Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Beweging. Jaargang 7 (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Beweging. Jaargang 7
Afbeelding van De Beweging. Jaargang 7Toon afbeelding van titelpagina van De Beweging. Jaargang 7

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.67 MB)

XML (2.48 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Beweging. Jaargang 7

(1911)– [tijdschrift] Beweging, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 214]
[p. 214]

Politieke Feiten en Richtingen

Begin en einde van de parlementaire obstructie.

Obstructie is een wonderlijke uitwas van de demokratie.

Het opzettelijk hinderen en met allerlei kinderachtige middelen tegenhouden van het gewone verloop eener vergadering moet uitteraard ernstige menschen tegenstaan. Het dwingen tot het houden van stemmingen, die in werkelijkheid geheel overbodig zijn, het houden van lange redevoeringen zonder eigenlijken inhoud; het indienen van voorstellen zonder zin of bedoeling, en erger nog het schreeuwen, lawaai maken, het beletten aan tegenstanders zich verstaanbaar te maken, het zijn alle afkeurenswaardige handelingen. Afkeurenswaardig n.l. omdat als ieder zoo deed, elke gemeenschappelijke bespreking, elke vergadering, elke commissie onbestaanbaar zou zijn. En daardoor ook de demokratie. Want de demokratie berust op het bijeenkomen van het volk en van zijne vertegenwoordigers in vergaderingen, die over de regeering beslissen. Zij berust ook op de macht der meerderheid, maar onder voorbehoud. Want in de macht der meerderheid schuilt het groote gevaar, groot n.l. indien het volk zich scherp splitst in partijen. Dan toch is de meerderheid niet alleen de beslissende macht van het eene op het andere geval, telkens wisselend van samenstelling, maar dan is die meerderheid compact en blijvend. De meerderheidspartij wordt dan de macht, die alle minderheden eenvoudig op zij kan zetten, en de demokratie is een partijregeering sans pitié geworden. De macht der meerderheid moet dus wel beperkt worden, doordat aan de minderheden duidelijke rechten gegeven zijn. De eerbiediging daarvan moet de grondslag zijn van elke demokratie. En als regel is dat ook het geval omdat elke meerderheid op haar beurt

[pagina 215]
[p. 215]

minderheid kan worden en er dus belang bij heeft voor haar eigen rechten bij voorbaat te zorgen.

De geschiedenis der parlementen leert echter dat meer dan eens de meerderheid beproeft haar wil door te zetten met verkorting der minderheidsrechten. Gewoonlijk gaat een dergelijke poging uit van partijen, die wel bestaan op grond van demokratische regelingen, maar die deze in beginsel verwerpen en aan het regeeringsgezag een andere waarde toekennen dan die der volkssouvereiniteit. Maar 't is ook voorgekomen, dat wezenlijk demokratischgezinde meerderheden zich genoodzaakt zagen minderheden te dwingen, wanneer deze van haar rechten misbruik maakten om den gang der regeeringsmachine tegen te houden. Het eenige middel der minderheid hetzij om zich tegen de meerderheid te verweren, hetzij om nieuwe rechten aftedwingen is de obstructie. Van daar dat dit wonderlijke en op zichzelf afkeurenswaardige middel een natuurlijk gevolg is van.....de demokratie? Deze gevolgtrekking is te voorbarig. Niet de demokratische regeling, die aan het volk de gelegenheid moet verschaffen over zijne eigen zaken te beslissen, maar het stelsel van georganiseerde partijen is de oorzaak van de obstructie. Het zijn de partijen, die een werkelijke demokratie in den weg staan. En toch zijn die partijen noodig, en zij zullen de demokratie niet belemmeren indien en zoolang zij de natuurlijke organisatie zijn van de politieke richtingen in 't volksleven. Zoodra echter de partijen op zich zelf gaan bestaan als politieke machtsorganen, dan moet ook de machtsroes te een of anderen tijd zich vertoonen in een conflict met de minderheden.

 

Deze korte beschouwing was noodig om een goed oordeel te kunnen vormen over den scherpsten vorm van obstructie die ons parlement nog beleefde.

De sociaal-demokraten zagen zich bij de opening van de Tweede Kamer op eens verkort in hun recht om voorstellen in te dienen wat vanzelfsprekend insluit de verplichting van de Kamer om die voorstellen in 't openbaar te behandelen, en bij eventueele verwerping de argumenten daarvoor aantegeven. Want hun voorstel werd niet verworpen doch zonder behandeling op zij gezet. Deze minachtende en belee-

[pagina 216]
[p. 216]

digende beslissing door de regeerende meerderheid genomen, kon geen andere bedoeling hebben dan de behandeling van het voorstel te ontgaan. De opgegeven reden toch dat de vorm van het voorstel, n.l. het zenden van een adres van antwoord op de openingsrede, verwerpelijk was, kon onmogelijk de genomen beslissing rechtvaardigen. Daarover toch kon bij de beraadslaging gesproken worden. Beslissen zonder beraadslagen, dat was de bedoeling van den heer Savornin Lohman en van de hem volgende meerderheid. De neiging tot dat stelsel: beslissen zonder beraadslagen, stemmen zonder praten, bestond al lang bij de meerderheid der drie rechtsche partijen. Het beteekende dat de openbare beraadslaging van het parlement verlegd werd naar de binnenkamersche discussie's der rechtsche partijen, misschien zelfs wel van de partijleiders alleen, en mogelijk zelfs in onmiddellijk overleg met de ministers.

Die schijn van beraad in 't openbaar moest maar af en toe op zij gezet worden.

Erger aanslag op de demokratie was niet denkbaar. En de vorige kamerzitting had al genoeg getoond dat het voorstel-Savornin Lohman over het sociaal-demokratische voorstel geen uitzonderingsmaatregel was.

En waarom neigden de rechtsche partijen tot een dergelijke schending van het parlementaire stelsel? Er zijn verschillende redenen voor op te geven, die echter alle neerkomen op dit eéne feit, het verval van de coalitie-politiek.

In wezen bestaat die niet meer. Er is geen richtingseenheid in de drie partijen, die gezamenlijk regeeren. De macht is het eenige wat hen samenhoudt. Twee stroomingen met het sterkst mogelijke antagonisme, de eene wier conservatisme hoe langer zoo meer verstard is, en die hetzij met directe brutaliteit, hetzij langs sluipwegen terug wil naar de vroegere regeering der adelijke en patricische familie's, met genadige behandeling van het lagere volk, de andere strooming die vooral onder de katholieken vrij sterk is en die belangrijke sociale verbeteringen tot stand wil brengen en op demokratischen grondslag, d.w.z. met volledige erkenning van den loonarbeider als burger.

In 't openbaar debat komen die stroomingen onmiddellijk

[pagina 217]
[p. 217]

met elkaar in botsing, of het vermijden daarvan kost zooveel voorafgaande moeite en zooveel openbare beginselverloochening, dat elken keer opnieuw het aanzien der partijleiders ernstig geschokt wordt. Daarom is de neiging bij de rechtsche partijen zoo groot vooraf met elkaar tot een compromis te geraken en daaraan vast te houden. Maar dan moet zoo'n compromis zoo spoedig mogelijk door 't openbaar debat heengevoerd worden. De praatlust van een enkelen rechtschen principienreiter zou het spel gemakkelijk kunnen verstoren.

Deze omstandigheden maakte het nu voor de rechtsche partijen bijna een noodzaak om hare afspraken in de Kamer door te zetten. Het ging toch al zoo moeilijk om met de coalitie iets tot stand te brengen, en daarom moest de macht, de macht van het meerderheidheidsgetal, aangewend worden.

Het verzet van de oppositie tegen deze neiging was steeds zwak geweest. Er was gemopperd, gehoond, maar een daad was er niet geweest. Waarom heeft de geheele linkerzijde zich in 't voorjaar niet demonstratief onttrokken aan de discussie over de ziekteverzekering, waarin 't beschreven stelsel zoo sprekend tot uiting kwam?

Vreezen de drie liberale fractie's dat het compromisoverleg of duidelijker gezegd het gekonkel over de diepstgaande belangen der natie, ook voor hen onvermijdelijk is, wanneer zij weer aan 't bewind zouden komen? Dan is dat toch alleen omdat zij geen beginselen scherp genoeg kunnen formuleeren. Hun beginselen hangen dan in de lucht en leven niet in de practische regelingen die 't volksleven behoeft, zooals b.v. de ziekteverzekering er een was.

En nu bij de nieuwe zitting? De linkerzijde ondersteunde de socialisten wel, maar toen de sociaal-demokraten noodgedwongen en met blijkbare tegenzin de obstructie toepasten om hun rechten als volksvertegenwoordigers te verdedigen; toen klonk door de geheele liberale pers niet de oproep om meetedoen, mee te protesteeren door 't geheele land tegen het gewrochtelijk gevolg van een valsche en tot machtsliefde verworden politiek der coalitie. Neen, die pers maande de sociaal-demokraten aan hun obstructie te staken, en hier en daar keek er de bedreiging door, dat anders de linkerzijde

[pagina 218]
[p. 218]

mee zou moeten gaan met de rechterzijde tot wijziging van het reglement van orde.

De sociaal-democraten zijn er echter geen oogenblik door van streek geraakt. Zij hadden niet alleen den steun hunner partij achter zich, maar ook de verontwaardiging die de daad der rechterzijde in geheel andere kringen had gewekt.

En het moet voor allen in 't land, die voor de vrijheid van ieders eigen meening het recht op politieke uiting verlangen, een heuchelijk feit geweest zijn, dat de meerderheid zoo snel heeft moeten capituleeren.

Al is het te betreuren dat dit met stille trom geschiedde.

De sociaal-demokraten hebben niet alleen door hun forsche houding en ondanks de slapte der liberale groepen overwonnen; zij hebben tegelijkertijd weer bewezen dat zij in het nederlandsche parlement de avant-garde, de baanbrekers zijn niet uitsluitend van hunne socialistische denkbeelen, maar ook van de begrippen over demokratische rechten en vrijheden.

 

G. Burger.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken