Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 38 (1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 38
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 38Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 38

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.41 MB)

ebook (4.14 MB)

XML (0.79 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 38

(1932)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 312]
[p. 312]


illustratie

Van een betooverd zwijn.

ER is hier bij een kleingebruiker onlangs een aardig geval geweest, dat we wel in de reke van de toovergebeurtenissen kunnen zetten.

Het voorval is zoo eigenaardig en zoo treffend dat ik het aan de lezers van Biekorf wil mededeelen, die hier af en toe al eens over betoovering en onttoovering gelezen hebben, zooveel te meer dat het volgende nu gebeurd is in onzen zoo verlichten tijd...

Z'hadden te Fluptje D...'s een schoone zwijnemoere, de hoop van hun jaarlijksche zwijnenfamilie en van een welvoorziene geldbeurs. Z'hadden al eenige keeren bemerkt dat het beest niet meer rustig was in het bilkje dat bij huis en koten lag, niet meer at en maar altijd aan zijn kotdeure stond te klagen als vroeg het om binnengelaten te worden. Dat verergde van dag tot dag, bij zooverre dat op een zekeren keer het zwijn aan geen kanten uit zijn kot wilde komen; ze moesten het met drie, vieren eruit jagen.

Maar, menschen! nu was 't een schrikkelijk affaire in dat weitje. Het zwijn, pas buiten, stormde den bilk in, rond, door, weg en weere met zulk geloop dat ge 't van een zwijn niet zoudt kunnen gelooven dat 't zoo zeere kan loopen. En schreeuwen! schreeuwen! gelijk een zwijn doet als 't gekeeld wordt.

't En duurde niet lang of het beest was afgemat en wilde maar altijd binnen. De menschen die erop stonden te kijken, zaten er geweldig mee in, zetten de deur open en 't arme beest vluchtte binnen en viel afgebeuld op den vloer en lag nog lange te jaagbalgen.

Nog verscheidene keeren hebben ze het beest buitengehaald met veel moeite, doch telkens herbegon hetzelfde spel, maar ze lieten 't zooverre niet meer komen...

Wat mocht dat toch zijn? Als 't alzoo aan 't loopen was, zou men gezegd hebben dat het achtervolgd was,

[pagina 313]
[p. 313]

geslegen op het achterlijf, dat het altijd maar in-en-neere-trok, en telkens dat er alzoo lijk een slag of een steke misschien op gegeven wierd, een pijnlijken schreeuw uitsmeet. Dat kon niet anders zijn of de beeste was betooverd, achtervolgd door een onzichtbaar wezen: een duivel, of een tooveresse, of... wie weet?

Fluptje en Wantje zaten er jammerlijk mee in: hun beestje at niet meer en ging zienderoogen achteruit. Eindelijk, zonder aan iemand iets te zeggen, ging het oud vrouwtje het geval vertellen aan een der geestelijken van de prochie. Deze vond het geval zeer vreemd en kwam maar seffens mee om te probeeren daar een einde aan te stellen.

Heel het doeningske werd belezen; binnen en buiten met wijwater besprenkeld en vooral het beest zelf en het kot en het weitje op een bijzondere manier gezegend. En de priester deed dat met veel godsvrucht en had zijn roket en zijn stool aan!... Onze boertjes werden tot betrouwen opgewekt, gevraagd nog een tijdeken te bidden en het dier gerust te laten totdat het vanzelf zijn kot zou verlaten.

En waarlijk, den volgenden dag was het zwijn geheel gesust: het at weere en stak snuivend zijn wroete buiten de openstaande deur. Daags nadien risschierde het een stap buiten, kwam in den bilk waar het nog niet geheel op zijn gemak was eerst, maar allengerhand verstoutte... Na eenige dagen was alles weer in den haak; de brave boertjes waren gerust en kregen na een paar weken een heel nest kloeke en gezonde viggentjes.

Is dat nu niet aardig geweest? Niemand weet hoe dat alles gekomen is; maar allen weten en gelooven dat 't verdwenen is door geestelijke macht.

Ik herhaal het: dat is alles de zuivere waarheid; die 't niet en gelooft mag het komen vragen aan iemand die 't gezien en gehoord heeft, n.l. aan

 

B.D.L.

(die op Biekorf goed gekend is).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken