Keppenamen
We weten dat de pastoors soms verveeld zitten met de namen van dopelingen, en zich afvragen wie de patroonheilige is van sommige kinderen die een van die moderne namen krijgen.
Blijkens een nota, die ik vond in 't Archief van het Bisdom Brugge, zat Pastoor L. Slosse er ook al mee verveeld, en ging te rade bij Guido Gezelle, zoals hij zelf schrijft:
‘Wegens Nelly is mijn gewoone vertaaltier Mr. Gezelle. Hij verklaart dat de uitlandsche keppenamen zeer willekeurig zijn. Zoo zegt hij van Fanny, dat het eene engelsche Francisca is, en anderen houden het voor Stephanie. Nelly kan waar zijn voor Ellen en voor Pieternelle, wist lijk bij de Vlamingen Lietje geldt voor Rosalia en Julia. Hier hebt gij Frettie voor Alfred en Frederik; Sie voor Lucia en Eudoxia, enz.’.
d.t.v.b.
Op de vraag in Biekorf 1964, 96. - De vleivorm van Dominique is Niekske te Gullegem.
g.p.
De vleivorm voor Alfred is gewoonlijk Alf in Engeland; ik ken echter twee Vlaamse Freddy's die als Alfred gedoopt zijn. In Engeland is Fred en Freddy de vleivorm voor Frederick.
De meisjesnaam Petronella (Peronel, Pernel, Parnel) heeft in Engeland reeds in de 14e eeuw een pejoratieve betekenis gekregen en is gezonken. Bij ons heeft Pieternelle zich lang (tot in de 18e eeuw) eervol gehandhaafd als een vrouwelijke tegenhanger van Petrus - Pieter.
e.n.