De Brakke Hond. Jaargang 8
(1991)– [tijdschrift] Brakke Hond, De–
[pagina 147]
| |||||||||||||
11 De laatste die Winston Schmatzky in levende lijve zag...Terwijl elders in de wereld een stoet, die zo leek weggelopen uit een escapistische collage, zich moeizaam naar een beloftevol hoogtepunt hees, zat Winston Schmatzky in een met abrikozen geladen, roestbruine Studebaker en raasde tegen zeventig mijl per uur over Interstate Highway 10, die zich als een slijmspoor van de beschaving, tussen Jacksonville en Mobile door een welhaast exotisch landschap slingerde. Hij had zich - door koopmansgeest voortgedreven - van z'n woonplaats Tallahassee afgewend en al z'n hoop gevestigd op het sinds kort in het landschap ontbrekend rangeer- en goederenstation van Pensacola/Florida. In Bagdad parkeerde hij de kleine vrachtwagen een laatste maal langs de autoweg, controleerde de lading, spande het zeildoek aan en waterde tegen de achterband. Hij was nog slechts zestien mijl van Pensacola verwijderd. Schmatzky stond stijf van de zenuwen. Hij wist dat het levenslied van de twintigste eeuwse baggerschijter af en toe nood had aan een strofe Valium. Terug in de stuurcabine zette hij de radio aan, duwde twee maal vijf mg Valium uit de strip en schoof ze naar binnen als muntstukjes in een parkeerautomaat. Hij startte de 8-cylindermotor, reed tot aan het servicestation | |||||||||||||
[pagina 148]
| |||||||||||||
en liet z'n bandenspanning nazien. In de belendende winkel kocht hij zes blikjes Miller High Life, een rolletje pepermunt en sigaretten. Een blonde juffrouw aan de kassa pakte alles netjes voor hem in. Ze zag danig scheel dat het leek alsof haar gezichtsveld de grootste moeite had om niet meteen van de aarde weg te draaien. Schmatzky betaalde zeven dollar zestig en verliet de winkel. Haar voortdurend afschampende blikken volgden hem tot hij opnieuw in de vrachtwagen zat. Toen hij wegreed deed iemand in haar hoofd het licht uit. Tijdens de rest van haar leven zou ze er niet meer in slagen iemand anders te zijn dan de laatste die Winston Schmatzky in levende lijve zag... | |||||||||||||
12 Een kathedralenhoog gelukDriemaal reed hij helemaal rond Pensacola - de derde maal zelfs dwars door Pensacola Naval Air Station - vooraleer hij het aandurfde zijn slag te slaan. Terwijl hij zich voor de vierde maal ter hoogte van het ontbrekend rangeerstation bevond, draaide hij plots het stuurwiel om, dwarste claxonnerend de autoweg en reed door de houten schutting, die als een flinterdunne, magische barrière tussen de werkelijkheid en een op de werkelijkheid geënt, kathedralenhoog geluk stond. Nog een honderdtal meters scheidden hem van de ondefinieerbare, grijze brij, die de plaats van het station had ingenomen en die hem uitnodigend toelachtte als een McDonaldsserveerster met een oppervlakte van anderhalve vierkante kilometer. Hij zag de dubbelsporen die uit het oosten kwamen en met een typische, ietwat verontschuldigende ‘sorry, wij komen uit Alabama’-grijns in het gat verdwenen. de platgetrapte grasvlakte, waarop Schmatzky zich nu bevond en die kroonvormig rond het reizende station zat, verspreidde een enge, haast Stygische sfeer; net gras dat Jimmy Hoffa over zich heen had gekregen! Schmatzky, die nu pas de tranquillizer als een levensgrote Koning David in zich voelde opstaan, duwde het gaspedaal | |||||||||||||
[pagina 149]
| |||||||||||||
helemaal in, sloot de ogen en dook in de verzwelgende leegte... Het laatste wat hij van de beschaafde wereld hoorde was ‘The Great American Honky Tonk band’. ![]()
(HLN / 2 en 3 aug. 75)
James (Jimmy) Riddle Hoffa, geboren in Brazil/Ind. op 14 FEB. 1913, in de buurt van Bloomfield Hill (Detroit) in lucht opgegaan op 30 juli 1975. | |||||||||||||
13 Wat hij met zijn konijneverstand aldoor vermoed had...Meteen nadat Schmatzky in het gat was gedoken, viel de motor stil. Rondom hem werd alles zwart, maar dat wist hij zelf niet; een innerlijke stem raadde hem aan de ogen gesloten te houden. Wat hij alzo niet zag was hetzelfde als wat hij zou gezien hebben mocht hij ook daadwerkelijk gekeken hebben. Als licht en duisternis, waarheid en leugen, schoven ‘zien’ en ‘niet zien’ | |||||||||||||
[pagina 150]
| |||||||||||||
even over elkaar, zorgden kortstondig voor verwarring en dompelden de protagonist onder in een moment dat gebukt ging onder het volle gewicht van een filosofische denktank. Schmatzky, niet méér, maar ook niet minder dan een op avontuur en abrikozen-verkoop belust zijnde fruithandelaar was zich van deze mogelijkheid tot diepzinnige reflectie hoegenaamd niet bewust. Als een moderne Diazepamridder zat hij, omgeven door een aura van onsterfelijkheid, achter het stuur en luisterde naar de Mexicaanse hond die ‘The Great American Honky Tonk Band’ had verdrongen. Schmatzky wist niet hoelang hij onderweg was. Het kon net zo goed één seconde zijn als 10.000 jaar. Hij werd, als door een nauwe schacht, vooruitgedreven wat gepaard ging met steeds heviger wordende trillingen. Een lichtstraal boorde zich dwars doorheen z'n oogleden. Het licht was zo fel dat het leek alsof het zich net had bevrijd uit een kist waarin het 1000 jaar zat opgesloten. Plots sprong de motor spontaan terug aan. Op de radio ebde de Mexicaanse hond langzaam weg en werd vervangen door het erg veraf klinkende stemgeluid van Lefty Frizzell. Met een beheerste schok kwam hij tot stilstand. Een sissend geluid steeg vanonder hem op en leek het koetswerk van de Studebaker te willen wegbranden. Hij hoorde een langgerekt gekraak, als van twee gigantische, met koffie geladen pakhuizen die een eigen leven gingen leiden, gevolgd door het gedonder van een steenlawine. Voorzichtig opende hij z'n ogen en zag vrijwel onmiddellijk bevestigd wat hij met z'n konijneverstand aldoor vermoed had; hij was middenin het reizend Pensacola-rangeerstation terechtgekomen! Het station lag er doods en verlaten bij als een zandweg op het Mexicaanse platteland. Het wiegde zacht op en neer. Net een drijvende, anderhalve vierkante kilometer grote McDonaldsserveerster. Schmatzky opende het handschoenvakje en haalde er een verrekijker uit. Met toenemende verbijstering zag hij welk | |||||||||||||
[pagina 151]
| |||||||||||||
schouwspel zich voor hem afspeelde. Hij was met heel z'n hebben en houden en met 800 kilo in de Tallahasseezon gerijpte abrikozen terechtgekomen in het vaarwater van een escapistische kolonne, die nog een zucht verwijderd was van een soort pulserende geluksmachine, die als HONKBAL IN TIROOL bekendheid had verworven! Hij nam achtereenvolgens in het vizier: de stersmokkelaar Grabowski met in z'n handen het lange tijd vermiste, nu gesedeerde federatiewimpeltje, een Cunningham & Lautmacher roomijsmachine jaargang '37, 25 KLEINE OKLAH. ROESTETERTJES en het meest vooruitgeschoven deel van het Pensacola-rangeerstation. Nog steeds ongelovig stapte Schmatzky uit. Hij leek een beetje op Roger Aldrin die wat onwennig uit een nieuw soort ruimtecapsule kroop. De bodem van het rangeerstation was niet helemaal stabiel. Schmatzky voelde hoe het station leefde, hoe het door miljarden poriën lucht inademde en hoe het hart sloeg terwijl het zich | |||||||||||||
[pagina 152]
| |||||||||||||
langzaam, lichte deiningen veroorzakend, als een log beest naar boven hees. Zich vastklampend aan de vrachtwagen liep Schmatzky naar achteren en zag daar tot z'n ontzetting met welke prijs het rangeerstation zijn onverwachte komst betaald had. Het station was namelijk doormidden gescheurd! Anderhalve meter voorbij de achterwielen gaapte een diepe afgrond! Het gekraak dat hij bij z'n aankomst gehoord had, was dat van de met koffie gevulde loodsen geweest, die de druk niet meer hadden kunnen weerstaan en waren afgescheurd. Schmatzky was met de hakken over de sloot in HONKBAL IN TIROOL terechtgekomen!! | |||||||||||||
14 Een mandenvlechtster uit Wolfpoint/MontanaEen vermolmde vlonder, die onder het gewicht van het met een fruithandelaar aangerijkte rangeerstation een stille, zacht krakende dood zou sterven, verschafte de escapistische stoet toegang tot een merkwaardig plateau waarop een fabriek gebouwd was. De sneeuw, die de laatste honderd meter van hun tocht tot een ware beproeving had gemaakt, bleek eens de vlonder voorbij gewoon verdwenen! Ze lag, toornig en verongelijkt als iemand die zich had misdragen, opgehoopt in een hoekje. Boven aangekomen zette de mytische cordeé de koffers neer. Zoals ze daar stonden, het fabrieksgebouw monsterend met een mengeling van verbazing en nieuwsgierigheid, onderwijl de handen in de heupen duwend teneinde van de lastige klim te bekomen, leken ze sterk op reizigers uit een ander stelair stelsel, die op zoek waren naar ‘The Desert Den Bar’ in Hachita/New Mexico. De uitbaters (Iva Sander en Virginia Been) ten spijt was dit niet het geval. Het voorwerp van hun zoektocht was een ander soort verlangen; eentje dat zich als een keiharde, okkernootgrote pit middenin hun hersenen had genesteld en daar begonnen was | |||||||||||||
[pagina 153]
| |||||||||||||
aan de bouw van een onverwoestbaar huis. Schmatzky die omwille van het adembenemend panorama bovenop het dak van de Studebaker was gaan staan, had inmiddels z'n honkbalpet afgezet. Het was werkelijk ontzettend warm geworden. Van het dak van het fabrieksgebouw steeg de hitte op en vervormde het achterliggende landschap. Iemand die zich had misdragen en toornig in een hoekje op een hoopje lag, smolt aan een ijltempo weg. De Cunningham en Lautmacher roomijsmachine, die vanwege de ouderdom een isolatieprobleem had, begon het steeds moeilijker te krijgen om in de heersende hitte alles bij elkaar te houden. Al snel liep een fijn straaltje roomijs uit de machine weg. Het floot triomfantelijk een deuntje, als een kind dat de uithuizigheid had ontdekt. Intussen werd de aandacht van de escapistische stoet steeds meer getrokken door de geluiden die vanachter de fabrieksmuren weerklonken en die sterk leken op het ratelen van een paar dozijn weefgetouwen. Langzaam drong het tot hen door dat hier, in dit aftands fabrieksgebouw mischien wel de magnetische geluksmachine stond, die schietspoel na schietspoel een geluksgevoel weefde dat groot en zuiver was als een louterend laken... Alleen al het besef mogelijks tot op een paar meter genaderd te zijn van een weldaad die zijns gelijke niet had, vervulde hen van een rustgevende voldoening, die als pas omgeploegde aarde in hun hoofden lag te wachten op het straks breedwerpig rondgezaaid geluk! Enkel de onsterfelijke Diazepamridder Schmatzky stond sceptisch, kon maar niet wennen aan de gedachte dat een kathedralenhoog geluk als een zaligmakende tweeloop op z'n voorhoofd werd gericht. Meneer Grabowski, voor wie het Tiroolse Honkbal absoluut geen geheimen meer had, bond de koelbox opnieuw op z'n rug en liep in de richting van de fabriek. Noch het gebouw, noch de geluiden die het voortbracht leken hem te interesseren; hij liep eraan voorbij en bleef pas staan toen ook het moeizaam volgend Pensacola-rangeerstation de achterzijde van de fabriek bereikt had. Daar zaten twee heren gehurkt tegen de muur. Ze gingen | |||||||||||||
[pagina 154]
| |||||||||||||
gekleed in keurige maar afgedragen pakken en zochten in de schaduw van het gebouw bescherming tegen de geweldige hitte. Volgens Schmatzky waren het gewoon vermomde Mexicanen, maar Grabowski die het klappen van de HIT-zweep kende was ervan overtuigd dat het Jehova-volgelingen waren. En inderdaad, bij nader toezien, stond hun Goddelijke zending dwars over hun gezicht geschreven! Jaren lang, zo vertelden ze, hadden ze getracht de Tiroolse Honkbalfederatie tot het geloof te bekeren; uiteindelijk hadden ze ingezien dat ze net zo goed een tankstation naar Cincinatti konden slepen! Nou, dat waren ze nu van plan. Tegen de avond, wanneer de grootste hitte was geweken, zouden ze opbreken en hun lange reis aanvangen. Meneer Grabowski, die aan het Jehova-geloof een komplete ark familieleden had verloren, had veel zin om de vermomde Mexicanen een potje HONKBAL IN BEIEREN voor te schotelen, maar hij hield zich in en vervolgde zijn weg in de richting die werd aangegeven door een gigantisch bord met het opschrift: HONKBAL . IN . TIROOL . 5' Het was niet bepaald een oogstrelend bord. Dat kwam natuurlijk omdat het te lang in de zon had gestaan. Het was een beetje het El Paso onder de borden. Qua functionaliteit viel er niets op aan te merken. Het was zonder twijfel het meest functionele bord dat je je kon indenken! Laten we zeggen het El Paso onder de functionele borden. Hoopvol nam de escapistische stoet opnieuw z'n bagage op en slenterde in het spoor van hun stersmokkelaar naar het beloftevolle einde van hun vreemde tocht. Schmatzky, die slechte ervaringen had met vermomde Mexicanen, kreeg plots medelijden met de Jehovavolgelingen. In een erg vrijgevige bui besloot hij hen de met 800 kilo abrikozen geladen Studebaker te schenken. Terwijl het station puffend aan hen voorbijschoof, duwde hij de vrachtwagen naar beneden, wuifde, zich vastklampend aan de sporen, de beide heren ten afscheid en riep hen, doelend op de schuivende eigenschappen van in de Tallahasseezon gerijpt fruit, nog een vriendelijk maar | |||||||||||||
[pagina 155]
| |||||||||||||
welgemeend ‘don't shit your heart out!’ na. Daarop barstte hij in een satanisch lachen uit. Het was geen alledaags satanisch lachen. Het was een tamelijk verdragend satanisch lachen. Het werd gehoord door een 73-jaar oude mandenvlechtster. Ze zat al meer dan veertig jaar voor een raam van het State Mental Hospital in Wolfpoint/Montana... ![]()
Ze zat al meer dan 40 jaar voor een raam van het State Mental Hospital in Wolfpoint/Montana.
| |||||||||||||
15 Sudden happinessHet El Paso onder de functionele borden was er niet ver naast; vijf minuten stappen van de geheimzinnige, doch vermoedelijk niets ter zake doende weverij dook plots een anderhalve | |||||||||||||
[pagina 156]
| |||||||||||||
meter hoge schutting uit het gras op. Dit was zonder twijfel de plaats waar HONKBAL IN TIROOL zich als een magnetische geluksmachine afspeelde! De met het federatiewimpeltje omhangen stersmokkelaar Gabrowski stapte op z'n eentje naar de schutting, die zich na enig geaarzel als een wijkende zee terugtrok en plaats maakte voor een escapistische stoet. Die leek nog steeds een beetje op een verzameling extrastellaire reizigers die, zo verrieden hun vermoeide gelaatstrekken, schoon genoeg haden van hun zoektocht naar ‘The Desert Den Bar’ in Hachita/N Mex. en alles zouden hebben aangenomen wat hen plaatsvervangend in de handen werd gestopt, zelfs al was dat een boterham met blokpaté. Eén na één schoven ze naar binnen: de roomijsmachine, de KLEINE OKLAH. ROESTETERTJES en de overgebleven helft van het Pensacola-rangeerstation, dat als een kameel van ijzer en staal bereden werd door Winston Schmatzky, een fruithandelaar uit Florida. Achter hen sloot de schutting zich opnieuw als een zee die even de moleculaire samenhang was kwijtgespeeld. In de diepte die zich voor hen uitstrekte lag een grasvlakte die zo ontzaglijk groot was dat een kudde runderen er ongezien in kon staan grazen! Wat dat betrof was het een tamelijk onbetrouwbare grasvlakte; je zag nooit helemaal wat je zag en wat je niet zag, nou dat was, logisch gezien, nooit helemaal wat je niet zag. Het was eigenlijk een klein beetje een more to the picture than meets the eye-grasvlakte. Ze balanceerde dan ook voortdurend op een zijden koordje dat over het onmetelijke ravijn van de diepzinnigheid was gespannen. Tijdens de afdaling bekroop de leden van de mytische cordée een vreemd gevoel dat geleidelijk aan intenser werd en bij het betreden van de grasvlakte als een gigantisch goudhaantje in de lucht hing. Het oefende zulk een danige druk uit op de omgeving dat met name Schmatzky door de knieën ging, als beleefde hij een magisch moment. Gelukkig dreef hij als passagier mee op de rug van het Pensacola-rangeerstation, dat overigens, evenals een kudde runderen, temidden de more to the picture than meets the eye-grasvlakte in het niet verdween. | |||||||||||||
[pagina 157]
| |||||||||||||
Meneer Grabowski keek even op z'n horloge; hij had nog ongeveer een halve dag om de leden van de escapistische stoet daarheen te brengen waar de magnetische krachten van HONKBAL IN TIROOL maximaal op hen konden inwerken. Hij sprak hen voor de laatste maal moed in en trok dan resoluut naar het middelpunt van de grasvlakte, waar volgens de overlevering uit de donkerste aarde het zonlicht wordt gekneed, uit het droogste stof de regen wordt gegoten en uit de grootste stilte de winden worden geboren. Voorwaar een middelpunt waar oxymora als concurrerende motels een verbeten strijd uitvechten!
***
Op de bewuste plaats aangekomen bleef meneer Grabowski staan, ontdeed zich van de met henneptouwen op z'n rug gebonden koelbox en legde die neer op het nog netjes afgebakende grondgebied van het Pensacola-rangeerstation. Het gonsde er inderdaad van de activiteit! Overal werd uit de donkerste aarde licht gekneed, uit het stof werd regen gevormd en uit de alomtegenwoordige stilte werden winden geboren alsof het een fluitje van een cent was. Al stonden ze er natuurlijk voor in bewondering, veel tijd om er zich daadwerkelijk in te verdiepen hadden de leden van de escapistische stoet niet; van bij hun aankomst waren ze zich bewust geworden van de onmiskenbare magnetische krachten die door de (niet eens zachtjes zoevende en steeds onzichtbare) geluksmachine werd uitgeoefend op alles wat zich rond het middelpunt van de grasvlakte ophield. Wat ze gewaar werden leek in den beginne niet veel meer te zijn dan een warme gloed, vergelijkbaar met wat een steenkapper voelt wanneer hij na een zware novemberdag zijn afgejakkerd lichaam in een dampend bad laat glijden. Geleidelijk aan branddde de gloed echter van binnenuit verder, verspreidde zich als een vlammenzee en ontketende bij de leden van de mytische cordée een ongelooflijk geluksgevoel. Het was zo intens dat hun lichamen transparant werden, mischien nog even opflakkerden, maar dan, traag wegdeemsterend, één werden met de in een | |||||||||||||
[pagina 158]
| |||||||||||||
warme zomerbries gehulde omgeving. Ze bevonden zich nog steeds op dezelfde grasvlakte, maar op een tweede niveau, met het blote oog even onzichtbaar als de in elke waarneming verscholen hallucinatie. Op dezelfde verlaten grasvlakte, waarin zelfs het rangeerstation zichzelf verloor, krioelde het nu van de uitzinnige mensen. Kinderen dansten hand in hand rond eeuwenoude lindebomen, waarvan de neerhangende takken onder het gewicht van handgrote bladeren de grond raakten. Vrouwen droegen witte linten in hun haren, zaten gehurkt onder opgespannen tentzeilen, aten dadels en dronken geitemelk terwijl ze het spel van de mannen gade sloegen. Die liepen weinig geordend, maar duidelijk extatisch rond. Ze gingen gekleed als honkbalspelers maar speelden een spel dat, wanneer men het van het echte honkbal zou aftrekken, dezelfde uitkomst zou geven als wanneer men Joe diMaggio van John F Kennedy zou aftrekken. Desondanks speelden ze met de inzet van lui die net een Pinksterweekend in de basisgemeenschap achter de rug hebben. De leden van de Tiroolse Honkbalfederatie zaten ietwat afzijdig aan een tafeltje, dronken wijn en bespraken wellicht de schade die door het klimmende rangeerstation aan de ideële toegangsweg was toegebracht. Toen de leden van de stoet, door middel van een soort ‘geluksosmose’ van het ene niveau in het andere waren overgegaan, stopten zij hun besprekingen en vestigden hun aandacht op de nieuw aangekomenen, in het bijzonder op het Pensacola-rangeerstation, dat meneer Grabowski's lading honkbalknuppels als een schat in zich meedroeg. Zichtbaar opgewonden openden ze de koelbox en haalden er de kostbare, uit Birmaanse trompet-bomen gekapte, kleinoden uit. Als hompen brood deelden ze het materiaal uit aan de honkbalspelers die even hun verwarrend spel hadden stopgezet en tijdens de verdeling van de knuppels hun bewondering voor meneer Grabowski's moed en zelfopoffering in kwatrijnen uitzongen!
*** | |||||||||||||
[pagina 159]
| |||||||||||||
Meneer Grabowski, wiens zelfopoffering hieruit bestond dat hij, door het jarenlange oscilleren tussen HIT en de rest van de wereld, immuun was geworden voor de transparantie uitlokkende krachten van de magnetische geluksmachine, was alleen achter gebleven op de verlaten grasvlakte. Zoals steeds wanneer hij z'n opdracht tot een goed einde had gebracht en de spanning in één klap uit hem was weggevloeid, voelde hij uit het duistere onderhout van zijn ziel de weemoed opstaan. Meneer Grabowski wist dat die hem nu als een trouwe, hongerige hond zou volgen. Hij wachtte nog een poosje op z'n koelbox, die hem plots, vanuit het niets, als door een onzichtbare wand werd aangereikt, draaide zich dan om en vatte de lange terugtocht aan. Op een bergtop in de verte ontwaarde hij vaag de door J. Edgar Hoover aangevoerde tweede cordée, die duidelijk op een dood spoor zat; de luchtmachtkolonel uit San Diego zou zich spoedig naar beneden storten terwijl de overigen, inclusief de duikschool uit Santa Monica aan moeraskoorts zouden ten onder gaan. Meneer Grabowski liep de heuvel op en verliet de plaats waar HONKBAL IN TIROOL zich afspeelde. Hem wachtte in de buurt van Garmisch-Partenkirchen een nieuwe lading uit Sixteen Dead Priests/Ohio; in het Tiroolse Honkbal was er steeds een chronisch tekort aan degelijk slaghout. Dat door de vernielende krachten van het Pensacola rangeerstation, de afdaling naar Garmisch geen pretje zou worden, geven we op een blaadje.
***
De Tiroolse Honkbalfederatie was bijzonder opgetogen over de in het zog van meneer Grabowski en zijn federatiewimpeltje meegesleurde Cunningham & Lautmacher roomijsmachine. Het was werkelijk een prachtexemplaar dat, verkerend in een staat van opperste ijsroommachinegeluk onmiddellijk het beste van zichzelf begon te geven. Al snel drumden de honkbalspelers zich rond de uit Richmond/Indiana stammende 400 kilo zware machine en vergaten even hun spel dat vreemde krachten verspreidde en met honkbal verbonden was als John F Kennedy | |||||||||||||
[pagina 160]
| |||||||||||||
met Joe diMaggio. De KLEINE OKLAHOMA ROESTETERTJES werden bedankt voor het feilloos uitvoeren van hun opdracht. Zij zouden dra gedemonteerd worden en in een houten kist opgeborgen, tot meneer Grabowski tijdens een volgende smokkeltocht opnieuw een roestende machine in zijn zog zou meevoeren. Het Pensacola-rangeerstation had zich inmiddels naar een veraf gelegen plaats gesleept en was daar in de schaduw van eeuwenoude lindebomen in slaap gevallen. Schmatzky was net daarvoor uit het station gesprongen en had z'n positie als korte stop ingenomen. Hij was nog nooit zo gelukkig geweest! | |||||||||||||
16 Wegzending/een Caltex-stationToen op 9 juni 1975 om 5u29 de zon als een bloedend ossehart uit de Ohio-rivier opsteeg en de stad die dag naar de 106o F zou jagen, ontdekten zij die het wilden ontdekken aan de overzijde van de rivier in het al broeierige Kentucky twee zogezegd vermomde Mexicanen. Ze waren met een veertig jaar oud Caltex-station, dat ze als een dood hert achter zich aansleepten, op weg naar Cincinatti. Het was zeker niet de makkelijkste klus die ze ooit geklaard hadden, maar vergeleken met het verkopen van de Wachttoren aan de Tiroolse Honkbalfederatie, ging dit hier als een fluitje van een cent... | |||||||||||||
17 Voor wie er niet genoeg van krijgt...
| |||||||||||||
[pagina 161]
| |||||||||||||
![]() |