Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Die eerste Bliscap van Maria (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van Die eerste Bliscap van Maria
Afbeelding van Die eerste Bliscap van MariaToon afbeelding van titelpagina van Die eerste Bliscap van Maria

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.20 MB)

Scans (10.71 MB)

XML (0.50 MB)

tekstbestand






Editeur

W.L. de Vreese



Genre

drama

Subgenre

sinnespel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Die eerste Bliscap van Maria

(1931)–Anoniem Bliscapen van Maria–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 143]
[p. 143]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

Bijlage IV
Uittreksel uit een Dietsche vertaling der ‘Legenda Aurea’ van Jacobus de Voragine. Zie de Inleiding blz. XXIX.

Vander Gheboorten onser vrouwenGa naar margenoot+

 

1Also Jeronimus scrijft in ene prologhe, so las hi in een boecs-2ken, doe hi een jonghelinc was, de historie van onser vrouwen 3gheboorten ende na vele tijtsGa naar voetnoot1) so wert hemGa naar voetnoot2) ghebeden dat hise 4screve also hise ghelesen hadde.

5¶Joachim was ute galilea vander stat nazareth ende hi nam 6te wive annen, die van bethleem was. Si waren beide ghe||rech-7techGa naar margenoot+ ende si hilden alle de ghebode ons heren sonder enech be-8grijp, ende si deilden hare goet in .iij. Want deen deel gaven si 9inden tempel den ghenen die daer in dienden. Dander deel gaven 10si den armen ende den pelgrimen, ende dat derde deel hilden si te 11haerre nootdorst. Ende dus leefden si .xx. jaer ende en consten 12negheen kint ghecrighen. Maer doe beloofden si gode, waert dat 13hi henGa naar voetnoot3) een kint verleende, dat sijt te sinen dienste gheven sou-14den. Ende om dat si om dese sake alle jare inden .iij. sonderlin-15ghen feesten te Jherusalem ghinghen, so ghevielt dat Joachim in-16de feeste vander wihinghen met sinen maghen te Jherusalem 17ghinc. Ende doe hi metten anderen ten outare ghinc ende wilde 18sine offerande offeren ende hemGa naar voetnoot2) de pape sach, so stac hine on-19weerdeleec achterweert ende versprackenne toe dat hi ten outare 20gods dorste comen ende seide, dat het niet tameleec en ware dat 21een, die onder de vermalendijtheit der wet ware, gode offeren 22soude dofferande der wet, ende dat donvruchtbare onder de 23vruchtbaere ghestaen soude ende die den tempel gods niet ghe-24meerrent en hadde. Doe Joachim sach dat hem dese scamenesse 25ghedaen was, so en wilde hi van scanden niet weder thuus keren,

[pagina 144]
[p. 144]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

26om dat hi van sinen maghen hier af negheen verwijt horen en 27soude. Dus ghinc hi in een side te sinen herden weert. Ende doe hi 28Ga naar margenoot+ daer || een stucke gheweest hadde, so oppenbaerde hemGa naar voetnoot1), daer 29hi allene was, op enenGa naar voetnoot2) dach een inghel met groter claerheit. 30Ende om dat hi vervaert was so seide hemGa naar voetnoot1) dinghel: ‘En ont-31sich di niet, Joachim. Ic ben een inghel gods, die tote di ben ghe-32sonden, dat ic di segghen soude dat dine bedinghen sijn ghehoort 33ende dat dine aelmoesenen voor gods anscouwenne comen sijn, 34ende ic hebbe ghesien ende ghehoort den lachter ende de scande 35van ondrachtecheiden dien di verweten was. Want god es wre-36kere der sonden ende niet der naturen. Ende hieromme als hi 37yemans lichame slut, dat doet hi ondertiden om dat hine met 38meerren wondere ontsluten wilt. Ende oec om dat men weten sal 39dat dat, datter gheboren wert, der oncuuscheit niet toe en be-40hoort, maer dat het van gods gaven es. Dierste moeder van 41uwen gheslechte, Sara, en ghedoghede si niet den lachter van 42ondrachtecheiden tote .xc. jaren? nochtan ghebaerde si Ysaac, 43dien de benedixie van allen volke belooft was. En was Rachel 44niet langhe ondrachtech? nochtan wan si Joseph, die here van 45Egipten was. Wie es oft was sterckere dan Sampsoen, oft heile-46gher dan Samuel? nochtan hadden si beide ondrachteghe moe-47dere. Hier bi so ghelooft bi redenen ende bi exemplen dat won-48derlekere pleghen te sine de drachte die langhe over ghedraghen 49Ga naar margenoot+ werden ende oec die ondrachtech sijn, dan || dandere die niet 50overghedragenGa naar voetnoot3) en werden noch oec ondrachtech en sijn. Hier 51bi sal di Anna, dijn wijf, ghebaren een dochter, ende du seltse 52heeten Maria. Dese sal van haerre kintscheit den here ghehei-53lecht werden ende in haerre moeder buc sal si werden vervult van-54den heileghen gheest. Ende si en sal buten niet sijn onder tfolc, 55maer si sal sijn binnen inden tempel, also dat van hare niemen 56negheen quaet en sal moghen peysen. Ende also si gheboren wer-57den sal van ener ondrachtegher moeder, also wonderleec sal van 58hare werden de gods sone gheboren, ende sijn name sal sijn Jhe-59sus, ende van hem sal allen menschen salecheit comen. Ende dit 60sal di een teken sijn: Als du comen sels te JherosolimaGa naar voetnoot4) ter gul-

[pagina 145]
[p. 145]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

61denre porten, so sal di Anna, dijn wijf, te ghemoete comen, die nu 62droeve es dattu so langhe merres. Ende dan alsi di sien sal, salsi 63verbliden.’ Doe hemGa naar voetnoot1) dit dinghel gheseit hadde, so voer hi van 64hemGa naar voetnoot1). Ende die selve inghel voer tote Annen, die in groter be-65drueftheit was, om dat si niet en wiste waer haer man ghegaen 66was, ende oppenbaerde hare ende seide hare tselve dat hi haren 67man gheseit hadde, ende hi hiet hare dat si te enen tekenne 68ghinghe te Jherusalem ter guldenre porten. Want daer soude si 69haren man ontmoeten. Ende dus onmoetten si deen dander, also 70henGa naar voetnoot2) dinghel gheseit hadde, || ende si worden verblijdt deen van-71denGa naar margenoot+ anderen. Ende si waren seker vanden kinde dat hemGa naar voetnoot1) be-72looft was, ende si anbeedden onsen here ende ghinghen thuus-73weert blideleec, ende verbeidden der beloften gods. Ende Anna 74ontfinc ende ghebaerde een dochter ende hietse Maria. Ende doe 75si .iij. jaer out was ende si ghespaent was vanden melke, daden 76sise inden tempel gods met ghichten. Ende beneden anden tem-77pel waren .xv. trappen, daer men op ghinc. Want om dat deseGa naar voetnoot3) 78tempel op enen berch stont, so en mochtmen niet gaen toten au-79tare des holocausts, die buten stont, sonder op trappen te gane. 80Ende Maria ghinc dese trappen op van beneden allene, sonder 81yemans helpe, als ofte si haer outheit al ghehadt hadde. Doe si 82hare offerande voldaen hadden, so lieten si dese maghet metten 83anderen magheden inden tempel ende ghinghen thuusweert. En-84de onse vrouwe hadde daghelec voortganc in alre heilecheit, ende 85si wert dagheleec ghevisenteert vanden inghelen ende was ghe-86brukende daghelecs godlecs visioens.

87Jeronimus seit tote Cromacium ende Heliodorum dat onse 88vrouwe haer selven dese regule gheset hadde: dat si vanGa naar voetnoot4) tsmer-89ghens tote tierstide in bedinghen was, ende van tierstijt toter 90noenen so wracht si, ende vander noenen || voort so en hilt si nietGa naar margenoot+ 91op van bedinghen, vore dat hare dinghel oppenbaerde ende hare 92spise brachteGa naar voetnoot5). In haren .xiiii.den jare so gaf de bisscop oppenba-93ren orlof dat de maghede, die men inden tempel leerde ende die 94haren tijt voldaen hadden, dat si thuusweert varen souden ende

[pagina 146]
[p. 146]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

95huweleec doen. Ende doe dandere maghede sijn ghebod daden, 96so andwoordde Maria, dat si dat niet en mochte doen, om datse 97vader ende moeder ghegheven hadden te gods dienste ende om 98dat si oec onsen here suverheit belooft hadde. Doe wert de bis-99scop in anxenen om dat hi wiste dat men belofte niet breken en 100mochte, also ghescreven es: ‘Belooft ende ghelt.’ Ende oec om 101dat hi sinen volke enen nuwen sede opbringhen soude, waert dat 102si daer bleve. Op enen feesteleken dach so hadde hi hier af raet 103metten ouders. Ende si seiden alle datmen in deser twiveleker 104saken gode te rade gaen soude. Ende doe si om dese sake in be-105dinghen waren ende de bisscop gode te rade was ghegaen in den 106tempel, so sprac te hant een stemme vander oratorien, daer sijt 107alle hoorden, ende seide, dat elc manGa naar voetnoot1) van Davids gheslechte, die 108niet ghehuwet en ware, bringhen soude een roede ten outare, en-109de wies roede groeyen soude ende daer de heileghe gheest op co-110men soude inde ghelike eenre duven, also Ysayas voorseide, dat 111Ga naar margenoot+ dit de man ware dien || men dese maghet gheven soude. Ende 112Joseph was dander van Davids huse. Ende desen Joseph dochte 113ontameleec dat een out manGa naar voetnoot2) so teedere een maghet te wive ne-114men soude, ende doe dandere hare roeden droeghen, so en droech 115hi de sine niet. Ende doe daer noch niet en oppenbaerde van dien 116dat god voorseit hadde, so ghinc de bisscop te rade wederGa naar voetnoot3) on-117sen here. Ende onse here andwoordde hemGa naar voetnoot4), dat hi sijn roede 118niet bracht en hadde diemen de maghet gheven soude. Ende doe 119de voorseide Joseph sijn roede brachte, so groeyese te hant een 120bloeme, ende daer op quam de heileghe gheest inde ghedaente 121eenre duven ende satter boven. Ende doe saghen si alle open-122baer dat hi de man was dien men die maghet gheven soude. Doe 123Maria dus te brude ghegheven was Joseph, so ghinc hi in sine stat 124te Bethleem om sijn huus te bereckenne, ende om te voorsiene 125wat ter brulocht nootdorstech sijnGa naar voetnoot5) soude. Maer de maghet Ma-126ria voer met .vij. magheden, die hare ghespelinnen waren die ha-127re de bisscop ghegheven hadde om dit wonder dat vertoghet was, 128te Nazareth in haers vaders huus. In dien daghen so oppenbaerde 129hare dinghel Gabriel, daer si beedde, ende boodscaepte hare dat 130de gods sone van hare gheboren werden soude.

[tekstkritische noot]6 was. 8 begrijp. 9 dienden. 11 nootdorst. 12 ghecrighen. 13 souden. 17 ghinc. 22 wet. 24 hadde.
margenoot+
Hs. bl. 284b.
voetnoot1)
tijts: in het hs. is de -s boven den regel bijgeschreven met een rood verwijzingsteeken.
voetnoot2)
hem in het hs. voluit.
margenoot+
Hs bl. 284c.
voetnoot3)
hen in het hs. voluit.
voetnoot2)
hem in het hs. voluit.
[tekstkritische noot]27 weert. 29 claerheit. 30 dinghel. 31 ioachim. 33 sijn. 35 was. 36 naturen. 38 wilt. 40 es. 43 belooft wasϛ. 45 wasϛ. 47 moedereϛ. 49 sijn. 52 maria. 54 gheest. 54 tfolc. 56 peysen. 59 comen. 60 sijn.
margenoot+
Hs. bl. 284d.
voetnoot1)
hem in het hs. voluit.
voetnoot2)
op enen dach: in het hs. openen met een scheidingsteeken tusschen op en enen
voetnoot1)
hem in het hs. voluit.
margenoot+
Hs. bl. 285a.
voetnoot3)
overghedraghen in het hs. verbeterd uit overdraghen: ghe- is boven den regel bijgeschreven, met een zwart verwijzingsteeken.
voetnoot4)
In het hs. voluit.
[tekstkritische noot]62 merres. 63 verbliden. 64 hem. 67 hadde. 68 porten. 69 ontmoeten. 71 anderen. 72 was. 73 gods. 74 maria. 76 ghichten. 79 gane. 83 thuusweert. 86 visioens. 92 brachte.
voetnoot1)
hem in het hs. voluit.
voetnoot1)
hem in het hs. voluit.
voetnoot2)
hen in het hs. voluit.
margenoot+
Hs. bl. 285b.
voetnoot1)
hem in het hs. voluit.
voetnoot3)
Hs. de te
voetnoot4)
van in het hs. boven den regel alsook in margine met een fijne pen bijgeschreven, telkens met één rood verwijzingsteeken.
margenoot+
Hs. bl. 285c.
voetnoot5)
Opmerkenswaardigerwijze wordt in den brief tot Chromatius en Heliodorus met geen woord van Maria's dagverdeeling gerept.
[tekstkritische noot]95 doen. 98 hadde. 100 es. 100 ghelt. 102 bleve. 103 ouders. 104 soude. 112 huse. 114 soude. 115 niet. 117 here. 118 soude. 120 bloeme. 121 boven. 122 soude. 125 soude. 128 huus. 130 soude.
voetnoot1)
man in het hs. tusschen de regels bijgeschreven met een rood verwijzingsteeken.
margenoot+
Hs. bl. 285d.
voetnoot2)
Hs. outman met een scheidingsteeken tusschen out en man
voetnoot3)
Hs. weder te rade met een aanwijzing dat de woorden moeten omgezet worden.
voetnoot4)
hem in het hs. voluit.
voetnoot5)
Hs. wesen met een aanwijzing dat het moet vervangen worden door sijn dat in margine staat.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken