Mededeelingen.
De Zweedsche profetes te Amsterdam.
De heer A.J. van Huffel deelt ons over Eva Frölich het volgende mede:
‘De in de October-aflevering van Het Boek genoemde Eva Frölich leefde niet in de 16e eeuw, maar in de 17e eeuw en vertoefde van 1686 tot 1692 te Amsterdam. Ze wordt reeds vermeld in Witsen Gijsbeek's Woordenboek der Samenleving, en uitvoeriger in Biografiskt Lexikon, Stockholm 1875. Geciteerd wordt daarin een in 1688 te Amsterdam verschenen boek van haar ‘Tegen de Philosophist-spotters.’
In het Börsenblatt für den deutschen Buchhandel van 20 October (Nr. 236) is een verslag gegeven van een reis van de heeren Siegismund en Selke naar ons land. De beide heeren, wier titels en uitvoerige volmachten we hier niet opnemen, vertegenwoordigen den duitschen boekhandel en ettelijke rijksministeries. Hun reisdoel was, met de hoofden van den Nederlandschen boekhandel overleg te plegen. Tegelijk echter hebben zij zich de moeite gegeven om de meening, door een duitschen Professor geuit, dat men op den prijs van duitsche boeken, bij verkoop naar Nederland, geen toeslag behoort te leggen, te weerleggen. Zij hebben daartoe gesproken met een hoogen ambtenaar, aan wiens meening zij veel waarde hechten, en met een van de voornaamste bibliothecarissen. Beiden schijnen voornamelijk geklaagd te hebben over de hooge prijsberekening van de Nederlandsche boekhandelaars, maar hun instemming te hebben betuigd met de door den duitschen boekhandel gemaakte regeling, zoodat van de bewering van den duitschen professor niets overblijft.
Welke waarde moeten we aan deze mededeelingen hechten? Ik vrees, dat de heeren van de gevoerde gesprekken juist dat meedeelen wat in hun betoog te pas komt. Ten minste de korte meedeeling over een gesprek met mevrouw Dr. Berg aan de Amsterdamsche bibliotheek geeft een eigenaar digen indruk. Mevr. B., die in afwezigheid van den Bibliothecaris de duitsche heeren ontving, deelt mij mede, dat de heer Siegismund bijna voortdurend aan het woord was, en er vooral nadruk op legde, dat we hun bezoek zeer moesten waardeeren. Of zij over de regeling tevreden was, daarover had zij zich niet uitgelaten, en voor informatie over eventueele klachten had zij verwezen naar den Bibliothecaris. Per telefoon heeft zij daarna nog, een dag vóór het vertrek van de Heeren, aan het Amstelhotel bericht, dat de Bibliothecaris terug was en hen gaarne zou ontvangen, maar zij hebben zich niet weer vertoond. Pleit nu zoo'n gesprek voor ingenomenheid met de door den Duitschen boekhandel getroffen regeling?
Een merkwaardige overweging is die in een der gesprekken geopperd, dat het duitsche boek in Nederland meer gewaardeerd zal worden, als men er meer voor betaalt! Dat het minder gekocht zal worden, als de kooper weet datde duitsche uitgever of boekhandelaar er hem driemaal zooveel voor laat betalen als zijn duitsche klanten, daaraan wordt niet gedacht, of wel de gedachte wordt als niet aannemelijk ter zijde geschoven.
Zou het resultaat van de wezenlijk zeer willekeurige regeling niet zijn, dat men op dien grondslag alleen koopt als men niet anders kan; dat men, indien mogelijk, goedkooper tracht te koopen; en dat men niet koopt als men het kan nalaten?
Een regeling, die Nederlanders voor de Mark viervoudig laat betalen, zou alleen dan billijk zijn, als de Duitschers ook Nederlandsche vorderingen met het viervoudige bedrag aan marken betaalden. Maar nu staat het zoo: een Nederlander die een schuldvordering van 100 mark heeft, en een boek koopt dat in Duitschland voor 100 mark te koop is, krijgt voor zijn vordering maar 100 mark en moet voor het boek 400 mark betalen!
Het betoog van den Duitschen hoogleeraar Bernhard is mij niet onder deoogen gekomen, maar of het door de heeren Siegismund en Selke afdoend weerlegd is, komt mij twijfelachtig voor. En het schijnt mij wel zeker dat de verkoop van duitsche boeken in Nederland door de betalingsregeling niet bevorderd wordt.
Als Bibliothecaris acht ik mij in geen geval gebonden slechts op de door die regeling voorgeschreven condities te koopen, maar blijf ik mij verplicht achten, zoo mogelijk gunstiger condities te bedingen.