Het Boek. Jaargang 19
(1930)– [tijdschrift] Boek, Het–
[pagina 289]
| |||||||||||||||||||||
[Nummer 5]Een onbekende Antwerpsche uitgave van Suster Bertken's werkenRijker aan verrassingen dan Sint Nicolaas is de studie der postincunabelen in Nederland. Nu zond onlangs weer de bibliothecaris van de Cathedral Library in Lincoln, Canon W.H. KynastonGa naar voetnoot1), samen met andere vragen om bibliografische inlichtingen aan de heer W. Nijhoff, enkele foto's van een daar onbekend, Nederlandsch devoot boekje. Dit bleek niets minder te zijn dan een uitgave, nergens vermeld, van Suster Bertken's beide geschriften. Op ons verzoek was de Lincolnsche bibliothecaris zoo vriendelijk, meer afbeeldingen te zenden, zoodat ik in de gelegenheid ben gesteld de boekjes nauwkeurig te beschrijven voor het toekomstige supplement-deel op de Nederlandsche Bibliographie. Maar de vondst is van genoeg beteekenis, om er hier al vast een voorproefje van te geven. Tot nu toe waren ons alleen bekend twee uitgaven van Bertken's Boecxken van dye passie ons liefs heeren, beide bij Jan Seversz. te Leiden gedrukt, waarschijnlijk in 1516 en 1518, en één uitgave, bij dezelfde drukker, van haar Boeck tractierende van desen puncten van 1518Ga naar voetnoot2). De Cathedral Library in Lincoln blijkt van beide werkjes een Antwerpsche uitgave te bezitten, gedrukt bij Willem Vorsterman, zonder jaar. De beschrijving ervan vindt men in de Bijlage. Een vergelijking van de Leidsche en Antwerpsche uitgaven lag voor de hand, maar kon uit de aard van de zaak verre van volledig zijn. Want ik bezit slechts de reproducties van 8 bladzijden uit het eerste en van 12 uit het tweede werkje, die er in 't geheel 56 en 72 tellen. Voldoende echter om vast te stellen, dat de uiterlijke overeenkomst van het Boecxken van dye passie in de drukken van Jan Seversz. (Ned. Bibl. 308) en van Vorsterman treffend is. Van de 6 | |||||||||||||||||||||
[pagina 290]
| |||||||||||||||||||||
bedrukte bladzijden, die ik heb kunnen vergelijken, bevatten er 5 precies hetzelfde stuk tekst (bll. 1b, 2a, 13b, 14a en 28a). Alleen op bl. 27b heeft de uitgave van Jan Seversz. 2½ woord meer dan die van Vorsterman. Ook de verdeeling der houtsneden over beide uitgaven is identiek; op dezelfde bladzijde dezelfde voorstelling. De drie houtsneden van Vorsterman, waarvan ik reproducties heb, - geknield vrouwtje voor gekruiste Christus, Pilatus en Gethsemane - lijken bovendien als twee droppels water op de afbeeldingen bij Jan Seversz. en men moet er met de neus op gaan liggen, om geringe verschilletjes te ontdekken. Eén van de twee drukkers - wie bespreken wij later - heeft zonder de minste twijfel zijn boekje van de ander nagedrukt. Formaat, aantal bladen, signaturen en katernen, maat en soort van de teksttype, alles is angstvallig nagevolgd. Iets minder groot is de overeenstemming tusschen de twee uitgaven van het Boeck tractierende van desen puncten. Wel zijn ook in deze beide het aantal bladen, de signaturen, de indeeling van de katernen en de typensoort gelijk. Maar in de keuze der houtsneden zijn afwijkingen. Alleen Gethsemane en het geknielde vrouwtje vindt men terzelfder plaatse (bll. 7a en 20b), doch de houtsneden, die Jan Seversz. op 1b (Christuskind) en aan 't slot (Christus als hovenier) heeft, komen bij Vorsterman niet voor, terwijl de aanbidding op 9b heel verschillend en misschien zelfs wel geen aanbidding is (slechts één figuur naast Maria). Echter heeft Vorsterman weer op 1b een houtsnede met 't Christusmonogram (zie afb. I), op 2b een biechteling voor een priesterGa naar voetnoot1) en aan 't slot een zijner drukkersmerkenGa naar voetnoot2). Het verschil in de houtsneden en hun rangschikking brengt vanzelf ook verschil in de tekstverdeeling mede. Toch zijn er van de 11 bladzijden tekst, die ik tot mijn beschikking heb, nog 5 (bll. 1a, 2b, 7a, 25b, 26a), volkomen parallel loopend met Jan Seversz.' uitgave. Op een 2-tal andere bladzijden (3a, 6b) bedraagt het verschil enkele woorden, op 35b - 36a enkele regels. Van iets meer beteekenis is de afwijking op bll. 1b - 2a; de tekst, die hier in Vorsterman's druk over beide bladzijden is verdeeld, beslaat bij Jan Seversz. uitsluitend bl. 2a. Het opschrift ‘Een schoon ghebet van den soeten naem Ihesus’ ontbreekt bij Jan Seversz. Als geheel vertoonen ook deze beide uitgaven veel punten van overeenstem- | |||||||||||||||||||||
[pagina 291]
| |||||||||||||||||||||
ming en men mag dus gerust aannemen, dat de laatstverschenene naar de voorafgaande gevolgd is. Belangrijker dan de vergelijking der houtsneden en tekstindeeling is ondertusschen de verhouding der teksten zelf in de Leidsche en Antwerpsche uitgaven. Eenige jaren geleden heb ik hierGa naar voetnoot1) de resultaten meegedeeld van een collatie der twee uitgaven van het Boecxken van dye passie, beide door Jan Seversz. gedrukt. Groot zijn de afwijkingen in zijn eerste druk, te Berlijn bewaard, van de tweede, door Mej. Snellen voor haar herdruk gebruiktGa naar voetnoot2), niet. Tenminste, heel wat talrijker bleken mij thans de verschillen te wezen tusschen Jan Seversz.' uitgaven van beide werkjes en die van Vorsterman. Voor een aanzienlijk deel zijn dat dialect-wisselvormen, als crucen - cruycen, duerbaren - dierbaren, mijns doots - mijnder doot, du - ghi. Eveneens komen kleine omzettingen in de zinsbouw nog al dikwijls voor. Maar ook worden er herhaaldelijk andere woorden gevonden. Hier volgen enkele grepen uit mijn collatie: | |||||||||||||||||||||
Boecxken van dye passieGa naar voetnoot3)
| |||||||||||||||||||||
[pagina 292]
| |||||||||||||||||||||
Terwijl het op deze plaatsen niet gemakkelijk zou zijn te beslissen, welke tekst de beste is, ben ik geneigd op de volgende die van Vorsterman te verkiezen:
Iets verderop houd ik zelfs de lezing bij Seversz. voor een drukfout; ‘van’, bij Vorsterman in ‘nau’ veranderd, geeft een veel beter zin:
In tegenstelling met de lezing van de eerste uitgave op bl. 1b, die Suster Bertken laat sterven in 1516Ga naar voetnoot2), heeft Vorsterman dezelfde en, naar ik aantoonde, correctere lezing als Seversz.' tweede uitgave: M.CCCCC.ende.Xiiij. Op bl. 19a r. 10-11 staat Vorsterman's druk ook dichter bij de tweede uitgave ... daer in glorierende in groter homoedicheyt... We vinden hier in de eerste druk voor ‘homoedicheyt’ ‘eerwaerdicheit’Ga naar voetnoot3). De Antwerpsche uitgave van Bertken's tweede werkje vertoont eveneens enkele afwijkingen van de Leidsche. Op de volgende plaats heeft mej. Snellen reeds opgemerkt, dat de tekst bij Seversz. een onzuiver zinsverband gaf; bij Vorsterman blijkt die te zijn verbeterd: | |||||||||||||||||||||
Boeck tractierende van desen puncten
| |||||||||||||||||||||
[pagina 293]
| |||||||||||||||||||||
Eenige andere plaatsen bij Vorsterman bewijzen, dat de tekstverbeteringen, door mej. Snellen aangebracht, juist zijn:
Op twee andere plaatsen zijn de verbeteringen, door Mej. Snellen voorgeslagen, niet in overeenstemming met 't geen we bij Vorsterman vinden:
Kleine verschillen nog:
| |||||||||||||||||||||
[pagina 294]
| |||||||||||||||||||||
Op enkele plaatsen is de tekst bij Vorsterman uitvoeriger, zonder dat echter de inhoud merkbaar rijker is geworden. Ter vergelijking het volgende:
Het maakt op mij de indruk, dat in Vorsterman's uitgave op deze beide plaatsen opzettelijk wat woorden zijn toegevoegd, om de bladen vol te maken. Juist van bl. 2a af is er een klein verschil in de tekstindeeling, omdat bij Seversz. bl. 1b geheel, bij Vorsterman slechts ten deele door een houtsnee wordt ingenomen. Op bl. 2b is men aan 't begin weer op 't zelfde punt aangeland, maar het ruimer gezette opschrift bij Jan Seversz. ‘Een voer bereydinghe’, enz., over 6 regels verdeeld, dat er bij Vorsterman slechts 3 beslaat, het kleinere aantal regels van Seversz. (op deze bladzijde 18, tegen 21 bij Vorsterman), maakte, dat Vorsterman tekst te kort kwam en er dus wat soep bij maakte. Vanzelf brengen deze drukkerspractijken ons tot de belangrijke vraag, wiens druk de eerste is geweest. Op verschillende gronden houd ik het voor heel zeker, dat aan de uitgaven van Seversz. de prioriteit toekomt. De juist besproken aanleng-methoden wijzen daar reeds op. Het is duidelijk, dat er op die plaatsen niet is besnoeid door Seversz., doch wat toegevoegd door Vorsterman. Trouwens, er zijn meer aanwijzingen in die richting. De titel van het eerste werkje luidt bij Seversz., in zijn beide drukken: ‘Een boecxken gemaket van suster bertken’, enz.; bij Vorsterman: ‘Een deuoet boecxken ghemaect van suster Beertken’, enz. Een woord als ‘deuoet’ lascht men wel in, maar men laat het niet weg, als 't er oorspronkelijk stond. Een ander bewijs schuilt in de titelhoutsnee van 't eerste boekje, het geknielde vrouwtje voor de gekruiste Christus (zie afb. II). | |||||||||||||||||||||
[pagina *7]
| |||||||||||||||||||||
I. Suster Bertken, Boeck tracterende van dese puncten... Antwerpen, Vorsterman, (c. 1520), bll. 1 b - 2a.
| |||||||||||||||||||||
[pagina *8]
| |||||||||||||||||||||
II. Titelblad van Suster Bertken, Devoet boecxken van die passie o.l. heeren. Antwerpen, Vorsterman, (c. 1520).
| |||||||||||||||||||||
[pagina 295]
| |||||||||||||||||||||
Reeds vroeger heb ik laten zienGa naar voetnoot1), hoe deze houtsnee bij Seversz. een gedeelte is van een grootere, die hij had laten maken voor zijn uitgave der Legende van Katherina vander Seyn. Op de oorspronkelijke voorstelling ziet men nog een tweede figuurtje van Katherina, gekweld door duivelen (afb. V). Minder toepasselijk op Suster Bertken, werd het er voor de uitgave van haar werk afgesneden. In Seversz.' eerste druk bleef er nog een stuk van de voorgrond over, in de 2e verviel die en zoowel rechts als aan de onderzijde is de houtsnede daar niet af (afb. III).
III. Titelblad van Suster Bertken, Boecxken van dye passie ons liefs heeren. Leiden, Jan Seversz., (1518).
Vergelijken we de bijna gelijke houtsneden van Seversz. en Vorsterman, dan ontdekken we toch enkele kleine verschilletjes (b.v. schraveering lichaam Christus, | |||||||||||||||||||||
[pagina 296]
| |||||||||||||||||||||
plooien hoofddoek vrouwtje), en het blijkt, dat bij Vorsterman de houtsnee ook rechts en van onderen met een lijn is afgewerkt. Natuurlijk. De houtsnee van Vorsterman heeft geen voorgeschiedenis; een tweede Katharina heeft er nooit op gestaan. Zijn houtsnijder heeft Seversz.' verminkte voorstelling nagesneden. En nog wel zeer klaarblijkelijk die van de 2e druk; de voorgrond van de eerste komt hier niet voor. Aanwijzingen te over dus, dat Vorsterman de navolger is geweest. Maar ook indien we er geen enkel ander bewijs voor hadden, zou ik het in hooge mate waarschijnlijk hebben geacht, dat Suster Bertken's boeken eerst in Leiden en pas daarna in Antwerpen uitgegeven zijn. Het is al eenigszins verwonderlijk, dat deze niet in haar eigen stad, Utrecht, gedrukt werden. Een drukker was daar aanwezig; sinds 1514 was Jan Berntsz. er werkzaam. Vermoedelijk hebben de bezorgers van haar nalatenschap - of heeft zij 't soms zelf aldus beschikt? - het verkieslijker gevonden haar werk bij een drukker met een gevestigde reputatie ter perse te leggen dan bij een nieuweling in 't vak. Devote boekjes in de landstaal waren een specialiteit van Seversz.' drukkerij. In latere jaren heeft ook Berntsz. zich daar op toegelegd, maar omtrent 1516 had hij, voor zoover ik weet, nog uitsluitend Latijnsche werken uitgegeven. Wij kunnen dus gerust aannemen, dat deze Antwerpsche drukken na de Leidsche verschenen zijn. Seversz.' beide uitgaven van het Boecxken heb ik gemeend op 1516 en 1518 te moeten dateeren, het Boeck tractierende, enz. is van 1518. Het lijkt me waarschijnlijk, dat Vorsterman zijn uitgaven betrekkelijk kort daarop heeft laten drukken en als we ze op c. 1520 plaatsen, zijn we zeker niet ver van de waarheid. Stellig is het vóór 1525 geweest. Want in Vorsterman's uitgave van de (H) Ortulus anime in duytsche van 17 Febr. 1525 komt dezelfde houtsnee van priester met biechteling voorGa naar voetnoot1), maar meer versleten aan de rand dan hier in Bertken's Boeck tracterende, enz. De mogelijkheid is niet buitengesloten, dat een bestudeering der verdere houtsneden, waarvan ik geen afbeeldingen bezit, nog iets naders omtrent de dateering zou leeren. Het feit, dat Suster Bertken's geschriften in de Zuidelijke Nederlanden herdrukt zijn, is niet zonder beteekenis. Ook daar blijkt | |||||||||||||||||||||
[pagina 297]
| |||||||||||||||||||||
dus een kring van lezers te zijn geweest, ontvankelijk voor haar proza en gedichten. Het is wel heel merkwaardig, dat de eenige exemplaren ervan thans in Lincoln bewaard worden. Hoe ze er beland zijn, heeft de bibliothecaris kunnen nagaan. Links boven op het titelblad van Een devoet boecxken, enz. staat het monogram M H (zie afb. II), dat op vele boeken te Lincoln wordt aangetroffen. Het zijn de initialen van Michael Honeywood, een geleerde en een boekenverzamelaar, die als koningsgezinde een tijd lang in ballingschap te Utrecht heeft vertoefd. Van 1660-'81 was hij deken van de Kathedraal te Lincoln en liet er de bibliotheek bouwen door Christopher Wren. Zonder twijfel heeft Honeywood de beide boekjes uit Nederland meegebracht. Ook een veel vroegere eigenares kan nog aangewezen worden. Want aan het slot van het 2e boekje, onder het drukkersmerk (zie afb. IV), staat geschreven met hand 1e helft 16e eeuw: ‘Dat boeck hoort toe suster etgen vrerics dochter wonend te horn in sin marien convent’. Dus het is oorspronkelijk het eigendom geweest van een der nonnen in 't Mariaasconvent te Hoorn, een tertiarissen-kloosterGa naar voetnoot1). Nog moet eenige aandacht worden gevraagd voor de twee ronde prentjes, in het Lincolnsche exemplaar van het Boeck tracterende van dese puncten op blad 2a bevestigd (zie afb. I). Het zijn, blijkens een onderzoek op het British Museum, kopergravures. Ze stellen het Christus-monogram en Maria met Jezus voor. De heer M.D. Henkel, die ik erover raadpleegde, houdt ze voor Nederlandsch werk van ± 1525 en wees mij op verwante prentjes van de Brusselsche meester S in het Rijksprentenkabinet te Amsterdam. Het zou dus niet onmogelijk zijn, dat ‘Suster Etgen’ in Hoorn de plaatjes zelf in haar boekje heeft gespeld en dat ze daar reeds vier eeuwen in bewaard worden. Ten tweeden male ben ik thans, meer door het toeval dan door persoonlijke voorliefde, met Suster Bertken's geschriften in aanraking gekomen. Al heeft de vergelijking der Leidsche en Antwerpsche drukken tot nu toe geen hemelschokkende resultaten opgeleverd, afwijkingen vertoonen ze toch. En men moet hierbij vooral niet vergeten, dat slechts een zeer voorloopige collatie heeft kunnen geschieden; de foto's in mijn bezit geven maar ongeveer 't zevende deel van het totale aantal bladzijden weer. Er is | |||||||||||||||||||||
[pagina 298]
| |||||||||||||||||||||
dus nog heel wat werk te doen. Misschien voelt mej. Snellen, die blijkens haar jongste opstel in De StemGa naar voetnoot1) Suster Bertken een warm hart blijft toedragen, zich opgewekt, deze arbeid eens te ondernemen en ons een definitieve, zuivere tekst, met vermelding van varianten te schenken. Zij beschikt thans over drie uitgaven, de eerste Leidsche (te Berlijn) en de twee Antwerpsche (te Lincoln), die ze bij haar herdruk voor de Maatschappij der Ned. Letterkunde in 1924 ten deele niet gebruikt, ten deele niet gekend heeft. Het is lichtelijk te betreuren èn voor mej. Snellen, èn voor onze Maatschappij der Ned. Letterkunde, dat 't geen een standaarduitgave had moeten worden, door latere vondsten zoo spoedig onvolledig is geworden. Maar dat er nog steeds iets te vinden blijkt, 't geen de moeite waard is, verheugt mij als bibliograaf uitermate. Het is een prikkel tot verder onderzoek.
's-Gravenhage, April-Mei 1930. M.E. Kronenberg. ![]() IV. Suster Bertken, Boeck tracterende van dese puncten ... Antwerpen, Vorsterman, (c. 1520), bl. 36 b.
| |||||||||||||||||||||
[pagina 299]
| |||||||||||||||||||||
Bijlage.I. Suster Bertken, Een devoet boecxken van die passie ons liefs heeren. Antwerpen, Willem Vorsterman, (c. 1520).1a: Een deuoet boecxkē ║ ghemaect vā suster Beertken die ║ lvij. iaren besloten heeft gheseten ║ tot Vtrecht in die buerkercke. ║ hsn.: geknielde vrouwenfiguur vóór gekruisigde Christus ║ (titel rood en zwart). 1b: ⁌ Hier beghint een seer deuoet boecxken ║ van die passie ons liefs heeren lesu cristi ║ tracterēde / gheordineert na die ghetijden ║ der heyliger kercken met veel ander ghe= ║ beden en̄ puncten En̄ is ghemaect vā een ║ deuote Clusenersse gheheetē suster Bert= ║ ken / die .lvij. iaer besloten heuet gheseten ║ tot Vtrecht in die buerkercke in een cluy= ║ se dienēde gode En̄ si is ghestoruen op sin ║ te Lebuijns dach / en̄ leyt begrauē in haer ║ cluyse. Int iaer ons heeren .M.CCCCC. ║ ende .Xiiij. ║Een inwendighe aenmerckinghe der ║ minliker wercken ons liefs heren Ihesu ║ cristi beghinnende vander gheboertē tot ║ dat auontmael toe Tot verweckinghe ║ der deuocien ║ 2a: O Scepper alder creaturē coninc der ║ coningen ... 27b r.12: ⁌ Hier is voleynt een suuerlijc boecxkē ║ ghemaet(sic) en̄ bescreuen ... 28a: ⁌ Hier na volchht(sic) een deuoet ghebet dat ║ sinte Iheronimus die Cardinael maecte ║ en̄ heeft ghegeuē diet lesen ter eeren der ║ passien ons heerē aflaet vā alle sonden ║ HEere Ihū criste ghi wout vā den io ║ den ... r.18: ... ee= ║ wighe leuen. Amen. ║ Gheprint in die v'maerde coopstadt van ║ Antwerpen/ bi mi Willem vorstermā. ║ 28b hsn. als op titel. 8o. 28 bll., [A8]B - C8D4, goth., 21-22 rr., hsnn. Lincoln Cathedral Libr. | |||||||||||||||||||||
II. Suster Bertken, Boeck tracterende van dese puncten ...... Antwerpen, Willem Vorsterman, (c. 1520).1a: S(hsn.) Vster Bertkens boeck Trac= ║ terende van dese puncten hier ║ na bescreuen/ dat si selue ghe= ║ maect ende bescreuen heeft. ║ ⁌ In den eersten een schoon ghebet van ║ den soeten naem Ihesus ║ ⁌ Een voer bereydinge alsmen dat hey= ║ lighe sacramēt begheert te ontfangē ║ ⁌ Een deuoet gebet alsmēt onttfāgē (sic) he.(sic) ║ ⁌ Een deuoet ghebet om dat herte te ver ║ wecken tot deuocien. ║ ⁌ Een suyuerlick Tractaet vā den Kerst= ║ nacht en̄ der geboerten ons heeren. ║ ⁌ Van die minnēde siele en̄ haren brude= ║ gom Iesus een ynnighe sprake ║ ⁌ Oeck staē hier veel Liedekēs die suster ║ Bertken selue ghedicht heeft. ║ 1b hsn. met het monogram i ħ s, omringd door vier randjes ║ ⁌ Een schoon ghebet van den ║ soeten naem Ihesus ║ O Soete Ihesu maect mijn memorie ║ ghestadich ... 25b r.6: ⁌ Item dese liedekens die hier nae ║ volgen dye heeft suster Beert= ║ ken selue ghedicht en̄ ghe ║ maect... r.13: MEt desen nieuwē iare laet ons ghe ║ | |||||||||||||||||||||
[pagina 300]
| |||||||||||||||||||||
dachtich sijn ... 36a r.15: boosheyt wille. ║ Gheprint in die v'maerde coopstadt van ║ Antwerpē buten die camerpoorte In dē ║ gulden eenhoren bi mi Willē vorstermā ║ 36b drukkersmerk NAT.XXXII.203.
8o. 36 bll., a - d8e4, goth., 21-22 rr., hsnn. Lincoln Cathedral Libr. ![]() V. Houtsnee uit Legende van Katherina vander Seyn. Leiden, Jan Seversz., z.j. bl. 24b.
|
|