eigentliche Gründe und Eksteine des Groenlaendischen Tempels.’
Johannes Beck had de taal in Groenland zelf moeten leeren, en hij drukt zijn voldoening erover uit, dat het hem na 20 jaar gelukt een boekje in hun taal te schrijven: ‘denn es ist gewiss vor etliche und zwanzig jahren wenig Menschen eingefallen, dass eure Lehrer mit eurer sprache so bekant werden, viel weiniger dass so viel Heiden des Heilands Schmerzens-Lohn werden solten und etliche aus ihnen unsere Mitarbeiter.’
Wat nu voor ons Nederlanders een bizondere waarde aan dit boekje geeft, is dat het in Nederland ontstond. De schrijver onderteekent zijn voorrede aldus: ‘Annenhoff auf Heerendyk an der Yssel d. 15ten Febr 1759.’
In het nooit volprezen Aardrijkskundig Woordenboek van A.J. van der Aa, in het vijfde deel, dat in 1844 verscheen, vinden we dat Heerendijk terug:
‘Heerendijk ('S), h(uis) in de bar(onie) van IJsselstein, prov. Utrecht, arr(ondissement) en 2 u(ur) Z.Z.W. van Utrecht, kant(on), gem(eente) en ¼ u(ur) van IJsselstein, aan den IJssel.
‘Dit h(uis) is, omtrent het jaar 1736 gebouwd, door die van de gezindheid der Moravische broeders of de Evangelische broedergemeente. De Baron Frederik van Watteville had er bij den aan-