Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Biekorf. Jaargang 21
Toon afbeeldingen van Biekorf. Jaargang 21

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1,80 MB)

ebook (3,40 MB)

XML (0,85 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 21

(1910)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 128]
[p. 128]

Van de DonkerklokkeGa naar voetnoot(1)

ALS Vrouw Weyn nog kind was, werd ze door haar grootmoeder benauwd gemaakt van de donkerklokke. De andere moeders deden 't ook. Al de kinders, die 's avonds als 't donker was op de straat kwamen, werden opgepakt door de donkerklokke die toen door de lucht vloog, en meêgevoerd naar een hoogen berg, zoo hoog tot tegen de wolken. 't Woonde daar een vogel die al de kinders op at.

Als Vr. W. grooter werd, vertelde heure grootmoeder over den oorsprong der donkerklokke. Toen grootmoeders moeder nog leefde en zij een kind was, waren zij op een helle donkeren avond buiten. Op eens hooren zij boven hun hoofd een geruchte lijk van eene groote bel of kleine klok. Van daar schrik, en geloop naar binnen, iedereen komt buiten, de gebaren ook, de straat staat in rep en roer daar het geklingel en gebel altijd aanhoudt. 's Anderendaags weêrom 't zelfde, en alzoo verschillige avonden te reke. Daar het volk in dien tijd zeer bijgeloovig was, werden er alle schrikkelijke dingen uit voorspeld: oorlog, pest en dieren tijd. Dat heette nu de donkerklokke. - ‘Maer eyndeling kwam het uyt wat dat de donkerklokke was. Een guyt van een boerenzoon wist eenen grooten uyl slapen, had hem gevangen gemaekt en een groote bel aengedaen; dan laten vliegen voor de grap.’

Nu 't kwam uit en de menschen om hunne kinders van de straat te houden 's avonds, spraken voort van de donkerklokke....

Vr. Weyn

Weet er niemand meer van de donkerklokke?



illustratie

voetnoot(1)
Zie Biekorf (1895), 6e j., bl. 159 en 224.

Vorige Volgende