Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Boekenwereld. Jaargang 3 (1986-1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Boekenwereld. Jaargang 3
Afbeelding van De Boekenwereld. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van De Boekenwereld. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Boekenwereld. Jaargang 3

(1986-1987)– [tijdschrift] Boekenwereld, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Berichten

Huldebandel voor dr. Fokke Veenstra

De neerlandicus P.J. Verkruijsse stelde onlangs in Literatuur de vaag: ‘Festschriften: feest of plaag?’ Een plaag zou het volgens Verkruijsse (kunnen) zijn voor ‘oud-leerlingen, vrienden en collega's’ want die ‘moeten telkens maar weer vóór een bepaalde datum kopij ingeleverd hebben’. Voor de gehuldigde is een Festschrift echter een mooi cadeau, dat bovendien des te meer gewaardeerd zal worden als hij zelf ook regelmatig bijdragen aan dit soort bundels heeft moeten leveren. Maar ook voor de koper kan een Festschrift een genoegen zijn. Naast de bijdragen die op zijn vakgebied liggen en die de reden tot aanschaf zijn, bevatten de meeste bundels namelijk ook een paar bijdragen op heel ander terrein die óók heel lezenswaard zijn, maar die in ander verband niet onder de aandacht gebracht zouden zijn.

Op 29 december zal dr. Fokke Veenstra de tachtigjarige leeftijd bereiken. Ter gelegenheid hiervan zal hem de bundel Eer is het Lof des Deuchts aangeboden worden, over onderwerpen uit het gebied waarop Veenstra zich met liefde en deskundigheid bewogen heeft: de cultuurgeschiedenis van renaissance en classicisme. Naast zuiver letterkundige artikelen bevat deze bundel ook bijdragen over onder andere kunstgeschiedenis en boekwetenschap. Zo gaat dr. H. Pleij nader in op ‘Humanisten en drukpers in het begin van de zestiende eeuw’, behandelt dr. S. Groenveld ‘Octrooien voor boekuitgaven in de zeventiende-eeuwse republiek’, belicht drs. M.S. Geesink ‘Josephus van der Nave, boekverkoper in Amsterdam en Leiden’ en beschrijft drs. H. Duits ‘Een curieus pamflet: Baudartius' Iaer-Clachte over den schreckelijcken moort begaen aan Henricum III (1611)’. Prof. dr. I.M. Veldman onderzoekt ‘De boekillustratie als inspiratiebron voor de Nederlandse prentkunst van de zestiende eeuw’.

De bundel wordt in linnen gebonden en zal ongeveer 256 pagina's bevatten. Uitgever is De Bataafsche Leeuw.

Intekenen is mogelijk tot 1 oktober 1986 door storting van f 39,50 (excl. verzendkosten) op postrekening 3697482 t.n.v. Uitgeverij De Bataafsche Leeuw te Amsterdam. De bundel moet dan tussen 10-19 december 1986 of 5-16 januari 1987 afgehaald worden bij: Instituut voor Neerlandistiek, afd. Documentatie Ned. Letterkunde (kamer 463), Spuistraat 134, Amsterdam; Instituut De Vooys (kamer A 210), Padualaan 14, Utrecht of Faculteit der Letteren der Vrije Universiteit (kamer 10A-18), De Boelelaan 1105, Amsterdam. Op de girooverschrijving vermelden op welk adres u het boek af wilt halen. Toezending kost f 6,50 extra. Vanaf 10 december 1986 zal het boek verkrijgbaar zijn in de erkende boekhandel voor de prijs van f 49,50.

[pagina 32]
[p. 32]

Exlibriscongres

Van 6 tot 9 augustus j.l. werd in Utrecht het eenentwintigste Internationale Exlibriscongres der fisae gehouden. De fisae is de overkoepelende organisatie van nationale exlibrisverenigingen en komt om de twee jaar in een ander land bijeen. Het congresprogramma was, zoals gebruikelijk bij deze congressen, zo opgesteld dat er voor de ruim 250 deelnemers gelegenheid genoeg zou zijn om met elkaar te ruilen, voor velen de belangrijkste drijfveer voor het bezoeken van een dergelijk congres. Daarnaast was er een programma met enkele lezingen en een discussie. De lezingen werden gehouden op 7 augustus. Achtereenvolgens spraken de voorzitter van het congres, prof. dr. Ph. van Praag (over Hebreeuwse teksten op exlibris), drs. R.E.O. Ekkart (over Nederlandse exlibris van voor de Eerste Wereldoorlog) en W.K. de Bruijn, die als secretaris van het congres ook de hoofdmoot van de organisatie op zich had genomen (over numismatische exlibris).

In de 's middags gehouden discussie, met als inleider de graficus Pam Rueter, kwamen problemen van moderne ontwikkelingen in de exlibriskunst aan de orde.

Tijdens het congres waren er diverse tentoonstellingen georganiseerd, met name in de Buurkerk, in het Centraal Museum, in 's Rijks Munt en in het Erasmushuis te Utrecht. Tegelijkertijd was er ook in het Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum in Den Haag een aan exlibris gewijde tentoonstelling.

Exlibris werklijsten van Nederlandse kunstenaars

Een bijzonder onderdeel van de boekenwereld wordt gevormd door het exlibris, een vorm van kleingrafiek die reeds eeuwen bestaat en die in ons land al bijna een eeuw druk wordt verzameld. Duizenden dergelijke eigendomsmerken voor boeken zijn er in ons land gemaakt en nog jaarlijks wordt de produktie aangevuld met zowel voortreffelijke als erbarmelijke nieuwe bladen. Over een aantal exlibriskunstenaars bestaan monografieën, over andere min of meer uitvoerige artikelen, waarin ook lijsten van hun werken op dit gebied zijn opgenomen. Een systematische catalogisering van het werk van Nederlandse exlibriskunstenaars is tot voor kort niet ter hand genomen, een begrijpelijke terughoudendheid, aangezien het einddoel, een volledige inventarisatie van het werk van alle in aanmerking komende kunstenaars, nooit bereikt kan worden.

Enkele jaren geleden heeft de heer W K. de Bruijn uit Utrecht het initiatief genomen werklijsten van exlibriskunstenaars samen te stellen en uit te geven. Hij koos daarbij voor een eenvoudige vorm van uitgave en voor de enige mogelijke aanpak van het geheel, de open vorm, waarbij telkens in een aflevering enkele kunstenaars die in afgeronde vorm kunnen worden gepresenteerd, aan bod komen. Op die manier kan in ieder geval bij een voortgang van de serie een behoorlijk aantal kunstenaars worden opgenomen, terwijl de ‘probleemgevallen’, waarvan de lijsten moeilijk kunnen worden afgerond, vooralsnog op de lange baan kunnen worden geschoven. Verstandig is ook de keuze voor een eenvoudige vorm van vermenigvuldiging, aangezien anders bij de vrij geringe oplage die voor zulke uitgaven mogelijk is, de prijzen per aflevering veel te hoog zouden worden. Alle teksten worden op de schrijfmachine getikt, voorzien van illustraties, en vevolgens op eenvoudige wijze gemultipliceerd. Op die wijze kan de kostprijs binnen de perken worden gehouden.

De Bruijn controleert voor elke kunstenaar de bestanden van de in aanmerking komende openbare en belangrijke particuliere verzamelingen en raadpleegt de literatuur over de kunstenaars; waar mogelijk wordt met de kunstenaar of diens nabestaanden het geheel nog eens gecontroleerd en aangevuld. Hierdoor en door de zorgvuldigheid in de verwerking van het materiaal, waarbij de auteur gelukkig wat uitvoeriger in zijn beschrijvingen is dan in de meeste exlibrisliteratuur gebruikelijk is, vormen de werklijsten een uiterst belangrijke bron voor de bestudering van de reeds behandelde kunstenaars. De afleveringen, waarvan er sinds 1983 vijf verschenen zijn, omvatten gemiddeld vijftig bladzijden en behandelen vier tot zes kunstenaars, waarbij moet worden opgemerkt dat de tot nu toe beschreven oeuvres uiteenlopen van twee tot 177 werken. Alles bijeen zijn nu 246 bladzijden verschenen met de beschrivingen van 944 werken van 25 verschillende kunstenaars uit de periode vanaf de late negentiende eeuw, het begin van de bloeitijd van de exlibriskunst in Nederland.

Wanneer men de behandelde kunstenaars in alfabetische volgorde brengt, krijgt men de volgende lijst (de tussen haakjes geplaatste cijfers geven het aantal gecatalogiseerde bladen aan): F.W.J. Bosen (7), N.J.B. Bulder (177), J.E. van Cleef (33), A.J. Derkinderen (8), J.H. Derkinderen-Besier (2), A. van Dobbenburgh (40), H.M. van Dokkum (25), J.P.J. Franken (30), J.H. Grégoire (2), P. Grégoire (28), Th. van Hoytema (12), J.B. Kamp (10), J. Krug (54), D.G. van Luijn (97), P.C. Mondriaan (2), J.F. Obbes (29), M.S.H. van Oostveen (38), G.M. Pot-van Regteren Altena (80), Ph. van Praag (58), W.C.G. Rueter (66), A.H. Sassen (7), A.H. Schelling (12), J. Spronk (6), H.N. Werkman (24) en F.J. Yserinckhuijsen (97).

Een bonte, maar belangwekkende rij van kunstenaars, die zich met het exlibris hebben bezig gehouden. Deze lijst maakt duidelijk dat de uitgave, waarvan het de bedoeling is dat er twee afleveringen per jaar verschijnen, van belang is voor ieder die zich met grafiek in het algemeen en met exlibris in het bijzonder bezig houdt. De afleveringen kosten, afhankelijk van hun omvang, omstreeks dertig gulden per stuk en zijn te bestellen bij de auteur, W.K. de Bruijn, Lemnosdreef 2, 3562 JK Utrecht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken