Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 5 (1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 5
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 5Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.99 MB)

ebook (3.54 MB)

XML (0.94 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 5

(1894)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

De Kaffi

DE Kaffi, balsem voor het herte, spreidt eenen wonderen geur die op de hersenen werkt, gedacht en inbeelding zeer vroolijk stemt, en het verstand doet open gaan, honderd maal beter als eene wolk van tabakrook.

De kaffi verdrijft den vaak en de slaperachtigheid; dient als prikkelend hulpmiddel tegen gevoelloos

[pagina 310]
[p. 310]

makende vergif; en wordt gebruikt om de koortsen te voorkomen of te bevechten.

De kaffi is, ja wel misschien, in zijn eigen, flauwe kost; maar hij helpt nochtans de verduwinge van andere spijzen, en maakt ze meer voordeelig: waarom hij ook meest na elk gastmaal wordt gedronken.

Komt dan maar allen bij, en drinkt een schaalken meê, uitgeweerd gij die flauw van zenuwen zijt: gij zoudt immers beven, en 's nachts niet kunnen rusten: houdt u dan van de kaffitafel weg. O! aan niemand, hoe kloek en sterk hij gebouwd weze, aan niemand wil ik raden kaffi, hoe goed hij is, in overvloed te drinken, zeven keeren daags; maar wel een enkel schaalken, één of twee, op tijd en stond: gematigheid in alles!

- Ja, weinig kaffi, - hoor ik iemand zeggen; - en geenen drinken is nog beter: Onze grootvaders en wisten van geen kaffi zelfs te spreken, en zij waren kloeker, en leefden ook langer als wij.

- Omdat zij geen kaffi en dronken?

Als uw grootje van geen kaffi wist, dat bewijst dat hij, eenvoudig buitenmensch, de gazetten niet en las van zijnen tijd. Of meent gij misschien dat het nog maar tachentig of tnegentig jaar en is dat er in ons werelddeel kaffi gedronken wordt?

In 1554 waren er reeds in Constantinopel huizen, waar men kaffi schonk voor liefhebbers en reizende passanten.

In 1615 wierd het gebruik van kaffi in Noord-Italiën, te Venetiën, ingebracht. - Te Londen, ten jare 1652. - In Vrankrijk wierd hij ingebracht door Jan Thevenot, die in 't Oosten alomme gereisd had. Twee Armenianen, Goor en Pascall, en een Italianer, - Procop was hij genaamd, - dat zijn de drie die eerst te Parijs ook kaffihuizen geopend hebben, over twee honderd jaar.

Maar wat is de wereld toch veranderd sedert dien! Waar is nu de vrouw, hoe arm en hoe gering, die de kunste niet en kent om hare huisgenoten een warm kopke Kaffi op te schinken, zoo zwart als pek, zoo zoet als honig? Ja, als men rekent en peist hoeveel groote schepen, enkel met Kaffi geladen, er jaarlijks in de haven

[pagina 311]
[p. 311]

van Antwerpen komen, staat men verwonderd te vragen van waar toch al die goede ware mag komen?

De Kaffi wordt ons nu uit verscheide streken aangebracht, maar is oorspronklijk t' huis op de kusten der zeeëngte Bab-el-Mandeb, tusschen het toppunt zuid-west van Arabiën en den oostkant van Abyssiniën: hier geeft hij aan de streke, den naam van Caffa, onder welken naam hij ons ook overkwam; want Kaweh wordt hij genaamd in 't Araabsch.

In 1690 droeg Van Horn, - een Hollander, - eenige plantjes over in de hollandsche bezittingen van Batavia.

In 1710 wierden eenige staalkens uit Java naar den plantentuin van Amsterdam overgebracht. Twee jaren later, ontving Peetje Quatorze, koning van Frankrijk, twee stammekens in geschenke uit de broeikassen van Amsterdam.

In 1720, vertrouwde het opperbestier van Frankrijk drie kaffiplantjes toe, uit den plantentuin van Parijs, aan den zeecapitein Duclieux: twee gingen te kwiste onderwege, en het derde bleef leven door de groote bezorgdheid van den capitein, die in gebrek van zoet water, zijne eigene portie met het zwakke plantje deelde. Alzoo kwam het eindelinge in de Martiniken, en uit dat enkel plantje zijn al de kaffiplanten van de Martinikeilanden, van de Guadeloupe, van San-Domingo, en van de Guyana gesproten, alsook al degene der Europeesche bezittingen, die van Holland alleen uitgenomen.

En wilt gij nu weten wat voor eene plant de kaffiplant is?

De kaffiplant is van het geslacht der krapachtigen, die in drie stammen verdeeld zijn: de walstrooiwendigen, de kinkinawendigen, en de kaffiwendigen. - De kaffiplant, liet men ze gaan, kwam wel drie of vier meters hooge, kegelvormig; sprietelingen gaan twee en twee van elken kant van den tak weg; de bladeren op de takkelingen der meien, staan ook twee en twee, met kleine korte steelkens vast; die bladeren, glad en blinkende groene, zijn lang en fijn, met krinkelende randen en scherpen top. In de okselen der hoogste takskens spruit

[pagina 312]
[p. 312]

een huttelken blomtjes uit, bleek geluwe, zoo zoet en aangenaam van geur, dat de kaffiplant ook den naam van Arabische jasmin gekregen heeft.

Nu, de vrucht die de blom vervangt is eene beier, gelijk aan onze krieke, eerst groen, dan rood, en eindelinge zwart, als hij heel rijpe wordt. In het vleesch van elken beier zitten twee halve boontjes; - wie is er die nooit geene kaffiboontjes gezien en heeft? - De kaffiplant zelve zal ten eeuwigen dage in onze streken zelden te ziene zijn; want zij vereischt eene aanhoudende warmte van twaalf en half tot één-en-dertig kerven. - Ziet, God heeft aan elke streke, gelijk ook aan elken mensch, iets bijzonders gegeven, om koophandel te verwekken, en opdat allen elkanderen zouden helpen.

Uit Moorseele.

M.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken