Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 3 (1892)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 3
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.66 MB)

ebook (3.52 MB)

XML (0.95 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 3

(1892)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 170]
[p. 170]

Van 't Vrijbusch en van de Buschkanters

HET Vrijbusch wierd eerst langs den Noorden uitgerood, en 't was ook langs den Noorden dat het eerst en meest bewoond wierd.

Deels in- deels uit het woud vindt men de volgende gehuchten: de Vijfhuizen, den Veldhoek, den Pijferhoek, den Pierkenshoek, 't Hoogquartier, Houthulst en Terherst.

Dit laatste gebuchte is verre het merkweerdigste, om reden zijner hooge oudheid.

De name Terherst staat bij Sanderus Terheest gespeld.

Ter is samengegroeid uit te der, zoo dat ter heest zoo vele zegt als te der heest, op der heest.

Zoo zijn veel geleegsnamen samengesteld; b.v. Terbank, Terbeek, Terbiest, Terbrugge, Tergracht, Terheyde, Terhulst, Terlucht, Ternest, Terpanne, Tervaert, Tervarent, enz.

Bij 't meeste deel dier namen ziet men duidelijk genoeg wat er de beteekenisse van is. Bij Terherst of Terheest en is dat zoo gemakkelijk niet.

Immers, wat is eene heest of eene heeste?

‘Het woord is tot heden onverklaard’, zegt Verdam, in zijn Middelnederlandsch woordenboek. ‘Het hangt wellicht’, zegt de zelfste schijver, ‘samen met hees, heze, in veel plaatsnamen. Vergelijkt ook den naam der belgische stad Heist, het geldersche dorp Hees, den naam eener straat te Deutichem, nl. de Heezestraat, den naam van het buitengoed de Heeze, in Gelderland; enz. Is het wellicht verwant met heester, of (h)eester?’

Het woord hees, heest, heist, komt men ook tegen in belgenlandsche geleegs-, of oordnamen, bij voorbeeld Hees, Heesakker, Heesbeekstraat, Heesch, Heesdonck, Heesdijk, Heesewijk, Heesveld, Heesten, Heestenheyde, Heysbrouck, Heysemeynde, Heystendriesch, enz,

Maar zou Sanderus, of kanonik Sanders beter gezeid, wel Ter heest met de scherplange ee = ei willen verbeeld hebben, rijmende met feest, beest, leest?

En zou men den name dien hij hoorde in zijnen tijd, en dien wij nog hooren, niet moeten schrijven Ter Heerst,

[pagina 171]
[p. 171]

gelijk wij b.v. Beerst, neerstig, schrijven, met de zware e = ää, ofwel met eene e, Ter herst?

Het volk van 't Vrijbusch spreekt nog Ter herst, met de zware e, en zonder hoorbare r, gelijk het beerst, neerst uitspreekt. Herst kan eene nevengedaante zijn van harst, gelijk hert van hart, berd van bard, enz. Harst heeft eene nevengedaante horst, vergelijkt zwert, zwart, zwort. Eene horst, zegt Jacob Grimm, in zijn woordenboek, aanhalende Lübben. Germania 8,371, is onder andere ‘een in Moerland liggende verhevene plaatse of heuvel, die ook bij natte jaren drooge blijft.’

Deze beteekenisse van herst, harst, horst, schijnt wonderwel overeen te komen met de ligginge van Ter herst.

Herst kan, 't is waar, nog andere beteekenissen dragen, en tijd zal misschien raad brengen.

In allen gevalle en verstaat men hedendaags het woord Terherst niet meer, en men geeft aan de inwoners van dit gehuchte den verminkten name van Restenaars.

***

Het gehuchte Ter herst of Terherst ligt gedeeltelijk op Zarren en op Houthulst (gemeente Clercken). Staden zelve schiet tot geheel dichte ertegen, en 't is alzoo dat Pater Fr. A. Vervisch, in zijn leven, band I, bl 22, zegt: ‘Heel Staden is dul sot Patriot geweest, tot zoo verre dat zij op den Rest tegen de Eeken-Boomen hebben geoorlogt’.

Terherst, ten zuiden, en de Goudberg, die ook de Goudmijne genoemd is, ten noorden, zijn aan malkander verbonden door eenen ouden eerdeweg. 't Zijn de twee uiteinden van eene langwerpige hoogte (eene herst, harst, horst eenen heuvelrugge?) die 47 meters boven 't zeevlak ligt en die geheel de streke overkijkt.

Deze hoogte heeft ongetwijfeld van in de vroegste tijden een eiland geweest, en dat is op eene goede oude landafteekeninge nog duidelijk te bespeuren. De toegeslijkte waters die nu de Woumen- Eessen- en Zarrenbroeken geworden zijn, de oude kreke de Blanckaart, het oude en breede bedde van de Steenbeke en van de Zanddambeke, met de negen vijvers van het vrijbusch, die 109 gemeten waters uitmaten, omringden ze langs alle zijden en mieken er een eiland van.

[pagina 172]
[p. 172]

De aard van den grond zelve bewijst dat dit eiland al zeer vroeg zijn hoofd uit het water gesteken heeft, want op gansch zijnen rugge (zijne herste?) en is geen spiere dering te vinden.

Volgens de grondlaagteekeninge van heer d'Omalius d'Halloy staat die grond in onze aardkunde bekend onder den name van terrain d'Ypres ou Yprésien, dat is Ipersche klijteerde, omdat hij in de omstreken van Iper best gekenmerkt is. Hij maakt eene onderverdeelinge uit van den nieuwen, dat is te zeggen den vroegsten grond (terrain éocène) van het derde tijdvak (terrains tertiaires). Het volk van 't geweste noemt dien grond de Keistreke.

***

Aangezien die streke zoo vroeg boven water kwam, heeft zij ook al vroeg kunnen bewoond zijn. Daarbij was zij een aantrekkelijke schuilhoek voor de nieuwe toekomers. Deze waren daar immers langs alle zijden bevrijd tegen de onverwachte aanvallen hunner vijanden, zij konden geheel de streke overkijken en bewaken; en het wijd uitgestrekte woud, waaruit zij moesten leven, lag dichte bij, aan hunne voeten. Alles was hier dan voordeelig voor eene vroegtijdige bevolkinge.

Zonder twijfel heeft Terherst eerst van al bewoond geweest; immers het is gekend wanneer de overige gehuchten van 't Vrijbusch, die al beneden de hoogte liggen, tot stand gekomen zijn; maar niemand en weet het begin van Terherst aan te duiden: hij was, van onheugelijke tijden her, altijd bewoond en al de buschkanters getuigen, in hunne verduisterde overleveringen, dat zij allen van daar afkomstig zijn.

Ja meer nog, zonder het te weten zeggen zij ons, zoo niet met den monde dan toch met der daad, namelijk, hoe lange hunne ouders daar al leven en waken. Somtijds vindt men buschkanters op eenen bondel berk zitten, bezig met hun houwmes te scherpen, en daartoe gebruiken zij wetsteenen uit het busch. Sommige van die wetsteenen hebben zij gevonden al reunen, andere hebben zij opgeraapt al diepgronden, en 't gene dat ze onbedacht wetsteenen noemen, zijn inderdaad de steenen wapens hunner voorouders. Deze hebben ze daar verloren op de

[pagina 173]
[p. 173]

jacht, binst het werk, of laten liggen als zij tot de kennis van ijzer en staal gekomen waren.

Die steenbijlen, werpschichten en vlamessen zijn meer als uit den ruwen gespletene keischelfers, gelijk zij vroeger waren, de vooruitgang is er reeds aan te zien, want zij zijn geslepen en sommigen bewrocht. Daaruit mogen wij besluiten dat de buschkanter reeds daar was, ten tijde van het rendier en van de geslepene steenwapens.

Als men door de bewoonde plekken van het Vrijbusch gaat, zoo ziet men welhaast hier en daar blonde germaansche wezens voor den dag komen, dat en zijn de ware buschkanters niet; het zijn ingedrongenen, die met hen vermengeld zijn. Maar welhaast zult gij eenen echten stamgenoot of eenen stamvader van het oude ras mogen bewonderen, en dat zonder moeite, want de buschkanters zijn gemakkelijk te onderscheiden van alle anderen. Zij zijn gestuikt van gestalte, zwart, stekelhaarde van hoofdhaar, rond van schedel, donker van oogen, gekrompen en beenderachtig van aangezichte en olijfverwig van vel al over het lijf.

Volgens Pater Van den Gheyn, S.J., in zijn boek: L'homme préhistorique d'Anvers, en anderen, zijn die hoedanigheden de kenteekens van de Mongoloïden, of van het eerst gekende ras dat ons land bewoond heeft en dat op duizend menschen nog gewillig 250 afstammelingen telt in de omstreken van Antwerpen. Moeste de zelve rekeninge hier gemaakt worden, ik ben overtuigd dat zij deze van Antwerpen verre zou te boven gaan, want men kan het oud grondvolk hier vinden bij geheele huisgezinnen en zelfs bij geheele bloedverwantschappen.

De nieuwe toekomers hebben hier, gelijk in andere streken, de oude bevolkinge uitgedreven en hunne woonstede ingenomen. De Germanen hebben de Mongolen uitgeroeid of doen opschuiven; maar hier en daar hebben zij er waarschijnelijk mede verbroederd en ook wel verkappeld en vermengeld. Zoo gaat het nu in America, waar men nog wilde menschen vindt, die te midden der beschaafde lieden zijn blijven wonen, die voort bestaan met eenen kleenen handel in eigenaardige dingen, en die maar zelden, als met lange tanden, iets van de beschaafde

[pagina 174]
[p. 174]

gebruiken en willen aannemen. De buschkanters en zijn dan niets anders dan een gekappeld en gemengeld overblijfsel van de vroegtijdige bevolking onzer streken.

Daar zijn nog van die wondere stammen te vinden in ons land, en zelfs in Vlanderen. De Schouten op Ledeghem, de Turken op Meulebeke, de Nieuwmartnaars op Rousselaere, zijn ook, vreemdachtige eigenaardige menschen, die, ondanks alles, hunne eigenaardigheid blijven behouden en die op eenen afgezonderden, vroeger misschien ontoegankelijken hoek blijven bestaan.

 

('t Vervolgt)

A. B. en C. D.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken