Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Beweging. Jaargang 11 (1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Beweging. Jaargang 11
Afbeelding van De Beweging. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van De Beweging. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.45 MB)

XML (1.88 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Beweging. Jaargang 11

(1915)– [tijdschrift] Beweging, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 255]
[p. 255]

Averechtsch spraakonderricht

In het laatste nummer van de Nieuwe Taalgids een staal van het averechtsch onderricht waaraan hedendaagsche spraakleeraressen zich bezondigen.

Wij weten dat stemhebbende en stemlooze medeklinkers op elkaar inwerken, zoodat, hoewel men liefde schrijft (met een f), men inderdaad lievde zegt (met een v), en evenzoo niet zegt 't viooltje, maar 't fiooltje, en niet zes zwaluwen, maar zes swaluwen. - Chr. Egener - Van Eyken kan zich niet met deze ‘assimilatie’ vereenigen. Zij schreef er een artikel over in het tijdschrift Schoonheid en Opvoeding en het is deze beschouwing, die Dr. C.G.N. de Vooys aanleiding gaf tot een rechtmatige afstraffing.

‘Dit fetichisme van de letter’ - zegt hij - ‘hangt samen met twee dogma's, die niet alleen in strijd zijn met de taalwetenschap, maar waarvan ook de nadenkende leek de onhoudbaarheid inziet. Het eerste is: elk woord heeft één ware vorm, door het schrift aangegeven, die in elk verband voor ‘verbastering’ bewaard moet blijven. De waarheid is de omgekeerde verhouding: de gelijke schrijfvorm - om praktische redenen toegepast - bedekt de noodzakelijk wisselende klankkombinatie. Dit is in elke taal het geval. Het absurde blijkt duidelik, als men dit ‘beginsel’ b.v. op het Frans wilde toepassen. Het tweede dogma is, dat men de woorden moet leeren kennen ‘in hun eigenlijke psyche’. Met die vage term wordt dan bedoeld: voor de ingewijde openbaart zich de geheimzinnige samenhang tusschen klank en betekenis bij het woord. Dit is het oude stokpaardje uit de taalwijsheid van Bilderdijk. Gelijk men weet bestaat er wel degelijk een

[pagina 256]
[p. 256]

klanksymboliek bij een groep van nabootsende woorden, maar de ‘geloovige’ leek geeft er een uitbreiding aan, die in het belachelijke verloopt. In veel gevallen weet de etymoloog aan te wijzen dat die gewaande klankexpressie een louter toeval is, terwijl in even veel gevallen de scherpzinnige leek er voorbeelden naast weet te plaatsen waar de klank een averechtse duiding zou geven. ‘In vogel, vliegen geeft het geluid de zachtruischende vlucht in zijn beweging en klank weer.’ Het Duits is, met zijn f, in deze woorden natuurlijk minderwaardig. Maar fladderen dan? En de liefelijke fee naast het plompe vee? Het mooie van viooltje zit voor deze leerares in de zachte v, die ze ‘onmogelijk verbasteren kan tot 't fiooltje’. Maar hoe stelt ze het met Flora en met het zachte fluweel? Het ‘mooie scherpe woord: fel’ kan ze ‘bewonderen en liefhebben’, maar tegelijkertijd zal ze waarschijnlik fenijn vulgair noemen, omdat de ‘eigenlijke’ vorm venijn is.

‘Ook de dichter en de ware schoonheidsgevoelige, die wèl weten wat klank-expressie in een vers kan uitwerken, zullen lachen om dit estheties...geleuter - ik kan er geen eerbiediger woord voor vinden. Taalgeleerden zullen licht geneigd zijn er schouderophalend om te glimlachen. Maar voor 't onderwijs heeft de zaak een ernstiger kant. Het wordt tijd dat de autoriteiten voor zulk geliefhebber een stokje steken. Op een dameskransje is het onschuldig; bij geaffekteerde voordracht gaat er geringe invloed van uit. Maar als dergelijke “eigenwijsheid” met gezag aan goedgelovige kwekelingen of jonge onderwijzers wordt ingeprent, die het als de ware wijsheid in de lagere school meebrengen en willen toepassen, dan worden “natuur en waarheid” er door in gevaar gebracht, zoodat “methodies” spreken zou gaan beteekenen: geaffekteerd en dus slecht spreken’.

* * *


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken