Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Boek. Jaargang 13 (1924)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Boek. Jaargang 13
Afbeelding van Het Boek. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van Het Boek. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.75 MB)

Scans (381.88 MB)

ebook (14.85 MB)

XML (0.94 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/boekwetenschap


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Boek. Jaargang 13

(1924)– [tijdschrift] Boek, Het–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Uit Zuid- en Noord-Nederlandsche bibliotheken

Jubilee-Jensen

Den 16en November 11. werd, in besloten kring, aan de Universiteitsbibliotheek te Amsterdam de vijfentwintigjarige ambtsvervulling van den heer J.N. Jacobsen Jensen gevierd.

Jensen was opgeleid voor het bindersvak en werd, op grond van gunstig getuigenis van zijn patroon, als jongste bediende aan de bibliotheek aangesteld. Hij is daar geleidelijk opgeklommen tot Amanuensis, Beambte, Assistent, een rang die sedert gelijk gesteld is met dien van Commies ter Secretarie. Hij voelde van den aanvang af, dat het werk aan de bibliotheek juist dat was, waartoe zijn aanleg en neiging hem geschikt maakten. En bij de regeling van werkzaamheden kreeg hij vanzelf reeds als bediende werk, dat meer kennis en vaardigheid eischte dan men gewoonlijk aan personen van dien rang geeft. Zoo ging het ook verder, bij bevordering kon het dan wel niet anders, of de man die het betere werk al geregeld deed, ging vóór anderen, van wie men niet kon weten of ze er geschikt voor zouden blijken. In de ordening en catalogiseering van de boeken- en kaarten-verzamelingen zit overal een deel van zijn arbeid, natuurlijk slechts in heel bijzondere gevallen aan te wijzen, omdat aller werk tot een groot geheel samenvloeit. Maar wel ziet men bepaaldelijk zijn werk in het nuttige en gemakkelijke boek ‘Reizigers te Amsterdam’, een beschrijvende lijst van reizen in Nederland door vreemdelingen vóór 1850, als antwoord op een prijsvraag van het Genootschap Amstelodamum bekroond. We gaven daarvan destijds eene bespreking in Het Boek (1919), blz. 333. Over sommige van de bij dat onderzoek door hem gevonden reizen gaf hij nog in tijdschriften belangrijke mededeelingen.

De huldiging bestond in eene gratificatie namens het gemeentebestuur, en in gelukwenschen van het geheele personeel der Bibliotheek. Als aardig staaltje van waardeerende belangstelling van de zijde van de bezoekers kunnen we hier eenige dichtregels geven, hem door een hunner, den heer Chr. Kuyt, toegezonden.

 
Ontvang mijn heilwensch op uw zilvren feest van heden
 
En blijf nog lang gespaard voor 't lezend Amsterdam!
 
Wees in de toekomst wat gij steeds waart in 't verleden,
 
Een trouwe baak voor elk, die vragend tot u kwam.
 
Wanneer gij voor elk boek, door u ooit meegegeven,
 
Een zorgen-vrijen dag u toegewezen ziet,
 
Zijt gij verzekerd, in een niet te ver verschiet,
 
('t geen ik van harte wensch), van een gelukkig leven.

Zie hier ten slotte eene ontboezeming van hem zelven, bij zijne dankbetuiging ten beste gegeven, waarin hij de taak van den bibliotheek-ambtenaar schetst:

[pagina 368]
[p. 368]

.... ‘Aan het boeken maken is geen eind’ .... En al deze boeken .... komen in onze groote bibliotheken terecht, waar wij de bemiddelaars mogen zijn tusschen hen en degenen die er verlangend de handen naar uitstrekken, als zij zoeken naar nieuwe waarheden en oude gelooven, naar nuttige kennis en welluidende schoonheidsaandoening. En elke werkzaamheid, hoe schijnbaar eenvoudig ook, helpt mee om den zoekers den weg te wijzen naar het hun beloofde land. Is dit dan niet een heerlijk werk? En is het dan wonder, dat je er oud en grijs bij kunt worden? O, als ik geen bibliothecaris was, zou ik wenschen - bibliothecaris te zijn.

Amsterdam. - Concentratie van het bibliotheekwezen

Het Handelsblad bracht voor eenigen tijd het volgende bericht:

‘Naar wij vernemen zijn plannen in overweging om te geraken tot bezuiniging op het gebied der openbare bibliotheken in onze stad. Deze bezuiniging hoopt men te bereiken door concentratie in dien zin, dat de verschillende boekerijen, welke aan de gemeente behooren of zijn gesubsidieerd overleg zullen plegen bij de aanschaffing van boekwerken. In deze richting wordt trouwens nu reeds gewerkt. Het wordt op die wijze voorkomen dat vaak dure boekwerken in duplo of misschien in triplo worden aangeschaft.

De gemeente-bibliotheek aan den Singel, welke tevens Universiteits-bibliotheek is, zal in de toekomst meer speciaal de wetenschappelijke boekerij worden, waarbij er naar wordt gestreefd kleine boekerijen, welke thans nog zijn ondergebracht in vertrekken van het Universiteitsgebouw en van de Agnieten-kapel samen te brengen in het gebouw aan den Singel. Een aantal werken, welke niet een speciaal wetenschappelijk cachet dragen, zullen worden overgebracht naar de Openbare Leeszaal aan de Keizersgracht.

Het voordeel van deze concentratie is dat in de Universiteitsgebouwen vertrekken vrij komen, welke voor andere doeleinden kunnen worden gebruikt, wat van groot gewicht is, omdat de Universiteit aan ruimtegebrek lijdt. Om alle wetenschappelijke afdeelingen in de Universiteits-Bibliotheek te kunnen onderbrengen, zal het gebouw anders moeten ingedeeld. In verband daarmee zijn, zijn wij wel ingelicht, plannen tot inwendige vertimmering aanhangig. Er zullen dan speciale lees-en studiezalen komen ten behoeve van de verschillende faculteiten, waarbij het tevens in de bedoeling ligt, de mogelijkheid te openen de bezoekers wetenschappelijk te kunnen voorlichten bij de keuze van boeken.

Op deze wijze hoopt men een bezuiniging te bereiken en tevens de waarde van boekerijen te verhoogen. Van de gelegenheid der vertimmering zal gebruik worden gemaakt het oude gebouw aan den Singel op te knappen.

De concentratie maakt een inkrimping van personeel mogelijk.’

 

Het Handelsblad is, zooals men weet, de spreektrompet van de groep die de Amsterdamsche bibliotheken zal ‘reorganiseeren’. De wending ‘naar wij vernemen’ wil dus zeggen, dat van die zijde het publiek met deze mededeeling wordt voorbereid op wat er gaat gebeuren, en bepaaldelijk op heel hooge uitgaven die voorgesteld zullen worden onder het motto ‘bezuiniging’. Enkele kantteekeningen op het berichtje mogen hier eene plaats vinden.

Overleg bij de aanschaffing van boeken werd al sinds 40 jaren geregeld gepleegd; voorkoming van alle aanschaffing in duplo is daarmee natuurlijk niet bereikt, en zal ook niet bereikt worden, en dit zou ook niet wenschelijk zijn. De Universiteitsbibliotheek was altijd ‘meer speciaal de wetenschappelijke boekerij’. De overbrenging van bibliotheken van het eene gebouw naar het andere zal heel veel geharrewar, arbeid en kosten geven; zij zal in de Universiteit en in de Agnietenkapel wat ruimte maken, daarentegen op de reeds lang te geringe ruimte in de Bibliotheek zwaar be-

[pagina 369]
[p. 369]

slag leggen. De inwendige vertimmering zal zeer hooge kosten brengen, en maar voor korten tijd helpen. De speciale lees- en studiezalen zullen meer personeel noodig maken.

Wetenschappelijke voorlichting hebben we altijd gegeven aan de bibliotheek; na mijn aftreden hoor ik van verschillende kanten dat men nu wel eens tevergeefs aanklopt en voor zijn vragen niet meer dezelfde belangstelling en voorlichting vindt als vroeger. De inkrimping van personeel, juist nu er toch meewerkers van veel werkkracht en ervaring heengaan, zal stilstand brengen, en na korten tijd zeker belangrijke uitbreiding van werkkrachten, vooral aanstelling van wetenschappelijke werkers noodig maken.

Intusschen brengt het Hbl. van 9 Dec. al een eerste reorganisatievoorstel: ‘De Universiteitsbibliotheek. Art. 7 van de verordening tot regeling van de Gem. Universiteit bepaalt, dat het beheer en gebruik der verzamelingen voor het onderwijs door curatoren, onder goedkeuring van B. en W. wordt geregeld. Nu binnenkort de reglementen voor de Universiteitsbibliotheek moeten worden herzien, is bij B. en W. de vraag gerezen, of het niet aanbeveling zou verdienen, het artikel zoo te wijzigen, dat het beheer en gebruik der verzamelingen wordt geregeld door B. en W., curatoren gehoord. Het komt hun n.l. minder juist voor, dat bij een zoo belangrijke instelling als de Universiteitsbibliotheek, die trouwens niet alleen voor de Universiteit dient, het gemeentebestuur niet van meet af invloed op de vaststelling van de reglementen voor die instelling kan oefenen. Zij hebben aan het college van curatoren zelf gevraagd, wat het van een wijziging der verordening in den door hen aangeduiden zin denkt. Curatoren erkennen met B. en W. de wenschelijkheid van de bedoelde wijziging. Ten aanzien van de andere verzamelingen voor het onderwijs zien zij echter de noodzakelijkheid van wijziging van den bestaanden toestand niet in. Op een wijziging ook ten aanzien van de andere verzamelingen, stellen B. en W. niet bijzonder veel prijs. Hoofdzaak is voor hen, dat de gang van zaken ten aanzien van de Universiteitsbibliotheek verandert. Zij stellen den Raad voor, in bovenbedoelden zin te besluiten.’

Juist nu de Bibliothcek ‘meer speciaal de wetenschappelijke boekerij’ zal worden, gaat men dus het collegie uitschakelen, dat naar vroegere opvatting aangewezen was om voor de belangen der wetenschap op te komen. Feitelijk zal dit geen verandering brengen. Curatoren waren sinds enkele jaren niet anders meer dan slaafsche uitvoerders van de opdrachten, hun van het Stadhuis gegeven.

Rotterdam. - Bibliotheek en leeszalen der Gemeente

In het verslag over 1923 komt de groote gebeurtenis van het jaar 1923, het betrekken van het nieuwe gebouw der Centrale Bibliotheek aan de Nieuwe Markt, op den voorgrond. Het verslag bevat een beschrijving van het nieuwe gebouw met plattegronden en eenige sprekende foto's, van den gang der verhuizing en van de openingsplechtigheid op 10 November. We hopen een en ander in onzen nieuwen jaargang aan de lezers van Het Boek mede te deelen. De rede door den Burgemeester bij die gelegenheid uitgesproken is als extra-bijlage aan het verslag toegevoegd.

Door aankoop en schenking werd de centrale bibliotheek vermeerderd met 6559 boekdeelen, waarvan er 472 behooren tot de ontspanningslectuur. Het totale bezit bedroeg ultimo December 106.969. De verzameling Erasmiana werd verrijkt met niet minder dan 128 werken, waaronder verscheidene zeer merkwaardige drukken. Vele dezer bijzondere aanwinsten zijn door schenking verkregen, waarvoor aan de schenkers warme dank wordt betuigd, inzonderheid aan de heeren Mr. Walter F.C. Baars, W.A. Engelbrecht, A.J.M. Goudriaan, K.H. de Haas, Mr. Abr. van der Hoeven,

[pagina 370]
[p. 370]

J. Hudig. W.C. Hudig, Mr. F.C. Koch, W.A. Mees, A.W.P. van Meurs, Richard Polak.

Het gebruik dat van de Bibliotheek en leeszalen wordt gemaakt is voortdurend stijgend. Wij nemen enkele cijfers over: de verschillende studie- en leeszalen zijn in 1923 bezocht door 221.281 personen, d.i. 4.916 meer dan in het vorig jaar, van welke vermeerdering 3.962 aan de Centrale Bibliotheek toekomt. Er waren in de Centrale bibliotheek 7413 lezers die boeken te leen hadden in 1923, tegen 6653 in 1922; het aantal uitgeleende boeken bedroeg 110.238 tegen 101.409 in het vorig jaar; daaronder waren 27.497 uitleeningen van studie boeken en 58.479 van Nederlandsche romans. Alles te samen werden in 1923 aan de Centrale bibliotheek en de vier bijbibliotheken 256.007 boeken uitgeleend (tegen 217.428 in 1922), waaronder 42.536 studieboeken (34.495 in 1922), Cijfers dus die spreken van het druk en steeds toenemend gebruik van deze nuttige instelling, waarop Rotterdam trotsch mag zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken