Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 13 (1902)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 13
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.05 MB)

ebook (3.71 MB)

XML (0.89 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 13

(1902)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Mingelmaren

Boekennieuws

AAN de inteekenaars van Biekorf wordt de lezing warm aanbevolen van Om. K. De Laey's dichtwerk ‘Ook Verzen’ dat onlangs bij Victor Delille te Maldeghem verschenen is.

Om. K. De Laey dient ons wat nieuws op: hij gaat buiten het vak van velen onzer hedendaagsche verzenmakers die, wanneer ze langs 'n rogge- of haverveld gaan wandelen, door de negen zanggodinnen meenen vergezeld te worden en, ‘na korte jaren, zoo met rijmen en geduld, hemel, zonne, wind en bombast, menig blad papier gevuld’ hebben, goed voor de scheurmande!

Een eigenaardigheid bij hem is, dat hij zijn lezers lot lachlust weet op te wekken en zo gemoedeliik dwingt om zijn verzenbundel, in éénen trek, van de eerste tot de laatste reek toe, te lezen.

Lang en is het werk niet, inteekenaars van Biekorf. Leest ‘Ook Verzen’ en ge zult eenige aangename stonden gesleten hebben.



illustratie

Onkruid onder de tarwe

Dietsche Warande en Belfort, 1902, tk 5, blz. 540, drukt als volgt:

‘E.D., in 't eerste Meinummer van Biekorf, klopt onzen meewerker J. Persyn op den duim omdat hij schuimwoorden bezigt. Niet gansch zonder reden. Sommige dier vreemde woorden konden vermeden worden.’

Niet alleen wordt daarmee erkend, dat Biekorf's medewerker E.D. gelijk had, hetgeen bijzaak is; maar daarenboven wordt het beginsel gehuldigd, dat al de waarlijk vermijdbare vreemde woorden in onze taal dienen vermeden. En dit is van allergrootst belang.

Omtrent de vraag, welke schuimwoorden al of niet vermijdbaar zijn, kunnen weliswaar de gevoelens tamelijk wijd uiteenloopen. Doch, indien het overgroot getal van dezen die nu uit slordigheid, gemak- en praalzucht met allerhande schuimwoorden voor den dag komen, enkel wilden hun best doen om dergelijke woorden te vermijden telkens als de vermijdbaarheid ervan vrij algemeen erkend wordt, hoe machtig veel ware daarbij voor de moedertaal gewonnen!

Tezelfdertijd zouden die mannen het niet met leede oogen aanzien, wanneer anderen, die nog grooter liefde voor eigen taal overhebben, met oordeel en voorzichtigheid een verdietsching wagen voor tot dusver onvermijdbare schuimwoorden. Is de verdietsching goed, dan zouden ze dit gereedelijk toegeven, ook al wachten ze nog om zelf het woord te bezigen. Is de verdietsching daarentegen slecht, dan

[pagina 192]
[p. 192]

zouden ze daarover niet blijde zijn zooals velen tegenwoordig doen, maar liever openhertig zeggen waarom het woord niet deugt, en daarmee misschien op het spoor helpen van een beter.

Daarom zijn we Dietsche Warande dankbaar voor bovengemelde uitspraak.

Doch hetzelfde tijdblad neemt de gelegenheid te baat, om op zijn beurt Biekorf op de kneukels te geven.

Dit doet het echter op heel onhandige wijze. Het neemt eenige verdietschingen in Biekorf voorgesteld, zet die buiten alle zinsverband nevens malkander, en roept uit: Wie verstaat me dat!

Sommige meewerkers aan Biekorf streven er naar, om voor de onverdietschte vreemde woorden die ze anders zouden moeten aanwenden. een goede verdietsching te vinden. Zoo iets werd gedaan door alle eeuwen heen; anders waren duizenden inheemsche benamingen, die nu elkendeen in den mond heelt, nog altijd ongeboren. Daarom laat Biekorf die meewerkers begaan, te meer omdat veel andere tijdbladen eerder de tegenovergestelde richting leeren volgen en naar nieuwe schuimwoorden uitzien. Dringt Biekorf daarom die verdietschingen aan andersdenkenden op? Geenszins. Keurt hijzelf allemaal die verdietschingen goed? Volstrekt niet, Enkel laat hij toe, dat ze onder de aansprekelijkheid van hun bewerker ter beoordeeling en verbetering van bevoegde vakmannen worden voorgesteld.

Nu spreekt het vanzelf, dat een nieuwe verdietsching, vooral de eerste keeren, op zulke wijze moet ingeleid worden, dat de zin ervan althans uit den samenhang vatbaar is. Wanneer b.v. Stijn Streuvels zegt in Lenteleven, blz. 206: ‘De tog kwam eindelinge heel zoetjes binnengereden’, dan versta ik uit den samenhang, dat het Dietsche tog hier het Fransche trein vervangt. Misschien wordt zulke voorzorg in Biekorf somwijlen verwaarloosd. Zoo ja, dan had Dietsche Warande hiervan mogen een verwijt maken. Doch dit zou nog niets bewijzen tegen de verdietsching als zoodanig, maar enkel tegen den voorsteller ervan.

Dat echter een min of meer nieuw woord, op zijn eigen en buiten alle zinsverband beschouwd, onduidelijk en dikwijls onverstaanbaar voorkomt, wie zal daarover verwonderd zijn? Het kan bijna niet anders. Twintig jaar geleden verstond niemand het w. gouwhuis. Nu heeft het geen opheldering meer noodig. Weinig tijd nadat Douwes Dekker het w. buitenissigheid gemaakt had, wie zou het, tenzij misschien uit den samenhang, verstaan hebben? Nu is 't in de woordenboeken opgenomen. Hetzelfde geldt van honderden andere benamingen. Want alle woord is eenmaal den eersten keer door één mensch uitgesproken of geboekt geworden.

De schicht, door Dietsche Warande afgeschoten, treft dus geen doel.

Maar wil gezegde tijdblad bewijzen dat de gewraakte woorden niet deugen, dan zal Biekorf hem dankbaar zijn; en nog veel meer, indien het ons kan een beter verdietsching aan de hand doen.

Ten slotte wordt door Dietsche Warande gewezen op eenige woorden uit Biekorf, die Duitsch zijn. (Dat ook het w. boekstaf Duitsch is. zooals door Dietsche Warande beweerd wordt, is echter onwaar).

We zeggen niet, dat wij al die woorden zouden bezigen. Maar dat we aan een Duitsch Germaansch schuimwoord de voorkeur geven boven een Fransch, daarover kan alleen zulk een mensch verwonderd staan, die niet weet dat ook wij Germanen zijn.

Biekorf


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken