Contour. Jaargang 3(1967)– [tijdschrift] Contour– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Jan-Willem Overeem Dodemansvriend Opeens is hij in de kamer en spreken uit alle hoeken zijn stemmen die windvlagen zijn dat hij je mooi vindt je met zijn ogen had willen nemen als het gekund had met mij over je billen willen praten dat hij blij is voor mij Naast ons gaat hij liggen en fluistert me in dat je hem mee moet verwachten in de stroom die je drinkt Had hij benen hij bewoog ze nu hoor ik zijn kreun maar hij is te licht en nacht [pagina 42] [p. 42] Toeschouwer met de geluiden van een verre trein een buurkind het gonzende broeiende gras steekt hij zijn droevigste glimlach in mijn rug die hem loslaat Ik ben je gedachten dankbaar dat ik je woeden mag delen - zijn stemmen voor hij wijkt - maar zal toch weer de dood komen wijzen in jullie volgende sekonden van jachten en strelen Is weg - zijn kale afscheidsschreeuw vist op verlangen en wij warmen ons tastbare tastbare vrouw Vorige Volgende