Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 38 (1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 38
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 38Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 38

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.41 MB)

ebook (4.14 MB)

XML (0.79 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 38

(1932)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 314]
[p. 314]


illustratie

Uit den ouden taalschat.

Crinckele - Winckelende.

Guido Gezelle hield van die teekenende en klinkende zegswijze. Reeds in zijn Dichtoefeningen spreekt hij het Schrijverke aan: O krinklende winklende waterding, en later in Gedichten, Gezangen en Gebeden duikt het rijmende dubbelwoord weer op in het stuk Hoort hoe die twee waterleikes... [loopen]... krinkele winkele weg. De zegswijze krinkelewinkel of krinkeldewinkel is nog mondgemeen in West-Vlaanderen en eldersGa naar voetnoot(1). Van die levende bijwoordelijke uitdrukking heeft Gezelle een dubbel deelwoord gemaakt in zijn Schrijverke. Hij ging daarin verder dan de oudere schrijvers, die de uitdrukking als een geheel beschouwden en vervoegden. Aldus schrijft W. Ogier (†1689): krinkele-winkelenGa naar voetnoot(2) en vóór hem vinden we het deelwoord in den Christelijcken Bie-corf (Antwerpen, 1600) van Jan David. Gezelle's geliefde volksschrijverspreekt daar (bl. 410) van ‘mugghen, crinckele-winckelende, ende schermende d'een deur d'andere...’

De Bo zet nevens Krinkelwinkelde den uitleg: Krom en slom, in bochten en krullen. De taalveerdige P. David gebruikt die zegswijze in dien eigen zin, waar hij (in het a.w. bl. 417) de zwaluwe beschrijft. ‘Alleen de swaluwe onder alle ghevogelte, vliecht zoo erom en slom, corte keeren, met een dapper rappicheytmakende, herwaerts ende derwaerts schietende, als eenen pijl uut den boghe in de snellicheyt, ende als een griecx vier, inden keer en spronc, over alle zijden.’

A.V.

voetnoot(1)
Zie de aanteekeningen van J. Craeynest in zijn Woordkunst van Guido Gezelle, bl. 39 (Brugge, 1904).
voetnoot(2)
GG.'s Dichtoefeningen, bl. 46 der Jubileumuitgave.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken