Het Boek. Jaargang 15
(1926)– [tijdschrift] Boek, Het–
[pagina 209]
| |
Twee gedrukte Geldersche plakkaten uit de jaren 1538 en 1540Binnen betrekkelijk korte tijd wordt het nu de derde maal, dat ik hier de aandacht vraag voor belangrijk oud drukwerk, in het Zutphensche Gemeente-Archief gevondenGa naar voetnoot1). Zou dit archief inderdaad rijker dan andere zijn aan vroege gedrukte stukken? Er is geen reden het te gelooven. Maar de omstandigheden zijn nergens zoo gunstig als in Zutphen, waar we in Dr. K.O. Meinsma een uitnemende voorpost bezitten. Liefhebber van oude boeken en handschriften in hart en nieren, brengt hij veel van zijn vrije tijd in Librye of Archief door en heeft daar al menige vondst gedaan. Zoo mocht ik onlangs weer een viertal gedrukte plakkaten van hem te leen ontvangen, eigendom van het Gemeente-Archief, uit onbeschreven pakjes opgediept. Twee ervan bleken, gelijk hij al veronderstelde, Duitsch drukwerk te zijn, maar de beide andere hebben een echt Nederlandsch aspect en de beschrijvingen ervan worden dankbaar in het Supplement op de Nederlandsche Bibliographie ingelijfd. Het zijn proclamaties van hertog Willem van Gelre, nog van het hertogelijk zegel voorzien, respectievelijk 178 × 264 en 210 × 305 mM. groot. De tekst van de vroegste wordt hiernevens gereproduceerd. Op 22 Juli 1538 heeft Willem het stuk te Arnhem uitgevaardigd, dus nog geen maand nadat hij Karel was opgevolgd. Het bevat een oproep om binnen 6 weken na Maria Hemelvaart (15 Aug.) leengoederen te verzoeken, de eed te vernieuwen of leenen te ontvangen. Het groote aantal eedvernieuwingen in het Register op de leenaktenboeken van ... Gelre, opgeteekend in de maand September 1538, is het uitvloeisel van deze oorkonde. Het tweede plakkaat bevat een verklaring over het erfrecht, gegeven te Nijmegen in 1540. De datum 10 Mei is met de hand ingevuld. Het afschrift ervan voeg ik hier als Bijlage aan toe. Want | |
[pagina 210]
| |
wel is het reeds eerder afgedruktGa naar voetnoot1), maar heel klaarblijkelijk naar een oudere, misschien geschreven tekst. Bijna geen woord is op gelijke wijze gespeld; hier en daar zijn zelfs kleine afwijkingen in de redactie. Vandaar dat een afschrift van deze versie mij niet overbodig leek. Voorzoover ik heb kunnen nagaan is het andere plakkaat in geen enkele verzameling van Geldersche publicaties uitgegeven. ![]() Willem, hertog van Gelre, enz., Plakkaat over de leengoederen van 22 Juli 1538. (Nijmegen, Petr. Elsenius? 1538).
Dat hertog Willem in het eerste stuk de titel ‘Soen tot Cleue Guylich ind Bergh’, in het tweede die van ‘Hertouch to Guylich Gelre Cleue ind Berg’ voert, ligt hem hierin, dat zijn vader, de hertog van Gulik, in Febr. 1539 was overleden en hij dus onderwijl van ‘Soen’ tot hertog van Gulik, enz. was opgeklommen. De taal van beide is het ‘Overlandsche’ dialect, toentertijd in het Oosten van ons land tot diep in 't Duitsche rijk zeer verspreid. Wie is de drukker van deze beide proclamaties geweest? Dat ze uit dezelfde drukkerij stammen, staat als een paal boven water; | |
[pagina 211]
| |
de teksttype, de beginletter W, kleine lombard, en ook de zwierige grootere letter W met krullen, gevormd naar het model van de geschreven kanselarijinitiaal, zijn in beide gelijk. Nederlandsche drukken zijn het zonder twijfel. In Arnhem was in die dagen geen drukker gevestigd. Wel in Nijmegen, waar Peter van Elsen of Petrus Elsenius in 1536 een drukkerij begonnen was, die volgens LedeboerGa naar voetnoot1) tot 1556 gewerkt heeft. Uit dat jaar 1556 is mij toevallig een uitgave van de Homulus bekend, door hem gedrukt, doch verder weet ik niet, wat hij na 1540 geproduceerd heeft. 't Geen hij echter tot 1540 geleverd heeft, is bitter weinig. Bij de drie drukken tusschen 1536 en 1540, in de Nederlandsche Bibliographie beschreven (de nos. 1146, 1499 en 1727), kan men nog voegen de Brieff van die peerdtmerct van 1540, klaarblijkelijk een plakkaat, waarvan hij in opdracht van de stad 1000 stuks gedrukt heeftGa naar voetnoot2). Exemplaren daarvan schijnen niet bekend te zijn. Terwijl er bewijzen zijn, dat Karel van Gelder vroeger in Zwolle, Deventer, Utrecht en misschien ook in ZutphenGa naar voetnoot3) liet drukken, ligt het voor de hand dat hertog Willem, die soms in Nijmegen, soms in Arnhem woonde, zijn drukwerk, nu dit mogelijk was geworden, dichter bij huis, door Elsenius te Nijmegen, heeft laten maken. Volmaakte zekerheid, dat Elsenius de drukker is, heb ik echter niet en we moeten ons tevreden stellen met gissingen en waarschijnlijkheidsbewijzen. Typenonderzoek, het stokpaardje van ieder modern bibliograaf, geeft hier geen beslissend resultaat. Want de tekstletter is zoo algemeen gebruikt door bijna alle Nederlandsche drukkers, dat daaruit geen conclusies te trekken zijn. | |
[pagina 212]
| |
Wel weten we in ieder geval, dat Elsenius de type ook bezat; drie regels op de titel van Placentius, Pucna porcorumGa naar voetnoot1) zijn er de bewijzen van. Dat zoowel in Placentius als in de beide plakkaten de type een enkel divies heeft, verhoogt de kansen van Elsenius. Deventersch, Utrechtsch of Zwolsch drukwerk is het klaarblijkelijk niet. De eenige drukker, die in 1538-1540 nog in Deventer werkte, Albert Pafraet, gebruikte deze type, zoover ik weet, niet. Berntsz. in Utrecht heeft wel een gelijke type, maar met een dubbel divies. Zekerheid, dat er in die jaren een drukker te Zwolle was, hebben we zelfs niet; misschien werkte Lubbertus Rensinck er toen. Maar zijn analoge type, die ik alleen uit reproducties ken, schijnt af te wijken van die onzer beide plakkaten (dubbel divies, verschil letter R?). En een dubbel divies, afwijkend van het enkele der plakkaten, heeft ook Thieman Petersz. Os van Breda in zijn uitgave van 1518; verondersteld dan, 't geen nog niet bewezen is, dat hij met ‘Tyman myns gnadigen Heeren Prenter’ bedoeld wordt. Mocht de sierlijke initiaal W nog eens in een andere druk van Elsenius worden aangetroffen, dan zou tegen de toeschrijving aan hem weinig meer in te brengen zijn. Zooals de zaken nu staan, blijft het een vermoeden, maar dat toch wel op eenige waarschijnlijkheid berust. In ieder geval zijn de twee plakkaten uit het Zutphensche Archief èn voor de historicus, èn voor de bibliograaf niet zonder belang. Aan Meinsma onze dank, dat hij ze te voorschijn heeft getooverd.
's-Gravenhage, Febr. 1926. M.E. Kronenberg. | |
BijlageWIlhelm Hertouch to Guylich Gelre Cleue || ind Berg. Greue to der Marck Zutphen || Ind Rauenssberg. Heer to Rauenstein ƶc̄. || (2 regels blank) W (hsn. als in gereproduceerd stuk) Y doen kondt. Als wij to mehrmaelen van vnsem vnder-|| daenē vnsers Furstendombs Gelre ind greffschap Zut- || phen vlytelic ind vnderdieniglick angesoicht ind gebedē || sijn worden /eijn verclaeringhe in gedachten vnsern Hertouchdom ind || greffschap to publicieren Ind vthgaen telaten dat Kynds kyndere die || Enckelen genoempt werden. Oick broder offte suster | |
[pagina 213]
| |
kijnder In dat ver- || sterff Ind successie oerer alde vader Ind alde moder / oick oerer vader ind || moder broder offte suster in stat oerer alderen miteruen ind succedieren || sollen mogē. Ind euer sulx in beijden fellen hierbeuorens durch Keyser- || licke Maiest. vnsern aller gnedigstē heren v̓kiert / Edicten daeraeuer || vith gegaen Ind in dem Roemsche Rijck deutscher nation publiciert / oic || datselue in beschreuen rechten / Reden / ind billicheit gegrundt. Hebben || wy demnae sulx gemelten vnsern vnderdanen nyet weten tho weygerē || sonder geconsentiert / consentieren ind verkundigē allen ind yegelicken || mitz desen dat die kijndts kijndere die Enckelen genoempt werden / || ghedachtes vnsers Furstendombs Gelre Ind graeffschap Zutphen || in dat v̓sterff ind naegelaten guederen oeres aldē vaders ind aldē mod's || Derglycken die brueder ind suster kynder in dat versterff ind naegelatē || guederen oerers vader ind moder broder offte suster van nu vortaen sul || len ind mogē in stat oeres vader ind moder eruen / ind mit oeren ohemē || ind moyen to gelicker deylūg gaen / gelicks als oer vader ind moder so || sij noch im leuen weren /gedaen solden hebben /allet vermog der publi- || cierter Keyserlicher constitution Ind bevelhen daerom allen ind iede || ren vnsern Richteren ind gerichten / dat sy sich henfordt nae desem vn- || serm Edict ind verkundigter Key. Constitution halden / darnae richten || erkennen ind vrdelen. Willen wij ons tot v allen ind yeglicken inson- || derheit versien. Vrkundt vnsers hierop gedruckten secret siegels. || Gegeuen in vnser stat Nymmegen op ten (in hs.: Xen) dach (in hs.: Maij) || Anno domini ƶc̄. XL. || (Hieronder zegel en rechts onder handteekeningGa naar voetnoot1). |
|