De Brakke Hond. Jaargang 8(1991)– [tijdschrift] Brakke Hond, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 129] [p. 129] Lieve Desmet Gedichten Zolang Zolang ik hoofdschuddend uit mijn ogen kijk en zie hoe deze tijd de pletsteen voor zich uitrolt, er dan achterna holt zolang ik uit mijn ogen kijk, zolang ik door deze dagen ga, mijn hand bevestigd in een vrouwenhand: een spiegel vóór het omklemde hart van wie doodloopt, zijn angst ophoopt, zolang ik mijn hand houd in die hand; zolang zal ik het blanke huis verfoeien met zijn grondslag in zwart slijk zolang zal ik er woelen als een kat in een vreemd pakhuis, zolang zal ik mijn woede hanteren tot een scheur in een oud patroon zolang zal ik de gevangen kreten horen van wie de stenen rolt en wie daaronder lijdt: zolang ik mijn wandelgang kies, dwars door het landschap vol wilde bloemen diep geworteld in mijn roerige vrouwenziel; zolang zal ik niet weerloos zijn. [pagina 130] [p. 130] In al haar kinderboeken ontbrak het blad, een donker gat beheerste al haar dromen, niemand las in de kristallen bol een verhaal waarrond zij een huis kon bouwen. In het duister tastte zij, zocht haar koers, langs drijvend pijnhout verwoed, op een ingedijkte zee. Uit deze dwaling laveerde zij, zonder loods misleid door oude bakens. Een lorelei ontwaarde toen haar stem, meezingend is zij op de klippen gevaren met een taaie schreeuw ontwaakt: zij legde haar geërfde woorden af haar golven zijn niet langer in te dammen; zij (op deze aarde) die één en al water is. Vorige Volgende