De Boekenwereld. Jaargang 3

[p. 33]

Informatie gevraagd

Vermeldingen in deze rubriek zijn kosteloos. Plaatsing geschiedt buiten verantwoordelijkheid van de redactie.

In verband met navorsingen omtrent zijn leven en werken zoek ik publikaties door en over de 18de-eeuwse dichter/glasgraveur Frans Greenwood

F. Smit, 4 Glamis Gardens, Peterborough PE3 6PQ, Engeland

Zoek, voor bibliografische studie, exemplaren van het S. Jansevangelie, een miniatuurboekje hoofdzakelijk gedrukt in de 18de eeuw.

C. Coppens, Handschriften en kostbare werken, Universiteitsbibliotheek, Mgr. Ladeuzeplein 21, 3000 Leuven.

Gezocht in verband met studieobject oude bidprentjes van Brabantse personen (ook met foto's erop).

J.C. Jegerings, Wilgenstraat 4, 5671 AD Nuenen, tel. [phone].

Pieter Boddaert jr (1766-1805)

Werkend aan een studie over Pieter Boddaert jr (1766-1805) vraag ik mij af of er nog aanvullende informatie bekend is bij lezers van dit blad. Niet te verwarren met zijn grootvader Pieter Boddaert de Zeeuwse stichtelijke dichter, of zijn vader Pieter Boddaert (1733-1795) medicus, lector te Utrecht en auteur van enkele geografische en biologische boeken.

‘Mijn’ Pieter studeerde te Utrecht, promoveerde in 1791, zat in 1792 om nog onbekende reden in Utrecht in de gevangenis en verbleef daarna te Amsterdam, waar hij advocaat zou zijn geweest of wellicht boekhouder bij de Admiraliteit.

Hij publiceerde tussen 1788 en 1805 enkele bundeltjes gedichten en enkele (soms vertaalde) toneelstukken. Ook speelde hij zelf toneel, onder meer in het ‘Toneelminnend genootschap Utile et Amusant’ waarover ik verder niets vond. De laatste tien jaar van zijn leven was hij aan de drank en nog slechts bekend door ‘gewaagde’ gedichtjes en geestige ex-temporé's. Hij was bevriend met de dichter Van Laar Mahuet. Na zijn dood verschenen een Levensgeschiedenis en enkele spotschriften. Ook zijn verspreide werk werd in 1805 gebundeld in een Poëtische en prozaïsche portefeuille. Deze Levensgeschiedenis en de Portefeuille werden tot laat in de negentiende eeuw herdrukt. Apocrief zijn waarschijnlijk de bundel erotische gedichten Venus Lusthof (ca. 1870) en het toneelstukje David, dat in het Leidse studentengezelschap Ahasverus een belangrijke rol speelde. (De brochure van Bijleveld hierover is mij bekend.)

Voor aanvullende informatie, brieven, handschriften, personalia, etc. houd ik mij ten zeerste aanbevolen.

A.G. van der Steur, Nieuwe Gracht 17, 2011 NB Haarlem.