Het Boek. Serie 2. Jaargang 22
(1933-1934)– [tijdschrift] Boek, Het–
[pagina 134]
| |
Een onbekende aflaatbrief, gedrukt door Theod. Martinus te Leuven (ao 1514)Het origineel van de aflaatbrief, die hiernevens gereproduceerd wordt, is onlangs te voorschijn gekomen uit een portefeuille met fragmenten, particulier bezit van de heer Wouter Nijhoff. Bij het determineeren van de druk heeft de beginletter S, mij sinds lang vertrouwd, de weg naar de drukker gewezen. Het is Theodoricus Martinus Alostensis te Leuven, in wiens bezit ook de drie gebruikte typen zijn te vindenGa naar voetnoot1). Slechts de initiaal M, met de toepasselijke biechtvader en biechteling, kenden wij bij deze drukker nog niet. Wel is de voorstelling zeer gewoon en komt, in 't bizonder op aflaatbrieven als beginletter van ‘Misereatur’, herhaaldelijk voor. Het Haagsche Gemeente-Archief bezit een aflaatbrief, vrijwel identiek van inhoud (ao. 1515)Ga naar voetnoot2), een druk, waarover ik nog steeds in twijfel verkeer, of hij in Nederland dan wel in 't buitenland is vervaardigd. Ook daar een soortgelijke M, 't zij lichtelijk verschillendGa naar voetnoot3). Ofschoon dus deze initiaal ons bij Martinus niet uit vroegere drukken bekend is, toch kan men goed zien, dat ze op onze aflaatbrief niet voor 't eerst dienst deed. De randen vertoo- | |
[pagina 135]
| |
nen duidelijke sporen van slijtage. Is ze op een oudere aflaatbrief gebruikt? Tot nu toe kennen we uit de lange drukkerswerkzaamheid van Martinus, te Aalst, te Antwerpen en te Leuven, slechts één andere aflaatbrief, van 1491. Het stuk, ten behoeve der Trinitariërs uitgegeven, wordt in het Zutphensche Gemeente-Archief bewaard en is indertijd met bijschrift door ons gereproduceerdGa naar voetnoot1). Daar niet de biecht-M, slechts een U, met triniteits-voorstelling, van gelijke afmeting. Beide letters zouden door dezelfde kunstenaar gesneden kunnen wezen. Al zijn er ondertusschen tot heden maar twee aflaatbrieven uit de drukkerij van Martinus bekend geworden, het is allerminst een bewijs, dat hij er niet meer heeft uitgegevenGa naar voetnoot2). Want dit is een soort product, gedoemd bij tien- en bij honderdtallen verloren te gaan, en eigenlijk moeten wij er ons eer over verwonderen, dat er na eeuwen nog exemplaren van zoovele oplagen bewaard zijn gebleven. Wat de inhoud van onze brief betreft, het is een aflaat door paus Leo X, met medewerking van Alexander de Neronibus, grootmeester der Hospitaal-orde van de H. Geest, verleend aan een ieder, die geld schenkt voor het H. Geest-hospitaal in Sassia te RomeGa naar voetnoot3). De belangen van deze stichting lagen Leo X na aan het hart, zoo zeer zelfs, dat hij ze eens in één adem noemt met de baten voor de bouw der S. Pieterskerk. Getuige zijn bul van 7 Maart 1515, waarin hij giften voor het H. Geest-hospitaal warm aanbeveeltGa naar voetnoot4). Het hier gereproduceerde exemplaar, in 1o, is op papier gedrukt en ingevuld op naam van ‘henricus et uxor eius emma’ te ‘(?dam?)’. Van het gedrukte jaartal M.D.Xiiij is met inkt 1515 (‘M.D.Xiiiji’) gemaakt; de datum is 6 Juli. De ontcijfering der | |
[pagina 136]
| |
onderteekening, ten deele verdwenen, laat ik gaarne aan ervaren palaeografen over. P. Fredericq en zijne leerlingen hebben deze aflaatbrief niet gekend. Wel vindt men in hun bovengenoemd werk het afschrift van de reeds vermelde brief uit het Haagsche Gemeente-Archief (ao. 1515), vrijwel gelijk van inhoud met de onzeGa naar voetnoot1), maar afkomstig uit een andere drukkerij. De afgebeelde brief is als onbekend product van Theod. MartinusGa naar voetnoot2) niet van belang ontbloot. En bovendien draagt hij weer een steentje bij tot de kennis der intensiviteit van de aflaatprediking in de Nederlanden gedurende de jaren, onmiddellijk voorafgaande aan de hervormingsstormen.
's-Gravenhage, Dec. 1933. M.E. Kronenberg. | |
[pagina *9]
| |
![]() Leo X, Litterae indulgentiarum pro hospitale S. Spiritus in Saxia de Urbe. (Leuven, Theod. Martinus Alostensis, 1514).
|
|