Mededeelingen.
Onze meedeelingen over het Engelsche kikkerpamflet in den vorigen jaargang, worden kort besproken door Dr. N. Japikse in het overzicht van de ‘Nederlandsche historische literatuur’ van Juli-November 1918 in de Bijdragen v. Vad. Gesch. 1918 blz. 96. Wij lezen daar: Dr. Burger die het curieuse stuk bespreekt, meent, zonder twijfel met recht, dat het enkele aanduidingen behelst in verband met den tweeden Engelschen oorlog. ‘The news from India, worse than plague or war’ moet wel betrekking hebben op de veroveringvan Nieuw-Amsterdam -Amerika heette toen geregeld nog ‘West-Indië’ -, die hier te lande in October 1664 bekend werd. Met ‘plague’ zal de pest bedoeld worden, die kort te voren in hevige mate in Holland geheerscht had. De ook in de uitgave van 1665 - en naar de heer Burger veronderstelt, waarschijnlijk reeds in die van 1651 - voorkomende dierfabel no LXXV kan, hoewel dit niet zeer duidelijk is, zinspelen op de onderhandelingen tusschen de Staten-Generaal en het Engelsche Parlement in 1651: er kan In de 4e strophe sprake weien van het gezantschap van Oliver St. John en Strickland en in de 7e en 8e strophe van het gezantschap van Cats c.s. Ook is het echter mogelijk, dat in strofe 4 met ‘cat’ de Engelsche vloot bedoeld is, die in 1653 dicht op onze kust kwam, en dat in strofe 7 en 8 sprake is van de zending van Beverningk c.s. tot het aanknoopen van vredesonderhandelingen. Maar de aanduidingen zijn, in verband met den aard van het gedicht, zeer vaag.’
Dit laatste is zeker juist. Van de genoemde mogelijkheden lijkt de verklaring van de kat als de Engelsche vloot zeker niet goed; de slotwaarschuwing tegen een onvoorzichtig verbond met een monarch kan m.i. niet op den Engelschen koning slaan in den mond van dezen Engelschen royalistischen schrijver.
B.
Nog iets over Boerhaave. - Aan de mededeeling over de Boerhaave-herdenking in een vorige aflevering moet nog worden toegevoegd, dat de studie van Dr. F.W.T. Hunger over Boerhaave als natuur historicus ook in het Nederlandsch verschenen is in het Ned. Tijdschr. v. geneeskunde 1919, blz. 30-44, met de drie facsimiles. In het tijdschrift Buiten gaf de heer Hunger nog eene bijdrage in verband hiermede, eene afbeelding van ‘den boom van Boerhaave’ ontleend aan de beschrijving van Reinwardt van 1845. De boom is een pluim-esch, geënt op een gewone esch, volgens overlevering door Boerhaave zelf in den Leidschen kruidhof geplant, waar hij meer dan een eeuw heeft geleefd. De afbeelding toont den boom reeds zeer oud, met zwaren stam op een nog veel dikkeren onderstam. De stam beeft een dikke, kogelronde uitwas, de kroon is in verhouding klein en heeft tal van afgeknotte takken.
B.
Dedrukkerstermen smout, smoutwerk enz. In het Tijdschr. v. Ned. taal- en letterk. (XXXVIII blz. 21-29) deelt Dr. A. Beets mede wat hij in de bouwstoffen voor het ‘woordenboek’ gevonden heeft over de beteekenis van deze termen en voegt daar heel interessante beschouwingen aan toe over de waarschijnlijke geschiedenis van deze woorden. De beteekenis was zeer helder aangegeven door A.D. Schinkel, den geleerden typograaf en letterkundige, die voor drukkerij-termen een hooggewaardeerd meewerker van Matthijs de Vries was. De ontwikkelingsgang van het woord smout is dan waarschijnlijk deze. Oorspronkelijk beteekenend vet, reuzel, smeer werd het over drachtelijk gebruikt voor: een voordeeltje, een buitenkansje; en zoo paste de zetter het toe op zetsel dat hij ter zijde zette om het nog eens te gebruiken. Het smoutwerk, het kleine drukwerk, heeft dus den naam daardoor gekregen, dat juist van dit werk vaak veel kan bewaard worden om later, met verandering van namen en datum enz. nog eens te dienen. Voor het overige, de andere afgeleide en samengestelde woorden, de overeenkomstige termen in andere talen, en eindelijk de verwantschap met de Engelsche woorden smoot en smout, zij naar het interessante artikel van Beets zelf verwezen.
De ‘school voor de groote zeevaart’ te Hoorn. Onder dit opschrift geeft De Navorscher een zeer interessante mededeeling van den heer K.E. Baron Mulert. van twee acten uit de Hoornsche notarieele archieven. We