Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 16 (1883-1884)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 16
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 16Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 16

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (27.86 MB)

Scans (1514.96 MB)

ebook (27.08 MB)

XML (3.08 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 16

(1883-1884)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Allerlei.

Diamant tot het boren van tunels.

In den laatsten tijd heeft men tot het boren van tunnels machines vervaardigd, waarbij zwarte diamanten als zagen dienst doen om den harden steen klein te krijgen. Gelijk de meeste boormachines zijn ook de bedoelde werktuigen van een zoogenaamden stempel voorzien, die al ronddraaiende in den grond voortdringt, maar terwijl die stempels tot heden slechts met scherpe messen waren gewapend, zijn die van de nieuwste machines met diamanten bezet, zoodat die machines zich ook door de hardste steenlagen beenboren.

Hoe opmerkelijk deze nieuwe uitvinding intusschen is, kan het denkbeeld, waarop zij berust, toch niet nieuw genoemd worden; want uit de jongste onderzoekingen blijkt dat het aanwenden van diamant tot het zagen van harde steenmassa's reeds in de vroegste oudheid bekend was. Sedert jaren hielden de geleerden zich bezig met de vraag door welke hulpmiddelen de oude Egyptenaars er toch wel in geslaagd konden zijn, het ijzerharde materieel hunner piramiden, obelisken, sfinxen en tempels zoo doelmatig te bewerken. Thans is het evenwel den duitschen oudheidkundige Flinders Petrie gelukt uit half afgewerkte of als mislukt weggeworpen stukken van egyptische steenhouwerij aan te toonen, dat de diamant bij al dat werk eene hoofdrol gespeeld heeft. Hij verzekert dat de Egyptenaars zoowel rechte als gebogen zagen, alsmede stevige, deels buisvormige boren moeten gehad hebben, welker tanden of snijkanten uit edelgesteenten bestonden. Ook de hierogliefen of letterteekens, waarmede de egyptische bouwgewrochten overdekt zijn, kunnen alleen zijn uitgebeiteld met werktuigen, welker spitsen harder dan de steenmassa waren, en nu is uit talrijke proeven gebleken dat alleen de diamant die vereischte hardheid bezit.

Dat de Egyptenaars wel degelijk het gebruik van diamantzagen kenden, moet vooral duidelijk gebleken zijn aan de piramide van Ghizeh, waaraan men zien kan dat de zaag tweemaal scheef ingesneden heeft. Verder blijkt dat gebruik van diamant tot het bewerken van harden steen ook uit zeer schoone proeven van oud-egyptische steendraaierskunst, welke men in het Britsch Museum bewondert, en vooral uit eene vaas, welker wand aan den hals slechts één en een kwart millimeter dik is, ofschoon zij uit eene buitengewoon harde steensoort bestaat.

Hieruit ziet men dus alweer dat de negentiende eeuw bij al haar vindingrijkheid tog niet het monopolie der uitvindingen bezit, en dat zij dikwijls als nieuw een denkbeeld aan de hand doet, wat al voor eeuwen toegepast werd, maar sedert in vergetelheid is geraakt.

Zaad tegen muizen te beveiligen.

Om zaad voor de aanrandingen van ratten en muizen te beveiligen, heeft men niets anders te doen dan het met wat kamfer te vermengen. Dit is tevens een goed middel tegen insecten, terwijl het daarenboven de kiemkracht van het zaad bevordert en aldus tot den snellen groei der plant bijdraagt. Genoemde specerij verdient daarom bij den tuinman een grootere aandacht, dan hij er tot heden wel aan besteedt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken