Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Boek. Jaargang 12 (1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Boek. Jaargang 12
Afbeelding van Het Boek. Jaargang 12Toon afbeelding van titelpagina van Het Boek. Jaargang 12

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.34 MB)

Scans (380.85 MB)

ebook (8.21 MB)

XML (1.00 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/boekwetenschap


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Boek. Jaargang 12

(1923)– [tijdschrift] Boek, Het–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Uit noord- en zuid-nederlandsche bibliotheken.

Rijkscommissie in zake bibliotheekwezen.

Den 15en December 1922 had te 's-Gravenhage in het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen de installatie plaats van eene Rijkscommissie van advies in zaken behoorende tot het bibliotheekwezen. Namens den Minister zette de heer M.J. Duparc de overwegingen uiteen, die tot de instelling van deze commissie hadden geleid. Hoewel de verstandhouding tusschen de Nederlandsche bibliotheken uitstekend mag genoemd worden, ontbrak tot nogtoe eene organisatie die de samenwerking voor de gemeenschappelijke belangen kan bevorderen, waardoor b.v. het boekenbezit dier bibliotheken meer dan thans het geval is, ten algemeenen nutte zou kunnen komen, terwijl er op het gebied van het bibliotheekwezen tal van vraagstukken zijn, welke, door eene bevoegde commissie in studie genomen, tot oplossing kunnen worden gebracht. Met belangstelling ziet de Regeering daarom de resultaten te gemoet van de samenwerking in deze Commissie van vertegenwoordigers van de grootere en de kleinere wetenschappelijke bibliotheken en van anderen die op het gebied van het bibliotheekwezen tot de deskundigen kunnen worden gerekend, waartoe zij ook de Centrale Vereeniging voor Openbare Leeszalen rekent.

Dr. P.C. Molhuysen, voorzitter der commissie, beantwoordde deze toespraak, herdacht de reorganisatie van ruim een halve eeuw geleden, waaraan vooral de namen van Pluygers en Tiele verbonden zijn, en waarop wij moeten voortbouwen om tot eene organisatie van ons geheele bibliotheekwezen te komen. De samenstelling der commissie is drieledig: de bibliothecarissen der groote bibliotheken, vertegenwoordigers

[pagina 46]
[p. 46]

van verscheidene groepen van kleine bibliotheken, en van de leeszalen, en zij die terwille van hun kennis van bibliotheekzaken en als critisch element geroepen zijn om mede te werken. Het arbeidsveld is: advies uitbrengen, bestudeeren van vraagstukken op bibliotheekgebied, voorstellen doen, en uitgaven voorbereiden; ook de opleiding van den bibliotheekambtenaar is een onderwerp dat wel spoedig de aandacht zal vragen. Organisatie van een periodiek bibliothecarissen-congres is meer de taak van particuliere organisatie, maar de moreele steun van de comsie zal in elk geval ook daarvoor worden ingeroepen.

Een handbibliotheek voor Nederlandsche geschiedenis.

De organisatie onzer bibliotheken wordt tegenwoordig ernstig op de proef gesteld. De mooie opzet van de centraliseerende bibliotheek, door Pluygers en Tiele in der tijd te Leiden ingevoerd en gaandeweg in ons heele bibliotheekwezen doorgedrongen, heeft een zwaren strijd te voeren. Iedereen profiteert er van, en toch geeft hij volstrekt niet algemeen bevrediging. Met twee algemeene catalogussen, al zijn ze nog zoo goed bijgehouden, is toch niet ieder zoeker voldoende geholpen. En het personeel mag zijn uiterste best doen om met eigen ervaring, geoefend geheugen en steeds vaardigen raad te helpen - men verlangt altijd weer naar een ideaal dat niet vervuld wordt: toegang tot de boeken, en deze zoo bijeen geplaatst dat men er met vrucht in snuffelen kan En zoo ontstaan overal naast de centrale bibliotheek weer tal van kleine handbibliotheekjes, die gedeeltelijk, voor een kleine groep, eenige voldoening geven, maar tegelijk juist een belangrijk deel van den boekenschat aan het algemeen gebruik onttrekken, en ook lang niet alle goed opgesteld en zelfs voor dien kleinen kring waarvoor ze dienen, gemakkelijk te hanteeren zijn.

Te Amsterdam zijn er tal van bibliotheken in de laboratoria en in de collegekamers, waarop dit van volle toepassing is. Aan de Universiteitsbibliotheek wordt echter ook gestreefd naar een beteren uitweg. Twee speciale collecties zijn sinds jaren in afzonderlijke kamers opgesteld, terwijl ze deel blijven uitmaken van degroote bibliotheek, en de bezoekers er door speciale deskundigen worden voorgelicht; de Bibliotheca Rosenthaliana op het gebied der Hebreeuwsche en Joodsche letteren, het Vondelmuseum op dat der oude Nederlandsche letteren. Beide verzamelingen bewijzen veel dienst, maar beide lijden, evenals alles op bibliotheekgebied, aan gebrekkige ruimte en middelen. Voor het Bilderdijkmuseum, dat zich bij het Vondelmuseum moest aansluiten, is zelfs in het bibliotheekgebouw vooreerst geene plaats te vinden.

Toch is nu een nieuwe proef genomen. Waar het gemis van eene vakopstelling wel het meest gevoeld wordt, is het gebied van de Nederlandsche geschiedenis. Welnu, in een eenvoudige bovenkamer zijn we nu begonnen met eene bijeenplaatsing van boeken op dat gebied van studie; de talrijke doubletten maakten den eersten opzet mogelijk, zonder iets aan de groote bibliotheek te onttrekken. De catalogiseering van deze handbibliotheek is nu door de zorg van den heer J.W. Enschedé, die als Conservator daaraan een deel van zijn tijd wijdt, ver genoeg gevorderd, en het locaal is eenvoudig gemeubeld, zoodat bezoekers er terecht kunnen. De conservator zelf en een ambtenaar die onder zijne leiding werkt, zullen hun zooveel mogelijk bij hun zoeken helpen. De geheele opzet is nog klein en eenvoudig; als de kwade tijd van tegenwoordig voorbij is, zal uit deze kiem wellicht iets goeds groeien.

[pagina 47]
[p. 47]

De Catalogus van de Groningsche Universiteitsbibliotheek.

Sinds meer dan een halve eeuw scheen het vast te staan, dat van onze grootere bibliotheken geen algemeene catalogussen meer zouden verschijnen. Wel geldt het drukken van alle catalogustitels als een vereischte, maar de druk dient alleen om eenvormige, bruikbare titels in meer dan één exemplaar te verkrijgen voor de groote kaartcatalogussen. De Groningsche bibliothecaris is het geheel met deze opvatting eens. Van den druk van de titels is hij een krachtig voorstander. Juist in Groningen was de druk tot dusver achterwege gelaten; men behielp zich met getypte titels, en deze begonnen zóó te verbleeken dat vervanging dringend noodig was. Zou men weer op nieuw gaan typen? Bij de drukkosten van tegenwoordig moest dit zeker wel overwogen worden, maar wijselijk werd daarvan afgezien, en ondanks den slechten tijd tot drukken besloten. Wel een les voor betweterige, maar onpractische bezuinigingsdrijvers, die juist weer den druk door de schrijfmachine mochten willen vervangen. Ziehier de weloverwogen verdediging van den druk door den Groningschen bibliothecaris. ‘Door het drukken zou bovendien - d.w.z. behalve de duidelijkheid en de onverbleekbaarheid - het groote voordeel verkregen worden van een tweede exemplaar, in de leeszaal te plaatsen, en van de mogelijkheid eener volledige aanvulling van de catalogi der personalia en typographica, die, op een zekermoment begonnen, de titels misten van de op dat oogenblik reeds aanwezige werken. Eindelijk nog kan zóó een reservefonds geschapen worden, onmiddellijk bruikbaar voor eventueele nieuwe catalogi of voor zuivere titelverzamelingen, voor centrale catalogi b.v., waarvan die der Groningsche bibliotheek een onderdeel zou vormen.’

Bij het nemen van het besluit tot den druk, lag echter de uitgaaf in boekvorm volstrekt niet in het plan. De Bibliothecaris acht den vorm van catalogus voor ‘een zeer omvangrijke, sterk aanzwellende, heterogene verzameling als die eener universiteitsbibliotheek in haar geheel’ van twijfelachtig nut, ja ‘min of meer misleidend’, omdat ‘ieder deel der beschrijving, op het oogenblik der verschijning, door onvolledigheid reeds verouderd’ is. Toch besloot hij op verzoek van ambtgenooten tot het doen vervaardigen van eenige weinige exemplaren in boekvorm, en zoo ontvingen de groote bibliotheken nu een zeer lijvig boekdeel - twee kolommen van de op normale breedte gedrukte titels -, loopende van A tot D. Aan de bibliotheken is het boek zeker met groote waardeering ontvangen, en zal het wel dikwijls met vrucht nageslagen worden. Daar is ook geen gevaar, dat men niet zal bedenken dat Groningen een geregelden aangroei heeft, en dus op elke letter nu al weer meer bezit, dan hier vermeld is.

Het boek is een blijvend monument voor het degelijke en gestadige werk aan de Groningsche bibliotheek; als bewerkstersnoemt de voorrede de dames Dr. J.M. Keyman en E.R. Kluyver.

Een derde uitgaaf van den Haagschen leeszaalcatalogus.

Algemeene Katalogus [van de] Openbare leeszaal en bibliotheek, 's-Gravenhage 1922.

Voor de derde maal sinds 1916 is de volledige Katalogus van de Haagsche Openbare leeszaal en bibliotheek verschenen. De eerste druk (omtr. 14.000 banden) had een oplaag van 4000 exemplaren; de tweede, in 1918 verschenen in 8.000 ex., vermeldde 20.000 banden; deze,

[pagina 48]
[p. 48]

met 36.000 banden, is gedrukt in 12.000 exemplaren. De rangschikking is systematisch, met indeeling in 438 paragrafen. Van toevoeging van een alfabetisch register moest wegens de kosten worden afgezien. Ook de uitvoering zelve getuigt van zuinigheid. Het is dus geen mooi boek, maar zeker een practisch hulpmiddel voor de lezers. Vreemd doet echter de blauwe omslag aan met den titel in cubistische letters, die men eerst kan lezen als men op den binnentitel gezien heeft wat er staan moet. Dit is zeker niet practisch.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken