Een atlas voor de geschiedenis der Joden in Nederland, en in 't bizonder in Amsterdam, werd aangelegd. De afdeeling curiosa, de collectie plano's, en de kleine medailleverzameling ondergingen uitbreiding. Een adjunct van den conservator hield zich bezig met het vervaardigen van een beschrijvenden catalogus, terwijl ook de archivalia der Rosenthaliana geregistreerd werden.
Uit de aanwinsten van 1920 verdienen bizondere vermelding:
a. | Een Haftarah-handschrift uit de 16e eeuw op perkamenten rol in folio. Onder ‘Haftarah’ verstaat men de afdeelingen uit de Profeten, welke bij verschillende gelegenheden inde Synagoge onmiddellijk na de voorlezing uit den Pentateuch werden voorgedragen. Een dergelijk handschrift geschreven geheel in den trant van den Pentateuch, is als een curiositeit te beschouwen. |
b. | Een Hebreeuwsch-Nederlandsche perkamentdruk bevattende de gebeden voor het Nieuwjaarsfeest naar den Spaanschen ritus, vertaald door S.J. Mulder. Amsterdam. 1870. 80. Niet vermeld in: Treimann's Die Hebräischen Pergamentdrucke. |
c. | Kuenen (A.), De godsdienst van Israel. Haarlem 1869-70. roy. 8o. 2 deelen. Doorschoten handexemplaar van den schrijver, met diens eigenhandige aanteekeningen en verbeteringen. |
d. | Meyer (J.), The philosophical writings of Solomon ibn Gebirol and their connection with the Hebrew Quabbalah. Philadelphia 1888. 4o. Slechts in 150 exemplaren gedrukt. |
e. | Een portretmedaille met Hebr. randschrift uit de zestiende eeuw, Gracia Nassy op 18-jarigen leeftijd voorstellend. |
| Uit de zestiende eeuw zijn slechts drie Joodsche portretmedailles bekend. Volgens Albert Wolff zou Pastorini uit Siena deze medaille in het jaar 1556 geslagen hebben. |
Verschillende instellingen en particulieren, ook in 't buitenland, gaven door het zenden van geschenken van hun belangstelling blijk.
De vergadering, waarin dit overzicht van de tienjarige werking van het fonds werd gegeven, stelde tevens de bedroevende waarheid in het licht, dat het fonds eigenlijk niet meer bestaat. Althans het werpt geene rente meer af, en de zorg voor de Bibliotheca Rosenthaliana komt nu geheel ten laste van de eigenares, de gemeente Amsterdam. Deze zal natuurlijk wel zorgen voor de allernoodigste uitgaven, voor onderhoud en beheer, maar voor bijzondere ijankoopen op het speciale gebied, waaraan deze collectie gewijd is, schieten de beschikbare middelen te kort, zoodat feitelijk reeds een tijdvak is ingereden van stilstand - wat bij eene verzameling van dezen aard met achteruitgang gelijk staat.