Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 37 (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 37
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 37Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 37

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.74 MB)

ebook (4.19 MB)

XML (0.80 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 37

(1931)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Christelijk liedeken van kaartspel.

HET Liedje van 't Kaartespel is een bekend volksliedje uit de verledene eeuw. De lezing, zooals we ze hier laten volgen, is door E.H. Lodewijk De Wolf zaliger afgeschrevenGa naar voetnoot(2) van een liedjeszangers-

[pagina 76]
[p. 76]

papier van ‘Honorine de werkvrouw, wonende op Sint Andries’. Het stuk was ‘eenigzins versleten, niet genoeg nochtans om niet te mogen welbewaard heeten’. De afmetingen ervan waren: 0,305 × 0,415. In de breedte en nevens elkaar op dezelf de zijde stonden er drie liedjes, zijnde van links naar rechts:

1.Christelijk Liedeken van Kaartspel.
2.Ferdinandus en Lucia. Trouwgeval tusschen een soldaat en een rijke generaalsdochter.
3.Wondere Geschiedenis van den Voerman die door de hulp van eenen ouden man, op de baan van Atrecht, uit den nood wierd verlostGa naar voetnoot(1).

Onder het liedje van het Kaartspel staat de drukkerij vermeld:

Goedkoopste Drukkerij. - Onmogelijke concurrentie.
Henri Van den Broeck-Jacobs,
St. Janstraat, 36, Aalst.

De ‘bekende wijze’ waarop ons liedje gezongen wierd, konden we niet achterhalen. Voor den anderen opstel, waarvan hier beneden spraak is, was de zangwijze: Moet ik nog lang op schildwacht staanGa naar voetnoot(2). De versmaat van onze lezing vraagt blijkbaar een andere... onbekende wijze.

Christelijk Liedeken van Kaartspel

Stemme. Op een bekende wijze
 
Een duitsch soldaat heel sterk en kloek
 
Kwam in de kerk zonder verduiken
 
In plaats van eenen kerkeboek
 
Een gansch spel kaarten te gebruiken,
[pagina 77]
[p. 77]
 
Hetgeen kwam te mishagen
 
Aan d'overheden, want
 
Men zag hem overdragen
 
Gauw van zijnen sergeant
 
Aan zijnen Majoor.
 
Dien soldaat werd geroepen,
 
Men sprak hem aan (bis)
 
Over dit vreemd en stout bestaan.
 
Dien soldaat sprak: wil mij verstaan
 
Mijnheer Majoor let op mijn woorden
 
Gij weet dat een arme soldaat
 
Die maar per dag trekt negen oorden,
 
En net en pront wil loopen,
 
Met 't geld van zijne preê
 
Geen kerkeboek kan koopen:
 
Ik draag mijn kaarten meê
 
Als ik ter kerke ga.
 
De Majoor sprak met eenen:
 
Zeg mij met spoed, (bis)
 
Wat g'in de kerk met kaarten doet.
 
Dien soldaat ziende hem in nood,
 
Lei de kaarten op tafel open,
 
Hij heeft de kaarten klein en groot
 
Met veel aandacht eens overloopen,
 
Als hij wat had gekeken
 
Sprak hij: mijnheer Majoor
 
De kaarten met één teeken
 
Die stellen mij vast voor
 
Dat er is éénen God
 
Een doopsel en een kerke
 
Een roomsch geloof (bis)
 
Dat mij maakt voor de dwaling doof.
 
 
 
De kaarten twee mij voren leid
 
Dat God de Zoon heeft twee naturen.
 
't Is d'heilige Drijvuldigheid
 
die 'k in de kaarte drij bespeure.
 
De vier zonder twisten
 
Toonen mij klaar naar wensch
[pagina 78]
[p. 78]
 
de vier Evangelisten,
 
En d'uitersten des mensch
 
de dood, oordeel en hel
 
Ook d'hemelsche glorie
 
Waardoor ik peis (bis)
 
Op de langdurige reis.
 
 
 
De kaarte vijve toont mij meer
 
Het zijn de vijf bloedige wonden
 
die Jezus, onzen goeden Heer
 
Eens heeft ontvangen voor ons zonden.
 
De zesse naar behagen
 
Mij klaar te kennen geeft
 
Hoe dat God op zes dagen
 
Alles geschapen heeft
 
Hemel, aarde en zee
 
de zon, maan en sterren
 
den mensch vol waard (bis)
 
Met alles wat er is op d'aard.
 
 
 
Zoo ik de waarheid zeggen mag
 
Als ik beschouw de kaarte zeven
 
denk ik op den zevensten dag
 
den zondag ons van God gegeven
 
Tot rust, om hem te dienen.
 
Als ik d'achtste beschouw
 
dan valt mij in de zinnen
 
de arke en het gebouw
 
Waarin dat Noë was
 
Met zonen en hun vrouwen
 
't Getal van acht (bis)
 
Bleef in den zondvloed onversmacht.
 
 
 
De negen brengt mij in het brein
 
Dat er zijn negen vreemde zonden,
 
Van tien melaatschen dat er zijn
 
Ook tot negen ondankbaar vonden.
 
De tien stelt mij voor oogen
 
De tien geboden straf
 
Zoo 't heilig Schrift komt toogen
 
Die God aan Mozes gaf
[pagina 79]
[p. 79]
 
Dan denk ik nog daarbij
 
Op de tien schrikb're plagenGa naar voetnoot(1)
 
Die God eerst zond (bis)
 
Eer Pharao in de zee verslond.
 
 
 
En de vIer zotten in het spel
 
Stellen mij voor de lasteraren
 
Die schier als duivelen in d'hel
 
Rond onzen Zaligmaker waren
 
Wanneer hij werd gevangen.
 
De vier vrouwen bekend
 
Toonen mij naar verlangen
 
Hoe ieder element
 
Water, lucht, vuur en wind
 
Mij houden in het leven
 
't Geen ik beken (bis)
 
En mijnen Schepper dankbaar ben.
 
 
 
De vier heeren en hazen schoon
 
Toonen mij 't heilig kruis verheven,
 
Waaraan Christus, Gods eenig Zoon
 
Zijn leven kwam ten beste geven,
 
Het kruis dat heeft vier hoeken
 
Waarvoor schrikt 't helsch gespuis.
 
De klavers door te zoeken
 
Daar zie ik weer het kruis.
 
Als ik de pijkens zie
 
Dan denk ik op de lancie
 
Waarmeê gewis (bis)
 
Jesus zijde doorstoken is.
 
 
 
In het bezien van d'herte-kaart
 
Beschouw ik Jesus vlammend herte
 
Die zijne kerk bemint, bewaart
 
En haar vertroost in druk en smerte.
 
De koekens waard bepereld
 
Beschouw ik in 't gemoed
 
Hoe Jezus voor de wereld
 
Vergoten heeft zijn bloed
[pagina 80]
[p. 80]
 
Om ons te zuiveren
 
En te wasschen van zonden
 
Om ons gelijk (bis)
 
Te brengen in zijns Vaders rijk.
 
 
 
De kaarten van geheel het spel
 
Tot twee-en-vijftig wel bekeken
 
Er zijn in 't jaar, bevat mij wel
 
Juist ook twee-en-vijftig weken,
 
'k Kan twaalf kaarten tellen
 
Beschilderd grof en fijn
 
Dit kan mij voren stellen
 
Hoe er in g'heel 't jaar zijn
 
Juist twaalf maanden te zaam
 
Zoo kan de kaart mij dienen
 
Voor almanak (bis)
 
Voor bijbel en kerkboek in 't zak.
 
 
 
Den Majoor zeide heel voldaan:
 
Zoo een kaartspel moet men bekronen,
 
Hij liet den soldaat henen gaan
 
En kwam hem altijd liefde toonen.
 
Dus al wie 't kaartspel eeren
 
Volgt dezen soldaat naar
 
Wilt ware vreugde leeren
 
Laat uw boos leven daar.
 
Dit geestelijk kaartspel
 
Leert aan ons mediteeren
 
Bij wijlen tijd (bis)
 
Op 't geen ons dient ter zaligheid.

Het is blijkbaar volgens die lezing dat men het liedje vroeger zong te Aarschot en te Alsemberg waar E.H. Jan Bols het uit den volksmond heeft opgeteekendGa naar voetnoot(1). De afwijkingen van 't gezongene zijn maar bijkomstig en door de mondelingsche overlevering best uit te leggen.

Het ‘Christelyk en Stichtbaer Liedeken van het

[pagina 81]
[p. 81]

natuerlyk Kaertenspel’, onlangs in Oostvlaamsche Zanten V, 1930, bl. 98-104 medegedeeld, bezingt dezelfde geschiedenis doch in een heel verschillenden opstel, 't Komt ook van een liedjeszangerspapier, zonder drukkersnaam weliswaar, doch door den drukker Van den Broeck-Jacobs van Aalst aan onzen vriend Heer F. Van Es geschonken. Zou dit blaadje niet voortkomen uit dezelfde drukkerij als 't onze?

Over hetzelfde onderwerp zijn er vertellingen bekend in bijna al de landen van EuropaGa naar voetnoot(1). Ook in een Vlaamsch vertelsel: Van een jongen die zijn Catechismus kendeGa naar voetnoot(2), is de grond en de ontwikkeling van het liedje vrij verwerkt.

E.N.

voetnoot(2)
‘Afgeboekt 3-IV 24’ met al de nauwkeurigheid die hem eigen was.
voetnoot(1)
Boven dit liedje stond er eene teekening: een huis en daarvoren: een voerman met wagen en peerden.
voetnoot(2)
Woorden en zang van dit liedje in de uitgave van A. Lootens en J. Feys. Chants populaires flamands, bl. 193-194 (Brugge, 1879; in de reeks der Annales de la Soc. d'Emulation, XXIX).
voetnoot(1)
't Blaadje drukt: plapen.
voetnoot(1)
J. Bols. Honderd oude Vlaamsche liederen, bl. 109-116 (Namen, 1807).
voetnoot(1)
Em. Van Heurck in Oostvl. Zanten VI, 1931, bl. 52.
voetnoot(2)
Oostvl. Zanten V, 1930, bl. 98-100.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken