Het Boek. Jaargang 8
(1919)– [tijdschrift] Boek, Het–Varia.Welke boeken in het jaar 1525 op de Latijnsche school te Breda gebruikt werden.Den naam van Christophorus Rianus zal men tevergeefs zoeken in eenig biographisch woordenboek. Toch verstout ik mij hem den lezer van dit tijdschrift voor te stellen, niet omdat zijn levensloop zoo merkwaardig of zelfs omdat hij een begin-16de-eeuwsch schoolmeester der stad Breda is geweest, maar wegens enkele zijner aanteekeningen, die op eene vreemde manier bewaard zijn gebleven en niet zonder belang zullen blijken te zijn. Christophel dan was de zoon van Adriaen Aertszone van Rye, welke burger van Breda en eigenaar van een huis in de Lange Brugstraat, hoek Visschersstraat daar ter stede was en nog in 1532 leefde. Christophel is dus waarschijnlijk te Breda geboren, te meer omdat zijne ooms en tantes eveneens daar gevestigd waren. De oude Van Rye heeft zijn zoon eene klassieke opvoeding gegeven; deze studeerde wellicht te Leuven; in de Latijnsche taal was hij wel onderlegd en met het Grieksch niet onbekend. Geen wonder, dat, zoodra hij den mantel der geleerden heeft omgeslagen, zijne handteekening Christophorus Rianus of zelfs in Grieksche karakters Christophoros Rianos luidt. Het behoeft dus niet gezegd, dat hij niet alleen de schrijvers der oudheid kende, maar als man van zijn tijd voor Erasmus vereering gevoelde en hem voor het opstellen van brieven tot voorbeeld stelde en wel aan zijne leerlingen, die in groot getal zijne lessen volgden. Want naar alle waarschijnlijkheid is Rianus aan de triviale school zijner vaderstad verbonden geweest. In den loop van het jaar 1527 trad voor hem eene gewichtige verandering in en verwisselde hij de attributen der school voor de pen van het gezworen-klerkschap der heerlijkheid Etten, waar hij zich vestigde en den 11 den Februari 1528 een eigen huis in de Neerstraat kocht. Hij heeft de Ettensche protocollen tot het jaar 1532 gehouden; wat er daarna van hem geworden is, is mij onbekend gebleven. Wil men weten, hoe deze bijzonderheden aan de vergetelheid zijn ontsnapt, dan diene, dat Van Rye een ordelijk man was, die zijne secretarieele acten in het klad placht te schrijven, vóór ze in het net te brengen, en dat hij voor deze kladden de blanco bladen van enkele zijner huishoudelijke registertjes heeft gebruikt. Deze registertjes trekken de aandacht; men vindt er brieven van Erasmus in afgeschreven, die zoo goed als onbekend zijn, maar toch is dat deeltje nog interessanter, waarin hij heeft aangeteekend, hetgeen hij zijne leerlingen, wellicht voor het schooljaar 1525-1526, heeft voorgeschoten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 121]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bestudeert men de eerste bladzijden daarvan nauwkeurig, dan leven - ik wil niet zeggen zonder moeite - onder eene laag krabbels en penoefeningen de acta en gesta eener Latijnsche school der renaissance op. Den inhoud der eerste bladzijden ga ik voorbij; het is moeilijk om verband te leggen tusschen azijnkruid, mosterd, gember of witte kaas en de studie der klassieken en zelfs twijfelachtig, of deze uitgaven het internaat dan wel zijne eigen huishouding over het zelfde jaar betroffen hebben, maar de volgende bladzijden zijn belangrijkeren worden door mij, zij het na eenige aarzeling, wedergegeven, met weglating van eénige gedurig zich herhalende posten voor papier en caperkels.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 122]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het zal deskundigen niet moeilijk vallen uit deze gegevens, mits voor dat doel gegroepeerd, de gebruikelijke klasseindeeling van het toenmalig | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 123]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
onderwijs te reconstrueeren, maar ook zonder dat zijn deze aanteekeningen genietbaar en meent men weder de schoollucht op te snuiven, ditmaal van een ander soort en even eigenaardig als die, welke uit de registertjes zelve opstijgt.
's-Hertogenbosch, Februari 1919. J.P.W.A. Smit. |
|