Het vijfde bibliothecarissencongres
Na een officieele ontvangst ten stadhuize in Den Bosch, waarbij de burgemeester en dr. J. ter Meulen, bibliothecaris van de bibliotheek van het Vredespaleis als congresvoorzitter het woord voerden, is den 30sten Mei ongeveer halfvier in Den Bosch het vijfde bibliothecarissencongres begonnen. De vergadering, die door den commissaris der Koningin in Noordbrabant werd bijgewoond werd na een begroeting door jhr. mr. van Sasse van Ysselt, voorzitter van het Provinciaal Genootschap, geopend door dr. J. ter Meulen, die wijlen de heeren J.H. Hessels te Haarlem en D.F. Scheurleer in den Haag herdacht.
De ontwikkeling van de leer- en leesgelegenheid besprekende, wees hij op het gevaar, dat het goede boek wordt verstikt. De bibliothecarissen krijgen tot nieuwe taak, uit wat de drukpers aflevert het belangrijke te vinden. De oude leuze: meer boeken, wilde spreker doen vervangen door de leuze: de redding van het goede boek.
De heer J. van Dijk, bibliothecaris der Openbare Leeszaal te Leeuwarden, hield een voordracht over: De sociale beteekenis van het leeszaalwerk.
Drs. A.B.M. Brans, bibliothecaris der Openbare Leeszaal te 's-Hertogenbosch, hield een voordracht over de indeeling van den romancatalogus. Na eenige discussie tusschen de dames de Clercq en Soeters, de heeren Greve, Kossmann, ter Meulen, Molhuysen, Theissen en de Wit, en de twee sprekers, werd de vergadering door den Voorzitter geschorst tot den volgenden morgen.
's Avonds genoten velen in de Sociëteit ‘Casino’ van de Beiaardbespeling van den St. Janstoren door den Stadsbeiaardier den Heer A. van Balkom, den Congresleden aangeboden door het Bestuur van de R.K. Openbare Leeszaal en Bibliotheek te 's-Hertogenbosch, en bleven na afloop nog eenige uren, genietend van muziek en dans, daar te zamen.
Dinsdagmorgen vergastte de heer Dr. J.S. Theissen zijne hoorders op een doorwrochte studie over: ‘Pamfletten’, die den heeren Van Beresteyn, Molhuysen en Van der Pot aan-leiding gaf tot het stellen van eenige vragen.
Na herkiezing van het zittend Bestuur, goedkeuring van de rekening en verantwoording van den Penningmeester en bepaling dat de keuze eener plaats voor het volgend Congres zal geschieden door het Bestuur in overleg met de Besturen van de Centrale Vereeniging voor Openbare Leeszalen en Bibliotheken en van de Nederlandsche Vereeniging van Bibliothecarissen en Bibliotheek-Ambtenaren kon de