Dit bewijst dat de Gistelse zusters bij hun vlucht voor de Geuzen in 1578 het handschrift konden meenemen naar Brugge, waar het een eeuw later nog altijd tot het abdijbezit hoorde.
Op folio 1r staat nog een derde naam van een zuster vermeld: de doyes. Zuster Maria de Doyes deed professie in de handen van abdis Godelieve Payers, in 1541. In de rekeningenboeken van 1572 schrijft men: ‘Marie de Doyes saligher memorie’.
Op f. 106v staat nog een rekeninguittreksel dat interessant genoeg is om overgeschreven te worden. Men leest er: ‘Zuster Franzyn heeft om my hutteghegeven vii stuwers om galeyers, een stuver om beeldekyns, iiii haespen purpe gout, iiii tynnen leepelkens iii stuvers, een haelf duust spellen ii stuvers, iii dust paerlen vii grote, een vierendeel ghistels say, iiii haespen vlaems selver, fyn pelerine voox...’. Mogelijks is met Zuster Franzyne de Gistelse moniale Fransyne Clays bedoeld, die op 14 september 1544 geprofest werd.
De aanwezigheid van de zeldzame Middelnederlandse vertaling uit het bekende werk van Ludolf de Kartuizer, doet herinneren aan de goede relaties die de Godelieveabdij onderhield met de Kartuize Genadedal te Sint-Kruis. De 26e april 1529 sluiten de zusters een gebedsvereniging met de Kartuizers. De prior van Genadedal, Jan Mestdagh, had een nicht in de St. Godelieveabdij, zuster Barbara Mestdagh, die in 1538 reeds overleden was. In 1534 noteert abdis Margriet van der Beke in haar rekeningboek: ‘Geschonken ter timmeragie van mijnheer den prioor van de sartreusen te Brugghe, heer Jan Mestdagh, van een veynster met haer toebehoorten, 36 p. gr.’.
Het handschrift opent met een Middelnederlandse vertaling van Benediktus' Regel. Het lijkt niet onmogelijk dat dit de vertaling is van de Benediktijn Arnout Goethals, uit Sint-Andries, die door abdis Godelieve Payers in 1547 een som van 12 pond grooten uitbetaald wordt om de Regel van Benediktus ‘buyten Latyne in Vlaemsche te stellen’.
Dit kostbare kleine handschrift (10,2 x 14 cm, 106 folio's) werpt weer wat licht op de gezonde spiritualiteit van de Sint-Godelieveabdij, die het Benediktijns erfgoed met trouwe liefde wist te bewaren.
A. Hoste