Het Boek. Jaargang 11
(1922)– [tijdschrift] Boek, Het–
[pagina 1]
| |||||||||||||||||||
[Nummer 1]Stempels van NP op Groningsche banden.Daar reeds omstreeks het jaar 1616 een begin werd gemaakt met de inrichting van de Groningsche bibliotheek, vindt men er een groot aantal werken, gedrukt en gebonden in de zestiende eeuw. Deze zijn op zeer verschillende wijze in de bibliotheek gekomen, en dit maakt een onderzoek naar de plaats wààr zij gebonden zijn - van den binder wil ik niet eens spreken - zeer moeilijk. Om de herkomst te bepalen staan ons verschillende middelen ten dienste. Ten eerste de Librorum Academicorum Syllabus, begonnen in 1619 door den hoogleeraar Nicolaus Mulerius. Deze begint met wat men de oudste catalogus van de bibliotheek kan noemenGa naar voetnoot1); daarachter hebben Mulerius en zijn opvolgers min of meer geregeld de aanwinsten en hun herkomst opgeteekend. Ten tweede weten wij dat het ministerie in 1841 een aantal boeken zondGa naar voetnoot2) die men met nog andere te Maastricht gevonden had, en die behoord hadden aan voormalige kloosters in het Zuiden van het land. Ten derde is een zeer aanzienlijk aantal boeken afkomstig van Groningsche kloosters; hierover verscheen een verhandeling van H. BrugmansGa naar voetnoot3), conservator aan de bibliotheek van 1895 tot 1897, maar deze zegt, evenals Roos in zijn Catalogus der incunabelenGa naar voetnoot4), dat een veel grooter aantal dan de door hem opgenoemde werken als het vroeger bezit van Groningsche kloosters moet worden beschouwd. Onder de stempels, nu, waarmee deze zestiende-eeuwsche banden versierd zijn, is één groep waarover ik hier meer in het bijzonder wil spreken, n.l. een verzameling stempels gemerkt met het monogram NP. Over dezen geheimzinnigen stempelsnijder bestaan reeds twee | |||||||||||||||||||
[pagina 2]
| |||||||||||||||||||
uitvoerige artikelen en wel van mejuffrouw M.E. KronenbergGa naar voetnoot1) en van M.J. HusungGa naar voetnoot2). Ook Dr. A. HulshofGa naar voetnoot3) vermeldt vier stempels waarvan de tweede tot dusver onbekend was. In het geheel zijn ons hierdoor 29 stempels bekend met het merk NP, loopende, wat de gedateerde betreft, van 1520 tot 1563. Toen ik eens zocht of dergelijke stempels soms ook op Groningsche banden voorkwamen, had ik het geluk niet alleen drie van de reeds beschrevene te vinden, maar bovendien nog tien die in geen van beide artikels worden vermeld. Een beschrijving hiervan met opgave waar zij gevonden worden kan misschien nuttig zijn als een kleine aanvulling op de reeds bestaande lijsten, en bovendien kunnen wij hieruit opmaken dat ook te Groningen stempels van NP gebruikt werden. Voor de volledigheid zal ik eveneens opgeven waar ik bekende stempels vond (Kronenberg II, VIII, IX) en voor zoover mogelijk achter elk boek de herkomst vermelden. Van de boeken waarvan alleen gezegd kan worden dat zij voor het eerst voorkomen in den gedrukten catalogus van 1669, mag men vermoeden op grond van wat Brugmans en Roos hebben opgemerkt, dat zij eveneens uit Groningsche kloosters afkomstig zijn.
A. Grootte: 201 × 21 m.M.; vier vakken met bijbelsche voorstellingen door smalle biesjes van elkaar gescheiden: 1) Salomo met een vrouw achter hem knielende voor een afgodsbeeld dat rechts staat (vgl. de voorstelling in Kronenberg VIII). 2) Een koning op zijn troon, onderaan rechts twee zittende vrouwen van opzij gezien, links een man achter een balustrade (David en Bethsabee?). 3) David, naar links gekeerd, spelende op een harp, zijn kroon en scepter liggen op den grond, een engel in den linkschen bovenhoek. 4) Een man met een baard voor wien een andere figuur knielt, bovenin 15 NP 50. Deze voorstelling, vermoedelijk een zalving, is ook gebruikt als drukkersmerk door Matth. Welack, werkzaam te Wittenberg omstreeks 1585. Dezen stempel vindt men op de banden om:
| |||||||||||||||||||
[pagina 3]
| |||||||||||||||||||
Van deze zes boeken mogen wij aannemen dat het tweede in Groningen gebonden is, het vierde en vijfde misschien ook, het derde, als het van een Groningsch klooster afkomstig is, ook. Voor in dit laatste staat een inscriptie die weer doorgeschrapt is en die ik niet heb kunnen ontcijferen: alleen het slot ervan, het jaartal 1563, is nog duidelijk te zien. Wanneer wij aannemen dat het boek toen gekocht en gebonden is, mogen wij misschien hieruit ook opmaken dat het eerste boek te Groningen gebonden is, want de inscriptie daarin, die voor een deel is afgescheurd, eindigt met.. 59.
B. Grootte: 181 × 16 mM.; vijf vakken met bijbelsche voorstellingen waarvan vier met onderschriften: 1) Mozes, de tafelen der Wet in de linkerarm, geen onderschrift. 2) Jesaja, de handen op de borst, onderschrift principatur. eius, hierboven 15 NP 50. 3) Christus als salvator mundi, onderschrift sic. deus delexi. t. 4) Johannes de Dooper, een open boek in de linkerhand, de rechter wijst naar boven, onderschrift ecce. angnus. dei. qui. tho.5) Paulus, in de linkerhand een zwaard, de rechter wijst naar boven, onderschrift apparuit. benigni. et. Dezen stempel vindt men op de banden om:
Voor nos. 1, 2 en 4 zie onder A. Misschien mogen wij no. 3 daar ook onder brengen; de banden om de drie Utrechtsche boeken zijn allicht ergens anders dan in Groningen gemaakt. | |||||||||||||||||||
[pagina 4]
| |||||||||||||||||||
C. Grootte: 120 × 6 mM.; rand van afwisselend vier wapenschilden en vier medallions waarin portretten; boven in een van de wapenschilden de letters NP, boven in het volgende het jaartal 1551 (1552?). Deze stempel komt voor op den band om: Bartolus de Sasso Ferrato, Commentaria... cum additionibus Alex. de Imola e.a. illustrata etc. Lugduni, [Dion. Harsaeus], 1552. 5 vol. 20. (zooals blijkt uit een inscriptie gekocht 6 Juli 1556 te Keulen door ‘Borthius ab Harbranda, Phrisius’. In de banden is gestempeld B H 1556). Ik weet niet waar deze boeken gebonden zijn, hetzij in Keulen, hetzij ergens anders. Evenmin is het mij gelukt iets naders over hunnen eigenaar te weten te komen. Er bestond een Friesche state Harbranda (ook Herbranda, Branda, Gerbranda) in het kwartier Oostergoo, grietenij Achtkarspelen, en in deze familie komt wel voor de naam BotteGa naar voetnoot1]; wellicht zal dezelfde naam bedoeld zijn.
D. Grootte: 201 × 22 mM.; vier bijbelsche voorstellingen met onderschriften: 1) Johannes met het lam Gods, onderschrift ecce angnu, links boven NP. 2) Christus als salvator mundi, aan weerszijden 1557, onderschrift graci. p. oris (= gratia per Christum?). 3) Paulus, in de linkerhand een zwaard, in de rechter een boek, onderschrift p. doctor. ge (= Paulus doctor gentium? zie I Tim. II, 7). 4) Mozes, de tafelen der Wet in de rechterhand, een staf in de linker, onderschrift lex. p. mose. Dezen stempel, die zeer gelijkt op Husung 2, vindt men op den band om:
E. Grootte: 184 × 19 mM.; vier vakken met bijbelsche voorstellingen met onderschriften: 1) David spelende op de harp, rechts boven NP, onderschrift de fructu ventris. 2) Jesaja met een spreukband, onderschrift principati eius sur. 3) Paulus met boek en zwaard, aan weerszijden 1557, onderschrift apparuit beni et... 4) Maria met Jezus, onderschrift ecce virgo concipi. Deze stempel komt voor op den band om: Hilarius, Lucubrationes. Basileae, [Froben], 1550. 40. (afkomstig van het klooster te Warffum). Ook op een aantal banden in de Utrechtsche bibliotheek uit de collectie Hub. Buchelius zooals Dr. A. Hulshof zoo vriendelijk was mij mede te deelen. | |||||||||||||||||||
[pagina 5]
| |||||||||||||||||||
F. Grootte: 179 × 15 mM.; vier allegorische vrouwenfiguren met onderschriften: 1) Justitia met zwaard in de linker, weegschaal in de rechterhand, onderschrift iusti. 2) Prudentia met spiegel in de rechterhand, onderschrift pruden. 3) Fides, in de linkerhand een kruis, in de rechter een beker, onderschrift fides, rechts boven NP. 4) Een vrouw met een bloeienden tak in de linkerhand (Suavitas), onderschrift 1558. Dezen stempel vindt men op den band om:
G. Grootte: 160 × 14 mM.; vier bijbelsche figuren met onderschriften: 1) David spelende op de harp, onderschrift david. 2) Urias, onderschrift vrias. 3) Saul, rechts boven NP, onderschrift saull. 4) Joab, onderschrift 1558. Deze stempel die een groote gelijkenis heeft met den ongesigneerden, beschreven door WealeGa naar voetnoot1) onder rubbing 754c, komt voor op de banden om:
Deze stempel is ongetwijfeld in Groningen gebruikt, want samen met een anderen, ongesigneerden stempel, versiert hij den band om een verzameling Groningsche landrechten in hs., aanwezig in het Rijksarchief alhier. Ook op de nummers 1 en 3 vindt men deze beide stempels. Van die twee boeken kunnen wij dus met vrij groote zekerheid aannemen dat zij in Groningen gebonden zijn. H. Grootte: 178 × 15 mM.; vier vrouwenfiguren met onderschriften: 1) Lucretia die zich doorsteekt, onderschrift lucreci. 2) Iudit met het hoofd van Holofernes, onderschrift iudit. 3) Prudentia met een spiegel in de linkerhand, rechts boven NP, onderschrift prude. 4) Een vrouw met een bloeiende tak in de hand (Suavitas), onderschrift 1559. | |||||||||||||||||||
[pagina 6]
| |||||||||||||||||||
Deze stempel komt voor op den band om: Fra. Connanus, Commentariorum juris civilis libri X. Lutet. Paris., Mich. Vascosanus, 1558. 20. (geschonken door Joh. Geo. Czigan Lib. Baro de Slupska etc. in Silesia, 10 Nov. 1621).
I. Grootte: 158 × 15 ½ mM.; vier figuren met onderschriften: 1) Venus de appel in de linkerhand, onderschrift venus. 2) Iuno, links boven het monogram NP, onderschrift iuno. 3) Pallas, aan weerszijden 1561, onderschrift palls. 4) Paris, onderschrift prisq (?). Deze stempel, die een groote gelijkenis vertoont met Husung 31, komt voor op de banden om:
J. Grootte: ca. 200 × 14 mM.; doordat de band waarop deze stempel voorkomt vrij wat is afgesleten, is het niet goed mogelijk een nauwkeurige beschrijving te geven; vijf vrouwenfiguren met onderschriften (deze bijna onleesbaar): 1) Fides met kelk en kruis, aan weerszijden 1564. 2) Prudentia met spiegel. 3) Iustitia met zwaard en weegschaal, links boven NP. 4) Caritas met een kind in de armen.5) Spes, de handen gevouwen, een spa in den arm. Deze stempel komt voor op den band om:
Tot dusverre was de jongste stempel van 1563.
Nu wat betreft de drie reeds bekende stempels. Kronenberg VIII komt voor op de banden om:
| |||||||||||||||||||
[pagina 7]
| |||||||||||||||||||
Bovendien nog twee banden genoemd door WealeGa naar voetnoot1) en door Husung (onder no. 1), en wel om: Biblia latina. Parisiis, R. Stephanus, 1557, en Horatius, Opera. Basileae, H. Petri, 1555. 40., evenwel zonder plaats of jaar van vervaardiging.
Niettegenstaande wij hier een vrij aanzienlijk materiaal bijeen hebben, is er maar weinig definitiefs uit af te leiden. Het staat vast dat, hetzij voor kort hetzij voor lang, een stempel van dit model in Groningen gebruikt is; gezien de inscriptie in no. 3 en het drukjaar van no. 4 lijkt het mij niet onaannemelijk, dat dat het geval was omstreeks 1562: de banden om no. 3, 4 en 8 zouden dan in dien tijd gemaakt zijn, misschien ook die om no. 1 en 2 wanneer deze werkelijk van Groningsche kloosters afkomstig zijn. No. 7 en de twee door Weale en Husung genoemd zijn allicht niet in Groningen gebonden. Het veelvuldig voorkomen van dezen stempel bewijst wel dat hij zeer populair was, maar hoeveel exemplaren ervan bestaan hebben en waar deze gebruikt zijn is niet te zeggen.
De stempels Kronenberg II en IX komen voor op vijf banden, die waarschijnlijk omstreeks 1556 te Zwolle gemaakt zijn. Husung vindt stempel IX op een band die in 1555 voor het klooster Werden a.d. Ruhr gemaakt is; ook heeft hij de twee stempels samen op één band gevonden, de herkomst hiervan is echter niet duidelijk. In de Groningsche bibliotheek zijn slechts twee boeken waarvan de band met deze twee stempels versierd is:
| |||||||||||||||||||
[pagina 8]
| |||||||||||||||||||
Het eerste werk kan uit een Groningsch klooster afkomstig zijn. Dat het zou zijn aangekocht lijkt mij onwaarschijnlijk, want volgens de Syllabus bezat de bibliotheek de werken van AmbrosiusGa naar voetnoot1) reeds in 1619. Op het eerste titelblad van het tweede werk staat: ‘Frater Augustinus de Huesden ordinis fratrum praedicatorum.’ Het is mogelijk dat hiermede bedoeld is de Augustinus de Heusden genoemd in het Chronicon conventus Buscoducensis van Jac. BrouwerGa naar voetnoot2), maar dan kan het deel zooals het nu is nooit aan hem hebben toebehoord want hij stierf reeds in 1546. Er zijn dus geen bewijzen om aan te nemen dat deze twee banden in Groningen gemaakt zijn, een andere plaats, b.v. Zwolle, is even waarschijnlijk: dáár zijn verscheiden voorbeelden, in Groningen slechts twee. Wanneer wij deze nieuwe gegevens leggen naast wat wij reeds wisten, wat kunnen wij daar dan uit leeren? Over den persoon van N.P. helaas niets, maar wel krijgen wij een nieuw bewijs van de groote reputatie die hij als stempelsnijder had. Maar was zijn populariteit uitsluitend tot Nederland beperkt? Indien hij in Duitschland zelf werkzaam was, zullen daar toch in de eerste plaats sporen van zijn werk te vinden zijn. En hoe komt het dat in Groningen zooveel van hem gevonden wordt? Was Groningen soms de plaats waarlangs een deel van de stempels werd ingevoerd? Ik ben er niet in geslaagd hierover iets naders te ontdekken, noch in de boeken zelf, noch op het Groningsch archief waar Dr. H.A. Poelman en Dr. H.P. Coster mij met groote vriendelijkheid te woord hebben gestaan. Een ander die meer materiaal tot zijn beschikking heeft, zal wellicht gelukkiger zijn.
Groningen. E.R. Kluyver. | |||||||||||||||||||
[pagina *1]
| |||||||||||||||||||
![]() A
![]() A
![]() D
![]() D
![]() C
| |||||||||||||||||||
[pagina *2]
| |||||||||||||||||||
![]() B
![]() F
![]() G
![]() H
|
|