Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Boek. Jaargang 14 (1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Boek. Jaargang 14
Afbeelding van Het Boek. Jaargang 14Toon afbeelding van titelpagina van Het Boek. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (12.99 MB)

Scans (313.24 MB)

ebook (11.47 MB)

XML (1.04 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/boekwetenschap


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Boek. Jaargang 14

(1925)– [tijdschrift] Boek, Het–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 209]
[p. 209]

De eerste uitgave van het Boecxken gemaket van Suster Bertken (1516)

Van Een boecxken gemaket van suster Bertken anders gezegd Een seer devoet boecxken van dye passie ons liefs heeren ihesu cristi tracterende ken ik in ons land twee identieke exemplaren, gedrukt door Jan Seversz. te Leiden, zonder jaartal. De Koninklijke Bibliotheek en de Bibliotheek van de Maatsch. der Ned. Letterkunde te Leiden zijn er de eigenaars van. Beide zijn samengebonden met Suster Bertken's Boeck tractierende van desen puncten...., door dezelfde drukker in 1518 uitgegevenGa naar voetnoot1).

Het is mij thans gebleken, dat dit niet, gelijk we tot nu toe gemeend hebben, de eenige uitgave van het Boecxken van dye passie is; de Preussische Staatsbibliothek in Berlijn bezit er een andere van, eveneens bij Seversz. gedrukt. Mej. Snellen, in haar onlangs verschenen herdruk van de boekjes, blijkt het bestaan van het Berlijnsche exemplaar wel te kennen, maar schijnt het niet onderzocht te hebben; zij houdt het tenminste voor identiek met de twee exemplaren in Ned. bibliothekenGa naar voetnoot2).

Ik ben in de gelegenheid geweest beide uitgaven te vergelijken. Het positieve resultaat van deze confrontatie is, dat het Berlijnsche ex. stellig de editio princeps is en heel waarschijnlijk op 1516 moet gedateerd worden. Afwijkend van onze dateering in de Ned. Bibliographie ‘(c. 1515)’, die te vroeg is, zal de tweede, ongedateerde uitgave, in Den Haag en Leiden aanwezig, naar 1518 moeten verschoven worden. Ziehier de bewijzen.

De titel van het Berlijnsche ex. heeft dezelfde houtsnee als de tot nu toe bekende uitgave; een geknield nonnenfiguurtje, in zwart gewaad met witte kap, voor het kruisbeeld. Deze houtsnee komt bij Seversz. en na hem in verschillende gedaanten voor en

[pagina 210]
[p. 210]

vergelijking hiervan geeft kostbare aanwijzingen voor de dateering.

Staat I. Seversz. heeft ze oorspronkelijk laten snijden voor de Legende van S. Katherina vander Seyn, misschien al vóór 1509 gedruktGa naar voetnoot1). Deze eerste gave gedaante vertoont afb. I.



illustratie
I. Houtsnee uit Legende van Katherina vander Seyn. Leiden, Jan Seversz., z.j. bl. 24b.


Staat II. Voor later gebruik heeft de drukker er het rechter gedeelte, waar men Katherina ziet liggen, bestookt door demonen, laten afsnijden. Zoo komt het voor op het titelblad van het Berlijnsche ex. van Suster Bertken's Boecxken (zie afb. II). Gelijk men ziet is de onderrand hier totaal gaaf; mankementen zijn er nog in 't geheel niet.

Staat III. In de afdruk, voorkomende in de Divisiekroniek van 18 Aug. 1517Ga naar voetnoot2), begint het verval. De onderrand is er nu af ende neus van het nonnetje is geschonden.

Staat IV. Verdere voortgang van 't verderf vertoont de hout-

[pagina 211]
[p. 211]

snee op het titelblad van de Leidsche en Haagsche exemplaren van Suster Bertken's Boecxken. Dezelfde gebreken als in staat III en nu voor 't eerst een wormgaatje, ½ c.M. links van 't kruis, vlak bij de onderzijde (zie afb. III). In volmaakt dezelfde staat is de houtsnee in Bertken's Boeck tractierende van desen puncten.... van 1518.



illustratie
II. Titelblad van Suster Bertken, Boecxken van dye passie ons liefs heren. Leiden, Jan Seversz., (1516).


Staat V. Voor de curiositeit voeg ik hier ook een afbeelding IV met de latere verwording van de houtsnee aan toe, gelijk ze voorkomt in de ongedateerde Sonderlinghe devote oeffeninge der passien ons heren, enz., gedrukt door Peter Jansz. te LeidenGa naar voetnoot1). Daar moe-

[pagina 212]
[p. 212]

ten verscheiden jaren tusschen liggen, want Peter Jansz. is stellig niet vóór 1526 gaan drukken en waarschijnlijk is deze uitgave van later datum. Hoe de houtworm ondertusschen aan 't werk is geweest, ziet men duidelijk; ik tel tien ronde gaatjes.



illustratie
III. Titelblad van Suster Bertken, Boecxken van dye passie ons liefs heeren. Leiden, Jan Seversz., (1518).


Dank zij de vergelijking der titelhoutsnee hebben we dus de zekerheid, dat de uitgave, in Berlijn bewaard, met de gave houtsnee van vroeger dagteekening is dan degeen, die we hier in 't land bezitten.

Een nauwkeurige tekstvergelijking heeft me geleerd, dat de inhoud van beide edities bijna volmaakt gelijk is. Wel zijn er overal spellingsverschillen. Op één plaats vond ik een ander woord gebruikt, een afwijking van weinig beteekenis. In de eerste uitgave (Berlijn) staat op bl. 19a r. 10:

[pagina 213]
[p. 213]

‘.... daer in glorieert in groter eerwaerdic || heit....’ De andere uitgave heeft op dezelfde plaats:

‘.... daer ī geglorieert ī groter homoedic- || heit....’

Van meer belang is de andere variant op bl. 1b. De eerste uitgave heeft daar:

‘Hier beghint een seer deuoet boecxkē || van dye passie ons hefs heren ihū christi || tracterende geordineert na dye getyden || der heyliger kerken mit veel ander gebe || den ende punten ende is gemaect van eē || deuote. Clusenersse geheten suster. Bert- || ken die.lvij. iaren besloten heeft geseten || tot Vtrecht in dye Buerkerke in een Clu || se gode dienende en̄ is gestoruen op sint. || Lebuijns dach en̄ leyt begrauen. in haer || Cluse. Int iaer ons herē. M.C.C.C.C.C. || Ende.xvi ||’



illustratie
IV. Houtsnee uit Sonderlinghe devote oeffeninge der passien ons heren. Leiden, Peter Jansz., z.j., bl. 1b.


De tweede uitgave, Ned. Bibliographie no. 308, heeft aan 't slot deze afwijking: ‘.... en̄ leyt begrauen in haer || Cluse Int iaer ons heeren.M.CCCCC. || Ende xiiij ||’

Dit laatste klopt beter met de historische overlevering; in de copie van de brief, die in Suster Bertken's doodkist heeft gele-

[pagina 214]
[p. 214]

genGa naar voetnoot1), wordt ook S. Lebuinus 1514 als haar sterfdag vermeld.

Nu zijn er twee en misschien drie mogelijkheden. Of 1516 is een drukfout voor 1514. Met een verwisseling van één cijfer wordt xvi tot xiv. Maar aangezien Seversz., voor zoover ik kan nagaan, de Romeinsche 4 nooit door iv maar altijd door iiij weergafGa naar voetnoot2), is dit niet heel waarschijnlijk. De andere mogelijkheid is, dat Seversz. met het jaartal 1516 niet het sterfjaar van Bertken, maar het jaar van zijn uitgave heeft bedoeld. De punt na het tweede woord Cluse (in de 2e uitgave ontbrekend) maakt deze opvatting niet al te onaannemelijk. Men zou ook nog kunnen meenen, dat Jan Seversz. zich vergist heeft en geloofde, dat Suster Bertken in 1516 gestorvan was, doch bij een gebeurtenis van zoo recente datum is een dergelijke vergissing bijna buitengesloten.

Hoe het zij, de staat van de titelhoutsnee bewijst voldoende, dat de eerste uitgave (Berlijn) zeker vóór 18 Aug. 1517 is te dateeren. En daar de sterfdag van Suster Bertken op S. Lebuinus (translatio), d.i. 25 Juni 1514 viel, is het jaar 1516 voor 't verschijnen van het boek zeker niet ver van de waarheid.

Hetgeen nu de 2e uitgave blijkt te zijn hebben wij in de Ned. Bibliographie op c. 1515 gedateerd op grond van het feit, dat de houtsnee hier nog niet de barst heeft, die voorkomt in het Boeck tractierende van desen puncten.... van 1518Ga naar voetnoot3).

Ook deze opvatting moet herzien worden. Want wel heeft de houtsnee in het Boeck tractierende, enz. op bl. 20b van het Haagsche ex. een zeer eigenaardige witte dwarsstreep onder op 't overkleed van het nonnetje, die aan een barst in 't hout doet denken, maar een vergelijking met het Leidsche ex., waar de dwarsstreep niet voorkomt, bewijst dat deze ongerechtigheid in het Haagsche ex. alleen een gevolg is van een vouwtje of oneffenheid in 't papier.

We zullen dus zonder hier verder op te letten de tweede uitgave van het Boecxken, Ned. Bibliographie no. 308, naar 't jaar 1518 moeten verschuiven, waarheen staat IV van de houtsnee ons reeds verwezen had. Het blijkt, dat Seversz. aan de uitgave van het Boeck tractierende van desen puncten in 1518 een herdruk van het Boecxken van dye passie heeft toegevoegd. Zelfde lettertype,

[pagina 215]
[p. 215]

een klein verschil in 't titelblad, verschil in spelling, een enkele variant, volkomen gelijke houtsneden en zelfde indeeling van tekst als in zijn eerste uitgave van 1516.

Het is eenigszins te betreuren, dat mej. Snellen voor haar bovengenoemde herdruk, zonder het te weten, niet de eerste, maar de tweede uitgave heeft gevolgd. Een kleine voorliefde voor eerste drukken - aangeboren of aangekweekt? - hebben we nu eenmaal allen.

Mij blijft de vraag bezig houden, in welke toestand Suster Bertken haar geschriften heeft achtergelaten. Zijn ze in haar ‘cluse’ gevonden, zonder dat iemand van hun bestaan wist? Of had ze zelf reeds beschikt, dat men ze na haar dood zou uitgeven, tot staf en stut van zwakke zusterzielen? De ijdelheid, zich gedrukt te zien, is 't laatste wat men bij haar veronderstellen mag. Wist ze zelfs wel, wat een druk was? Of is alles, wat na 1457, 't jaar van haar inkerkering, geschied is, ongemerkt langs haar heen gegleden?

Onoplosbare vragen, waarschijnlijk nooit te beantwoorden. Van welke kant ik dit onpeilbaar, onwezenlijk vrouwenleven tracht te benaderen, steeds blijft ze me vreemd. Haar geschriften staan me verre en zijn niet voor mij bestemd. Uit haar proza klinkt de hooge toon van de mystieke extase, die niet bij iedereen weerklank vindt, en het mist de naïeve bekoring van menig middeleeuwsch heiligenverhaal. Een enkel goed gedicht, tusschen veel gerijmel verspreid, is 't eenige wat me in haar beide boekjes heeft getroffen. Nog verder dan haar werk staat haar persoon van mij af. Ik gruw van haar ‘grof haren cleet’, altijd 't zelfde, zomer en winter; de koude van haar ‘cluse’, zonder vuur, verkilt me en de 57 jaren, doorgebracht in éénzelfde ruimte, worden me een benauwenis. In zijn soort is het misschien een heldenleven geweest. Maar het ‘carpe diem’ is voor anderen dan Suster Bertken geschreven.

 

's-Gravenhage, Juni 1925

M.E. Kronenberg.

voetnoot1)
Zie Ned. Bibliographie 308-309.
voetnoot2)
J. Snellen, Een boecxken gemaket van Suster Bertken, enz. Herdrukken v.d. Mij. d. Ned. Letterk. No. 3 (Utr. 1924), XXIV.
voetnoot1)
Ned. Bibliographie 1338.
voetnoot2)
Ned. Bibliographie 613; zie deze houtsnee ald. op de verso-zijde van het blad, gefoliëerd Cciiij.
voetnoot1)
Ned. Bibliographie 1618; ook afgebeeld W. Nijhoff, L'art typographique dans les Pays-Bas (1500-1540). livr. 6 (La Haye 1905). Leiden, Peter Janszoon pl. I. 1.
voetnoot1)
Zie Tijdschrift voor Geschiedenis, Oudheden en Statistiek van Utrecht, uitgeg. door N. van der Monde V (1839), 289 en verder J. Snellen, a. w., I.
voetnoot2)
Zie voorbeelden in de beschrijvingen Ned. Bibliographie 145, 308, 466, 1077, 1347, 1488, 1720 en 1844.
voetnoot3)
Zie aanteekening bij Ned. Bibliographie 308.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Suster Bertkens boeck dat sy selver gemaect ende bescreven heeft


auteurs

  • M.E. Kronenberg


datums

  • juni 1925