traden de leiders terug, dan konden ze hun taak aan anderen overdragen, en zoo kon dan nu de heer H.F.R. Hubrecht een grooten kring van autoriteiten en belangstellenden ontvangen in de vergaderzaal op de tweede verdieping van het geheel vernieuwde gebouw, hun daar een overzicht geven van de langdurige wordingsgeschiedenis, waarbij hij velen noemde die tot de totstandkoming hadden meegewerkt, en hij kon den Burgemeester, den heer Tellegen, uitnoodigen het gebouw aan het Bestuur der Leeszaalvereeniging over te dragen en de Leeszaal en Bibliotheek voor geopend te verklaren.
De Burgemeester voldeed hieraan, na ook van zijn kant eenige punten in de geschiedenis der instelling gereleveerd te hebben, en met de verzekering dat ook voor verdere uitbreiding op alle mogelijke medewerking van het gemeentebestuur kon gerekend worden.
Na hem sprak de heer Van Beresteyn namens de Centrale Vereeniging voor openbare leeszalen een woord van voldoening, en de heer Den Hertog gaf uiting aan de ingenomenheid van het bestuurderopenbare Muziekbibliotheek, die nu ook hier eene blijvende en goede plaats heeft gevonden.
Een rondgang door het gebouwde volgde, waarbij de Directeur Dr. T.P. Sevensma voorging, terwijl zijn adjunct, mej A.C. Gebhard, de heer Stroband en een zestal dames-assistenten eveneens overal aanwijzingen en inlichtingen gaven.
Het is werkelijk een mooi gebouw, dat nu hier ten dienste van het levende publiek wordt gesteld Een van de officieele sprekers wees er niet ten onrechte op, hoe zelfs bij eene totale verbouwing als deze, onze mooie oude patricische huizen, die nu als woningen door velen niet meer gewenscht worden, een indruk geven van schoonheid, ernst en rust. De verbouwing moet overigens niet gemakkelijk geweest zijn. De nieuwe directeur, die trouwens reeds bij de inrichting van de bibliotheek der Rotterdamsche handelshoogeschool op dit gebied eene niet te onderschatten mate van ervaring had opgedaan, moet zich wel geheel in de organisatie van deze nieuwe instelling hebben ingedacht, om zoo voor alles eene practische bestemming te vinden.
Men treedt binnen door een breede maar lage sousterrain-gang. De wanden er van bieden ruimte voor het aanbrengen van platen en aankondigingen, en zijn ook al met interessante grafische voorstellingen en met een fraaie gekleurde kaart van Amsterdam met zijne havens en zijn Noordzeekanaal versierd.
Links passeert men de kamer van den portier-concierge, de garderobe en de rijwielbergplaats, en recht vooruit komt men in het uitleenlokaal, dat verbonden is met het boeken magazijn; eene afdeeling die spoedig in gebruik zal worden gesteld.
Al iets eerder voert links een ruime engoedverlichte trap naar de hoofdzalen, een leeszaal voor dagbladen en tijdschriften en een groote leeszaal met reeds goed voorziene handbibliotheken. Beide zijn van 12 Februari af voor het publiek toegankelijk. En terzijde van de trap is een heel ruim bureau-vertrek dat tevens voor informatielokaal dienst kan doen.
We behoeven dit alles niet uitvoeriger te beschrijven, want de vereeniging voor openbare leeszalen en bibliotheken te Amsterdam heeft hiervoor zelve al gezorgd. Aan de genoodigden werd een fraai boekje in groot quarto-formaat uitgereikt, waarin de historie en de beschrijving kort maar volledig worden gegeven, en waarin ook de verdere plannen worden uiteengezet. Men vindt er plattegronden in van al de verdiepingen, een