ongekenden omvang bracht en bijna gelijktijdig Luther aan de kerk de gehoorzaamheid opzegde. Door een afwisselend verscherpen en verzachten trachtten de Pausen der volgende eeuwen steeds opnieuw de kracht en de uitvoerbaarheid van het boekenverbod te handhaven. Paus Leo XIII heeft ten laatste de regels verzacht. Thans zijn van den Index afgevoerd alle schrijvers van vóór 1600, wier met de leer der kerk strijdende meeningen geheel onderwerp der historie zijn geworden; ook de regeling betreffende het gebruik der verboden boeken, voor studiedoeleinden en in het algemeen tot het verscherpen van het inzicht in de levensbeschouwing van andersdenkenden, zijn soepeler geworden. Spreker noemde eenige bekende Nederlandsche mannen en vrouwen, wier naam op den Index voorkomt, lichtte toe welke beweegreden daarbij waarschijnlijk den doorslag heeft gegeven en maakte duidelijk hoe het komt dat sommige werken en schrijvers na onderzoek op den Index worden geplaatst, terwijl andere daarop niet voorkomen omdat het onderzoek zich niet tot hun werk heeft uitgestrekt. De verklaring daarvan ligt in de werkwijze der Congregatie van den Index, die in de praktijk als een gerechtshof met geheime zittingen in hoofdzaak slechts die werken uit elke litteratuur kan onderzoeken, welke haar door de geestelijke autoriteiten der verschillende landen als kwestieus worden voorgelegd.
Nadat de voorzitter den spreker had bedankt en het voorstel had gedaan eventueele vragen tot na het verschijnen der lezing in het orgaan uit te stellen, gaf hij het woord aan Mej. S. Lobo die het onderwerp ‘Jeugdbibliotheek en school’ inleidde. In een helder overzicht gaf de spreekster de verhouding aan tusschen de bibliotheek voor de jeugd en de schoolboekerij, zooals die zich voornamelijk in Amerika, in de Skandinavische landen en in ons land ontwikkelt. Zij wees op de mogelijke samenwerking die o.a. daar bereikt wordt, waar de jeugdbibliotheek als een soort algemeene centrale aan verschillende scholen gelijkwaardige heele bibliotheekjes verschaft, waarvan dan de onderwijzers de verdere uitleening aan de leerlingen regelen, en die na een bepaalden tijd in de jeugdbibliotheek terugkeeren om daarna verwisseld te worden. Deze verdeeling der werkzaamheid tusschen bibliotheek en onderwijzer wordt reeds op vele plaatsen met goed gevolg toegepast. De gelegenheid tot gedachtenwisseling moest tot den volgenden dag worden uitgesteld, daar de tijd genaderd was dat het gemeentebestuur van Enschedé het congres zou begroeten.
Dit geschiedde in het rijke patriciërshuis dat door een vorstelijke gift van Mevr. Blijdenstein-van Heek als huisvesting voor de Openbare leeszaal is geschonken. De hartelijke toespraak van den burgemeester, den heer Edo Bergsma, gaf een beeld van de belangstelling van het gemeentebestuur voor deze kostbare stichting van eenige vermogende ingezetenen. Nadat de voorzitter voor de verwelkoming had bedankt, bezichtigden de aanwezigen het gebouw met zijn vele, gedeeltelijk nog niet in gebruik genomen, zalen en vertrekken en namen algemeen den indruk mee, dat daarin een prachtige gelegenheid voor vruchtdragenden arbeid is geschapen. De avond vereenigde de congressisten met een aantal hunner gastheeren en gastvrouwen aan een zeer geanimeerden en met vele geestige toespraken gekruiden maaltijd.
Den volgenden ochtend werden de werkzaamheden om half tien hervat in de zaal van het Volkspark. Na het afdoen van verschillende huishoudelijke zaken, waarbij o.a. het congresbestuur in zijn geheel werd herbenoemd en ook de reeds aangeroerde vraag over plaats en tijdstip van het volgende congres ter sprake kwam, opperde de heer J. van Dijk bij de rondvraag het denkbeeld om voor een volgend congres als onderwerp aan de orde te stellen: de sociaalpaedagogische strekking der openbare leeszalen. Het bestuur nam deze aanwijzing in overweging. Daar voor een openbare discussie over het onderwerp van Mej. Lobo thans geen belangstelling bleek te bestaan, gaf de voorzitter het woord aan Dr. F. Kossmann voor zijn voordracht over ‘Liederen op losse bladen’. Spreker deed eenige grepen uit de geschiedenis der voor verkoop op straat bestemde, door mars