnen hebben.

De geleerde abbé heeft niet minder dan 150 groote en kleine werken uitgegeven; volgens eene door hem zelf uitgevonden methode heeft hij twaalf vreemde talen geleerd en over zijne kennis der philologie en chronologie zegt hij zelf: ‘Ik was in mijn tijd een der meest buitengewone personages, en Arago dreigde bij wijlen schertsend dat hij mij als toovenaar zou laten verbranden.’ Hij verlaat zijne schrijftafel bijna nooit, gunt zich geen tijd tot lichaamsbeweging, en heeft niettemin nooit een zweem van hoofdpijn, vermoeidheid der hersenen

[pagina 303]
[p. 303]

indigestie of eenig dergelijk ongemak bespeurd.

En aan welk toovermiddel nu heeft de onvermoeide geleerde die benijdenswaardige werkkracht te danken? Aan geen enkel; want hij neemt bij zijn arbeid noch koffie, noch alcohol, noch tabak, noch eenig ander prikkelend middel te baat om zijne denkkracht te scherpen en zijn ijver gaande te houden. Gesnoven heeft hij van tijd tot tijd, doch hij keurt het onvoorwaardelijk af, evenals hij ook de tabak een onverzoenlijken haat heeft gezworen, sinds de volgende ervaring, die hij er voor eenige jaren van opdeed

Toen hij zich eens gedurende eenige weken te Munchen ophield en zijne avonden in gezelschap van beiersche geleerden doorbracht, die dagelijks vier of vijf sigaren rookten en twee of drie glazen bier dronken (Rheinheil, de beroemdste, ging er groot op dat hij jaarlijks 6000 sigaren rookte), kwam de abbé er toe ook drie of vier sigaren daags te rooken. Ook had hij zich weer tot het snuiven laten verleiden, zoodat hij ten laatste iederen dag eene snuifdoos ledigde die 25 gram snuif bevatte.

Op zekeren dag nu bemerkte hij dat hij niet meer in staat was zich de beteekenis van eenige vreemde woorden te binnen te brengen, terwijl hij zich ook enkele datums, die hij vroeger zeer goed geweten had, niet meer herinneren kon. Hierover verschrikt, nam hij een heldhaftig besluit, en van den 31en augustus 1863, toen hij drie sigaren oprookte en voor 25 centiem snuif gebruikte, tot den 25en juni 1882 heeft hij noch gerookt noch gesnoven. Die onthouding was voor hem eene werkelijke wederopstanding, niet alleen met betrekking tot zijn geheugen, maar ook met het oog op zijn lichamelijken welstand in het algemeen. Van dat oogenblik af verheugt hij zich in eene onuitputtelijke werkkracht en eene nooit gestoorde spijsvertering

Ten slotte deelt hij mede dat hij 'smorgens een klein kopje zwarte koffie gebruikt, waaraan hij, nadat het op twee of drie lepels na geledigd is, een kleinen lepel cognac of een anderen alcoholischen drank toevoegt. Dat zijn zijne eenige opwekkende middelen.

De abbé gaat om negen uur naar bed en staat om vijf uur met vernieuwde krachten op. Hij is reeds diep in de tachtig, doch denkt er nog niet aan de studie vaarwel te zeggen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken