Toponymica uit de kuststreek
(Vervolg van 1954, blz. 279)
Klemskerke. De traditionele verklaring van deze dorpsnaam is Clemenskerke, kerke van Clemens (= Sint Willebrord). Is dit wel juist? Er zijn zo weinig traditionele, gangbare etymologieën die aan de scherpe kritiek van de wetenschap weerstaan. Van oudsher luidt deze naam Clemskerke, Clemeskerke, met als meest waarschijnlijke oudste vorm Kleemskerke (11-12e E.). Het lijdt geen twijfel dat het eerste lid een persoonsnaam is: Kerke van Kleem, Kleme.
Wij betwijfelen ten zeerste of daarmee Sint Clemens bedoeld is. Moest dit waar zijn, dan zouden de verlatijnste middeleeuwse vormen of de Latijnse vertalingen wel de naam Clemens bevatten. Welnu, nooit treffen wij een spoor van Clemens aan. Nergens komt zo iets als ‘Sancti Clementis ecclesia’ voor. Dit kan geen toeval zijn. Daarom menen wij dat ook in Klemskerke, zoals in zoveel ander kerke-namen van het kustland, niet de naam van de patroonheilige maar van een wereldlijk persoon schuilt.
In dit geval dus een zekere Kleme. Of dit nu de volkse vorm van de Latijnse mannennaam Clemens of de vervorming van een oude Germaanse naam is, moeten de anthroponymisten uitmaken. Dit zal wel niet zo moeilijk zijn, maar wij wagen ons niet graag op dit terrein, Sutor ne ultra crepidam!
Zuienkerke. Laten wij nog eens op deze naam terugkomen. Verscheidene verklaringen werden voorgesteld.
1. Zuidenkerke, kerk in 't Zuiden. Dit houdt geen ogenblik steek, ook niet als volksetymologie. Het zou dan Zuidkerke zijn en de oudste vorm Suwenkerke heeft met Zuid niets te maken.
2. Zuwekerke of Zouwkerke: zuwe, zouw = sloot, ader in de polders (??). Volkomen in tegenstrijd met de oude vorm Suwenkerke en de huidige volksnaam Zoungkerke (uit Zouwenof Zuwenkerke).
3. Suwinkerke = kerke van Suwe (persoonsnaam). Wij twijfelen niet aan deze etymologie. Ten eerste past zij volkomen in het kader van al de analoge namen uit het kustland. Ten tweede geeft zij volkomen rekenschap van alle oude en nieuwe vormen. De vorm Zuienkerke zelf is een ‘geleerde’ schrijfwijze. Betreffende Suwe schrijft ons dhr. O. Leys van het Instituut voor Naamkunde te Leuven: