Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 37 (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 37
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 37Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 37

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.74 MB)

ebook (4.19 MB)

XML (0.80 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 37

(1931)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Mengelmaren

Een schommeldeuntje.
 
Maantje, maantje Klinkaart,
 
die van hier naar Belle gaat,
 
van Belle ga' naar Nieuwpoort,
 
Wie'n is er daar dood?
 
'n Oud versleten mannetje,
 
't en hadde noch potje, noch pannetje,
 
't en koste zijn brood niet dragen,
 
't smeet het op meulnaars wagen,
 
Meulenaars wagen liep in den dijk,
 
en 't mannetje was zijn broodje kwijt.

geh. Poperinghe

 

Ons deuntje verschilt hier en daar met een vroegere afboekinge in Biekorf I, 1890, bl. 271, ook afgeluisterd te Poperinghe.

Werkbie.



illustratie

 
Piepaljoentje,
 
tiderideroentje,
 
oksje bloksje

vliegt op Onzen Lieven Heere zijn keerseboom. Oostende.

 
Al die willen varen
 
moeten mannen-met-baarden zijn:
 
Pier, Jan en Kenee
 
hadden elk 'nen baard en ze vaarden mee!

- Gehoord in Kongo van Vlaamsche zeelieden, die 't gehoord hadden van een oude tante uit Oostende.

 

- Troost-je, Madame! achter ons ('k peisde al: ‘vergaat de wereld!’ - neen:) achter ons zijn 't allemaal krullekoppen!

Gehoord van een Thieltenaar. - Alleszins geen kongoleesche spreuke, want hier heeft die voorspelling geen zin!

(Gezonden uit Mayumbe, Kongo).

L.B.

[pagina 350]
[p. 350]

Zantekoorn uit Wingene

De jonge vruchten 'n zijn niet gestruikt van de jare: ze zullen opgaan pijleken een.

 

Passekommers: dat zijn koopen, in venditie, die wel te passe komen.

 

Optuiten d.i. opruien, iemand opmaken:

- Hij heeft hem weere laten optuiten, 't zal er gaan stuiven.

 

Uitspelen. - Die eerappels geven veel beklijf, als ze goed uitspelen.

 

Wegloopers zijn plaatseverkoopers! zooals 't fr.: Qui va à la chasse perd sa place.

 

Een dobbelzegger is een met een dubbele tonge, een leugenaar.

 

Tunnezaad en tweede smete van lijnzaad gezeid. Het eerste zaad is tunnezaad [dat in tonnen toekomt, uit Rusland] en 't zaad uit dat eerste is tweede smete.

 

- O Jongen! zei me een oude wagemaker, als ik 'ne schoonen boom in de oogen krijge, 'k sta der vooren geplant lijk e' licht in den nacht!

 

- 't Papier is gewillig! zei ik tegen iemand.

- Ja 't! zei hij: en de schilder is ne zot:

hij schildert duivel en God

uit ééne pot!

 

- 'k Hebbe dien jongen alle stappe hier voorbij zien gezwaaid komen naar dat meiske toe (om te vrijen). - Vgl. Zwieren en zwaaien, fr. rouler et nocer (Vercoullie).

 

Een gelukzakkege. - Ze slacht van heur moeie: ze zou de kost vinden op 'n drooge wulge!

[... en een gelukzak! - Dat hij in zijn hand sch..., 't ware een pannekoeke! geh. Brugge-B].

H.P.



illustratie

[pagina 351]
[p. 351]

Dieveweere.

Hooren vertellen te Heestert in Juli laatstleden:

Moedertje zei tot zijn zoons die een rooftocht te nachte voorbereidden: ‘God verleene u ne schuien [schuwen] nacht en donker weere!’ - gelijk om de meehulpe van God te bekomen, wind en helledonkerte, over een doodgewone onderneminge.

Dr. P.D.D.

 

- Drie kluiten, twee dikke! zongen ze vroeger te Heule, al trekken aan ‘'t vliegende’ van 't getouwe.

Vgl. een ander: Tomflikke - tierlikke, dat daarmee rijmt, hierboven bl. 64.

D.C.

 

In den zomer mag het alle dage een keer regenen en de' zundag twee keers!

Veld, Ruysselede.



illustratie

Zilveren peerdijzers.

Een smid van Wanneghem (bij Oudenaarde) vertelde - 't is wel vijftig jaar geleden - dat hij naar Oyghem ging om de peerden van den heere de Lens aldaar te beslaan met zilveren ijzers.

geh. te Ursel

E.N.



illustratie

Schaaprood - Roônbol.

- De muur gewit in geluwen oker, met striepen getrokken in schaaprood: dat was de oude maniere.

Schaaprood dus: het rood waarmede ze de schapen teekenen.

De roônbol is het rood bolde-stuk krijt om de molenzeilen te varwen en de schapen en de zwijns te merken.

Becelaere

[L.D.W.].



illustratie

De reê doen

Met de dekhengsten rondrijden van de eene hofstede naar de andere, dat heet: de reê doen. - Die twee hingsteboeren werken in accoord: den eenen doet de reê in 't noorden, den anderen al den kant van Oelem (Oedelem).

De reê is eigenlijk de tijd, het seizoen - van te Maarte tot Sint-Pietersdag - van dat rondrijden (Vgl. Loquela).

Uitkerke

H.F.

[pagina 352]
[p. 352]

Vragen en antwoorden

Klinkaert. - Klinkaert in den zin van drinkglas, waarnaar hierboven bl 288 gevraagd wordt, en heb ik welis waar nooit gehoord. Wel spreekt men hier - en Gezelle ook - van den glazenen handboom voor het pinteglas

En in dien zin hebbe ik hier over jaren, bij de viering om een nieuw-aangeleiden ‘gravier’ of grintweg, volgend opschrift gelezen op een gepinten wagen:

 
Wij hebben gewrocht door dik en door din
 
om een baantje te leggen naar uwen zin;
 
nu gaan wij op uw gezondheid drinken
 
en met den glazenen handboom klinken!

Wingene

H.P.

 

Appels van S Jacob. - Sint Christoffel zal 't wel moeten laten liggen voor die appels, zooals J.D.H. van Uden hierboven, bl. 224, aangewezen heeft. Hiertoe nog wat koorn op den molen.

Te Lippertsreute in het Salemer dal bij Ueberlingen (op het meer van Konstanz, Baden) worden de vroege appelsoorten Jakobler genoemd, naar den tijd der rijpheid: Sint Jacobsdag (25 Juli).

Zoo worden ook de vroege peren Magdalenenbirnen genoemd naar Sint Magdalena (22 Juli).

Volgens een opstel van Arthur Weber in de Schriften des Vereines für Geschichte des Bodensees und seiner Umgebung, 58. Heft, 1930, bl. 230 (uitgegeven te Friedrichshafen).

V.

 

Verlang van leven. - ‘Je gaat een jaar langer leven!’ geh. Oostende.

Wanneer zeggen ze dat weer?... 't Is maar een spreuke, maar zit er daar geen oud bijgeloof achter?

L.B.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken