Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 38 (1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 38
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 38Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 38

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.41 MB)

ebook (4.14 MB)

XML (0.79 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 38

(1932)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 21]
[p. 21]


illustratie

Mèteren

IK weet het nog goed, van als ik jongen was en nog naar 't schole liep: iedereen die wilde jongen zijn, moest kunnen mèteren (ook mètteren: de è uitgesproken als in fr. main). En dan kwamen we af naar 't schole met in onze beurze die afhing tot op de knien: ons mèterstik.

Een Mèterstik was een zwaar dingen, in lood was het, en soms, bij de groote, woeg het wel een halven kilo. Men giet ze gewoonlijk in 't gat van een blinkdooze, die men dan afpeelt, of simpelweg er aan laat tegen de slete.

Om 't spel te maken trok men eerst een lange schreve: van daar bachten moest men smijten; drie vier stappen verder een tweede schreve: dat was de Blauwvoet (uitspr. blaawvoet), en dan nog vier stappen verder een vierkant van zoo een veertig cm. op veertig: dat is het Kot, en daarin staat de Ko (meestal een bollebijn of zooiets) en 't is den dezen die omme moet.

Als 't spel getrokken is, kan men beginnen: maar eerst moet men kampen om te weten wie de Koboer moet zijn. De koboer, ziet ge, moet voor de ko zorgen en ook wel voor zijn eigen zelven.

Een voor een smeten de reste van op de schreve nu naar de ko, maar als er een stik in 't kot bleef liggen, greep de koboer het vast en draaide 't onder de ko. De jongens nu wiens stik niet in 't kot gerochte, moesten zien met hun stik bachten de schreve te komen, om hun maten te verlossen wiens stik onder de ko lag. Maar dààr geraken ging niet zoo gemakkelijk, want ook hierin heeft de koboer iets te zeggen: degene die hij kan er aan slaan als hij voor de schreve zijn stik vasthoudt, moet op zijn toer koboer zijn. Zelfs als iemands stik over de blauwvoet ligt, hij moet het nog niet vast hebben, dan kan hij er ook aan geslegen worden.

[pagina 22]
[p. 22]

Als iemand nu de ko treft, en deze omverre valt, of ver weg gesmeten wordt, dan kan de koboer niemand er aan slaan, en als er nog een stik onder ligt, dan moet men het rap-rap weg pakken en zien dat men achter de schreve is voordat de ko weer op zijn plaatse staat. En zoo gaat dat spel voort, zoo lange als men maar wil en 'k heb er altijd veel plezier aan beleefd...

Nu nog wordt het mèterspel, meest aan den winterkant, gespeeld door de schooljongens van Loo, tenzij als de meester het verbiedt.

Edw. V.

 

Mèteren wordt, onder andere namen en met veel afwisselende doening, gespeeld over heel 't Vlaamsche land. Ons spel van Loo wijkt fel af van het Teppekeschieten door De Cock-Teirlinck beschreven in Kinderspel en Kinderlust, III, bl. 77 vlg.

De Bo vermeldt: Mèteren = korkje schieten; Jouer au bouchon. Hij stelt het spel nevens andere gelijkende werpspelen zonder ze klaar uit elkaar te houden. Aldus staan nevenseen onder Bijzekauwen = Bijzekauw smijten, den bijs smijten, metteren, kork schieten, kalle schieten. Bijzekauwen is: Een spel waarbij men, met een stuk geld of metalen schijf, tracht een kork (bijs of bies) en de centen die er op liggen, om te werpen.

Nader tot ons metteren van Loo staat het Papboeren door De Bo als volgt beschreven: Een spel bij 't welk men een kork, den Bijs genaamd, tracht omver te werpen terwijl een ander, die Bijzewachter of Papboer heet, den omgeworpen bijs telkens weer rechtstelt, en zich spoedt om daarna dezen, die den bijs ommesmeet, te kunnen grijpen eer hij zijn werpschijf weer opraapt; lukt hij hierin, dan moet deze den bijs wachten in plaats van den eersten.

Wie laat er weten hoe 't spel nog wordt gespeeld, elders en anders?

B.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken