Zwitser en Spanjaard
Wanneer zijn de eerste Zwitserse patissiers (confiseurs) alhier aangekomen? Zo vraagt een lezer in Biekorf 1964,160. Met ‘alhier’ is blijkbaar Brugge en Gent gemeend, en daarover kan ik niets meedelen. Voor verder onderzoek kan echter het volgende nuttig zijn.
Te Douai vestigde zich in 1788 een Zwitserse patissier met name Gadmer; in de omgang werd hij met geen andere naam genoemd dan ‘le suisse’. Naar de patissier gaan was ‘aller chez le suisse’. Het huis Gadmer bestond nog in 1860 (en waarschijnlijk heden nog?). Ook te Bergen (Mons) in Henegouwen sprak men van ‘aller chez le suisse’, hetgeen ook wijst op de vestiging van een Zwitserse patissier. (H.R. Duthilloeul, Douai ancien et nouveau 15; Douai 1860. - L. Vermesse. Dictionnaire du patois de la Flandre Française, s.v. suisse; Douai 1867).
Een gelijkaardig geval is ‘de Spanjaard’ in de volksmond, nu nog bekend te Brugge (in de Vlamingstraat) en te Kortrijk (Leiestraat, daarna Rijselstraat). Die Spanjaards openden omstreeks 1900 in de genoemde steden een winkel van zuidvruchten. Men ging (gaat) sinaasappelen e.a. kopen ‘naar de Spanjaards’.
v.d.