Het Boek. Jaargang 18
(1929)– [tijdschrift] Boek, Het–
[pagina 58]
| |
VariaJan Theunisz gestraftIn zijn baanbrekend opstel over dezen Oriëntalist-pamflettist-boekdrukker-herbergierGa naar voetnoot1) in het Jaarboek Amstelodamum 1928 heeft Mr. H.F. Wijnman reeds medegedeeld, dat deze woelige geest 17 December 1634 zijn ruzies met de Doopsgezinde Gemeente te Amsterdam door ootmoedig schuld te belijden opgegeven heeft. Ongetwijfeld - voegt Mr. Wijnman menschkundig hier aan toe - moet aan dezen stap van den 65-jarige heel wat voorafgegaan zijn (Wijnman, t.a.p., blz. 100). Ongetwijfeld! Immers de Amsterdamsche Schepenbank wees 28 September 1633 het navolgende strafvonnis tegen hemGa naar voetnoot2): Alzoo Jan Theunisz, tapper in ‘De Ministen Bruiloft’ in de Oudebrugsteeg, binnen dezer stede, hem zulks heeft te buiten gegaan, dat hij boven in 't huis, alwaar hij woont, verscheiden plaatsen afgeschoten en gemaakt heeft, in dewelke hij gelagen zet en voor dezelve gespijkerd heeft den heiligen naam van Christus en al zijne apostelen, ieder op een bordeke voor een derzelver plaatsen en door middel van derzelver namen rekeningen van de lagenotenGa naar voetnoot3) houdt; dat hij nog daarenboven zeker crucifix mede daaromtrent opgehangen en een fontein door dezelve geleid en doen spelen heeft, boven dewelke geschreven stond ‘de Fontein des Levens’; gelijk hij mede twee witte duiven opgehangen en twee beelden opgericht heeft; Ik kan me levendig voorstellen, dat Mijne Heeren van het Gerecht al heel weinig gesticht waren over dit muziekhuis met zijn ‘boxes’ of ‘chambres-séparées’ op den zolder, en waarboven zulke voor het godsdienstige gevoel stuitende opschriften aangebracht waren. Ergerlijk was 't zeker | |
[pagina 59]
| |
ook, dat de rekeningen van de bezoekers dezer onheilige ‘Hollandsche Binnenhuisjes’ met die op de naambordjes dezer kotjes voorkomende Nieuw-Testamentische namen anoniem genoemd werden. Ook de naam van de fontein, die, zooals ons Mr. Wijnman zoo aardig verteld heeft, nog vele jaren later de bezoekers zoo bijzonder vermaakte, doet ook ons bedenkelijk het voorhoofd fronsen. Maar onze Jan heeft blijkbaar al spoedig z'n leven gebeterd. 11 Juni 1634 spoot de fontein weer lustig (Wijnman, t.a.p., blz. 29); had 't gerecht het verbod deze te laten werken dus al opgeheven. Izak Prins. | |
De ‘Turkenkalender’Een heel bijzonder boekje, waarvan alle boekenvrienden wel eens hebben gehoord, maar dat slechts weinigen hebben gezien, is door de Gutenberg Gesellschaft als een harer ‘kleine drukken’ (no. IX a en b) aan hare leden toegezonden, in zorgvuldige nabootsing en vergezeld van eene wetenschappelijke studie. Een heel welkom geschenk. Het is geen mechanische nabootsing; wie technische studies over dezen heel ouden en heel belangrijken druk wil maken, moet niet van dit boekje uitgaan. Het eenige bekende exemplaar van den ouden Turkenkalender voor 1455 is in de Münchener Staatsbibliotheek Eene photografische afbeelding daarvan heeft aan de lettergieterij D. Stempel A.G. te Frankfort a.d. Main als voorbeeld gediend voor dezen druk. Zij heeft daarvoor typen ontworpen en gegoten geheel naar dezelfde methode die zij meent dat Gutenberg zelf voor de vervaardiging van zijne typen had gebruikt. We kunnen er m.i. zeker van zijn, dat dit eene illusie is. De wijze van werken van die uitvinders van bijna 5 eeuwen geleden zal wel altijd nog veel primitiever zijn geweest dan een knap technicus van onzen tijd zich dat kan denken. Maar ook voor de benadering van zulk een oude techniek, waarbij de grootste nauwgezetheid en eene grondige kennis en diepgaande studie de leiding gaven, moeten we den grootsten eerbied hebben. En wat geldt voor de techniek, geldt ook van de historische studie. Met den tekst van het oude boekje geeft dezelfde drukkerij eene uitvoerige en degelijke studie van Gustav Mori, zeker een van de beste technische kenners van de oudste producten van de Mainzer drukkunst. Hij vertelt ons zooveel over de werkzaamheid van Gutenberg en zijne omgeving en de verschillende typen door hen gebruikt, die hij alle aan hunne plaats en hunnen drukker weet weer te geven. dat men bijna zou vergeten dat daarin zoo heel veel hypothetisch is, dat geen van die drukken een drukkersnaam heeft. Maar één ding hebben verscheidene van deze merkwaardige boekjes wel, namelijk een jaartal. Een heel groot verschil met onze oude Nederlandsche drukken, en waarop men vaak nadruk legt. Men zou er als een natuurlijke gevolgtrekking uit willen afleiden, dat die Nederlandsche primitieve drukken dan ook wel van later datum zullen zijn. Dit zou eene onjuiste redeneering zijn. Het geval wil nu eenmaal, dat de oudste Nederlandsche drukken schoolboekjes zijn, waarop men geen jaartal placht te zetten, terwijl onder de Mainzer drukken kalenders zijn en aflaatbrieven, die uit den aard der zaak wel een jaartal hebben. De Turkenkalender behoort tot de groep drukken, die hun aanzijn te danken hebben aan de groote gebeurtenis die in 1453 de wereld in rep en roer bracht, de inneming van Constantinopel door de Turken. De Keizerstad in het Oosten gevallen, het groote Christenrijk ten onder gegaan! Wie zou in Europa die voortdringende barbarenmacht nu nog kunnen weerstaan? Alle Christenen zouden zich moeten aaneensluiten tot afweer, een nieuwe kruistocht was het eenige dat kon redden. Hieraan hebben de aflaatbrieven van 1454 en 1455 hun aanzijn te danken; de verkoop in het | |
[pagina 60]
| |
groot moest helpen om de noodige geldmiddelen bijeen te brengen. En hiertoe strekte ook de Turkenkalender, een allermerkwaardigst boekje. Voor het eerst een druk in de volkstaal; een druk op rijm, in groote, heldere letter. Ook de inhoud verdient kennisneming; daarvan mag hier een overzicht volgen; voor de drukletter en de geschiedenis van de verschillende Gutenberg-drukken volgens de nieuwste historisch-technische onderzoekingen zij naar de studie van Mori verwezen. Ziehier den aanhef; de verkortingsteekens opgelost, en de versregels die in den druk doorloopen, onder elkaar geplaatst. Eyn manung der cristenheit widder die durken
O Almechtig konnig in himmels tron
Der vff ertrich ein dorne crone
V̄ sin striitbaner von blude rot
Das heiige crutze in sterbender not
Selber hat getragen zu der marter grois
V̄ den bittern dot nackt vnd blois
Dar an vmb mentschlich heil gelitten
V̄ vns do mit erloist vnd erstritten
V̄ den bosen fyant vber wunden
Hilff vns vorbas in allen stunden
widder vnser fynde durcken v̄ heiden
Mache en yren bosen gewalt leiden
Den sie zu constantinopel in kriechenlant
An manchen cristen mentschen begangen hant
Mit fahen martern v̄ dotslagen vnd uersmehen
Als den aposteln vor ziiten ist gescheen
Vmb die xii stucke des heilgen glauben gut
Halt xii die gulden zale in nut
Auch werden dis iar xii nuwer schin
Visiteren die xii Zeichen des himmels din
Als man zelet noch diner geburt vffenbar
M.cccc.lv. iar
Sieben wochen v̄ iiij. dage do by
Von nativitatis bis esto michi
Gib dem heilgen sontage das E
Vnd gnade vns armen sundern vmmerme
We zien hier een smeekgebed tot redding van de Christenheid met vermelding van de wreedheden der Turken, en daarbij aanknoopend de gegevens voor den kalender, guldengetal, jaartal, zondagsletter enz. en ertusschen de aankondiging van twaalf nieuwe manen. De preciese aanwijzing van het tijdstip van nieuwe maan in elke maand wordt in elk der twaalf volgende hoofdstukjes gegeven, weer aanknoopend bij een krachtigen oproep gericht aan de vorsten, de volken en de steden van het christelijke Europa. Men voelt het hopelooze van den oproep, tot die in het oneindige verdeelde wereld gericht. Allereerst komt met het opschrift Hartmandt (Januari) een toespraak tot den Paus Wol an stathalter vnsers herren ihesus
Du heilger vater babst nicolaus ....
In Februari ‘Hornung’ wordt de Keizer toegesproken; in Maart de allereerst bedreigde machten van het Oosten: Mechtiger keiser troppesondan
Edeler konnig der konnigrichs ykerman
Ir ragunser alboneser v̄ wulgarischen
| |
[pagina 61]
| |
Dalmacien cruacien vn wendischen
Ir frommen cristen genois
Helffent widdersten des turcken stois ....
Die ‘machtige Keizer van Trebisonde’, de laatste rest in Klein-Azië van het Keizerrijk, zou na enkele jaren reeds vallen, en van die andere verspreide machten was ook weinig te hopen. In April gaat dan de dichter over tot de staten van het westen: Woluff cristeliche konnige allesampt
Von Frankrich v̄ von engelant
Von castelle vnd von nafferen
Von beheim vnd vngern
Von portegal vnd von arrugun
Von cypern dacien vnd palun
Von denmarcken Sweden vnd norwegen
Helffent mit uwer macht den turcken sweigen
Vff dinstag von sant iorgen hochgezijt
Des nachtes noch xij das vierde nuwe gelijt
Deze korte maandparagraaf die zooveel staten noemt geef ik in haar geheel als voorbeeld hoe steeds de tijd van nieuwe maan zonder overgang wordt vastgeknoopt aan den oproep ten strijde. Onder ‘Meye’ richt de dichter zich tot de geestelijke vorsten ‘Ir ertzbischoff vnd bischoff’, onder ‘Brochmant’ (Juni) tot den Dauphin (‘Der konniglich sone der delffen’) en een reeks andere machtige heeren, die pas te voren in den Elsas waren gevallen en daar veel schade hadden gedaan. Dan komt hij tot den hertog van Bourgondië, den eenigen vorst die reeds steun had geboden: Haumant
Hertzoge von burgunde men sagt dir rume
Das du dich mit dinem furstum
Gar willig erboten haist
Dinen guten willen volnherte fast ....
In de volgende verzen komen Italië en Germanië, Oostenrijk en tal van Duitsche vorsten en heeren aan de beurt, en dan komt onder November, in de toespraak tot de vrije steden eene ernstige bedreiging: Slachtmant
Woluff ir fryen richstete alle gemein
Dan wo ir sunderlich sprechent nein
Oder uwer ein teil sich her widder satzten
Das wer ein ding das uch schatte
An uwer friheit ere vnd gut
Dan man vch an das gerne schaden dut
Dar vm uersorgent vch selbs vor an
Vnd ziehent erlich vnder des richs fan
Bestellet vch wol mit gezuge brot vnd win ....
Onder ‘wintermant’ komt eindelijk een nieuwsbericht van een nederlaag door de Turken geleden, en daaraan knoopt zich een nieuw gebed tot God en tot Maria voor eenheid onder de christenen en afweer van de Turken, weer eindigende met aanwijzing van den dag van de twaalfde nieuwe maan en den wensch ‘Eyn gut selig nuwe Jar’. |
|