Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Deus Ex Machina. Jaargang 6 (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Deus Ex Machina. Jaargang 6
Afbeelding van Deus Ex Machina. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van Deus Ex Machina. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Deus Ex Machina. Jaargang 6

(1982)– [tijdschrift] Deus Ex Machina–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 73/7]
[p. 73/7]

Inleiding tot de tentoonstelling



illustratie
Roger Geerts: ‘Over het algemeen is een zware inhoudelijkheid vast te stellen’


door Lie. Roger Geerts

‘Deus ex Machina’ in het Kasteel van Schoten op 13 november 1981.

 

Het is ons een eer en een genoegen -om eens geen gemeenplaats te gebruiken- een woordje te kunnen spreken bij de openstelling van het ‘Eerste Salon van Deus ex Machina’ - of Theos apo Mèchanès - met werk van twaalf beeldende ex Machinisten, om het met de mensen van de vereniging zelf te zeggen.

Kunst is één van de hoogste uitingen van de menselijke mogelijkheden. Zij is geroepen om ‘die Umwertung aller Werte’ te overleven. Dus zal ook ‘der Untergang des Abendlandes’ de kunst misschien niet treffen?

 

Heeft er nu geen VERSCHALING plaats, een verandering van de waardenschaal onder de invloed van de technologie? De kunstenaar is ‘vates’, ‘mantis’. Hij is het zout der aarde. Hij is zuurdesem, fermentum. Hij verleent ziel aan het werk.

Zoals de primaire schepping verliep van chaos via logos naar kosmos, zo evolueert de sekundaire - in casu de kunstschepping - van konceptie over techniek naar voltooiing in de mate dat de kunst gezegd wordt te beginnen waar de techniek ophoudt.

Dit klinkt bijna als een variante op hetgeen Deus ex Machina van zichzelf heeft getuigd: ‘Een tijdschrift dat begint waar andere eindigen’.

 

Voor ieder van de 12 exposanten gaat het onvermijdelijk telkens over ‘un essai de biographie intérieure’, gebouwd op de kennis van het plastische ambacht.

[pagina 74/8]
[p. 74/8]

Het alfabet en de grammatika van de plastische kunst is onmisbaar en wij verheugen ons erover dat deze overtuiging ook bij de jonge mensen meer en meer veld wint.

Wij spreken over kunst maar Georges Braque heeft gezegd: ‘Al wat in kunst belangrijk is, ligt voorbij de woorden’ (Georges Braque, Pensées sur l'art), geciteerd in Deus ex Machina nr 15. In dat vlak moeten wij ons geen illusies maken. Wat hier hangt of staat als kunstwerk is belangrijker dan hetgeen erover gezegd wordt.

 

Hoewel het enorm delikaat is, willen wij toch even het rijtje van de exposanten aflopen. Bovendien staan we voor een hyperkritisch publiek: wie me in dezen niet zou geloven, leze het tijdschrift Deus ex Machina.

Wat hier zal gezegd worden is dus eigenlijk veeleer bestemd als voorstelling voor de ‘andere aanwezigen’, niet in de eerste plaats voor de exposanten, en het is zeker niet onderworpen aan een regel ‘ne varietur’.

 

HUGO BESARD is hier tegenwoordig met een drieluik over ‘Leven en Dood’ en met een serie over de Houtsnippen. A coming man, maar reeds meer dan een belofte. Ik zag zijn bladen onder meer in De Hen te Melsele en in De Bist te Ekeren. Hij beoefent de ets en gemengde technieken rondom de ets op grote formaten. Dit is werk met inhoud. Hugo Besard is milieugezind: hij buigt zich over bedreigde vogelsoorten en ‘barokke’ flora. Naar de geest werkt hij eerder voorzichtig in de lijn van de fantastiek. Hij staat los van een literaire kontekst. Deze inbreng is technisch rijk. Hij getuigt van zichzelf: ‘Ik beoog in het zwartwitte een kleurrijke uitbeelding weer te geven.’ Dit werk maakt indruk.

 

MARC BRUYLANTS wordt erg geboeid door de elektronika. Zijn werk is technologisch geïnspireerd. Zijn kunst is aktueel, van deze tijd en sym- bolisch. Marc Bruylants heeft heimwee naar een monsterloze wereld. De monsters van onze tijd zijn de spruiten van wetenschap en techniek. Deze kunstenaar is, wat werd genoemd ‘een verkenner van de afgronden van de moderne mens.’ In het biezonder werden wij aangesproken door de wit-zwarte tekening ‘Tweeduizend-en-één nacht’ en door het schilderij ‘Reanimotion’, een allusie en woordspeling op de reanimatiekamer en op de ontmenselijking.

Marc Bruylants beschikt over een soliede pikturale hand. Als intens koloriet schept hij mobiliteit en schildert hij de brand van het leven.

 

De enige dame van het gezelschap - de vrouw is dan blijkbaar toch ondergewaardeerd - heet COLETTE CLEEREN. Van de wervelende bewegingen die ik heb gezien te Antwerpen twee jaar geleden in de Antwerp Medical and professional Building, is niet zo heel veel (meer) te bemerken, alleen nog in één nummer nl. ‘Comme un soleil noir’.

Een -isme: bijna hyperrealistisch, toch eerder naar het magisch realisme toe. Wat een evolutie, naar mijn gevoel, in de positieve zin op het vlak van de kwaliteit. Goed werk, prijzenswaardige bladen met een sterke

[pagina 75/9]
[p. 75/9]

plastische aanwezigheid. Ligt in de lijn van een lofwaardige traditie maar draagt het stempel van een bewuste persoonlijkheid en een waarmerk van homogeniteit.

 

HENRI DECOSTER. Met Paul Cézanne zegt Henri Decoster: ‘Kunst is liefde’. - L'art, c'est l'amour’. Scheppen is ook voor hem een soort van natuurlijke noodzaak. Een hele wereld zit achter ieder werk van deze levenskunstenaar. Fantastisch of mythisch? Hier hangen zelfportretten in olieverf onder het mom van oppergod Zeus en Vulcanus, die een homerische gelach veroorzaakte bij de andere goden. Portretten van zijn vrouw voor Hera, Afrodite, Artemis. Henri Decoster is gebosedeerd door de Griekse wereld, die ook ons lief is. Een wereld waarin de mutos zolang heeft stand gehouden omdat die mythos zo zinvol was. Een onuitputtelijke bron voor plastisch kunstenaar Henri Decoster.

 

Het gegeven voor PAUL DE RYCK is de interniteit van de mens: anatomisch-psychologisch. Hij doorschouwt de mens, staande voor het leven en eeuwigheid. Zijn doel is: ‘Het aanschouwelijk maken... van die onzichtbare werkelijkheid ‘ (P. De Ryck). We menen in de buurt te zitten van de fantastiek. Een verhevigde voorstelling van het ware wezen van de mens in een onbetwistbare sterke plastische stijl. De mens is een mysterieus wezen met enorme kapaciteiten. Paul De Ryck is er op uit dat vlees, dat bloed, die hersens, dat hart pikturaal en grafisch vast te leggen. Aan te stippen valt dat we hier te maken hebben met een fijnzinnig kolorist. De paarden van de verbeelding draven in zijn werk in het spoor van de volmaakte stilte.

 

ROELAND PIETERSZOON D'Haese is drager van een bekende naam met een artistieke reputatie. Hij werkt als een historisch fijnschilder.

In de pers werd hij begroet als een ‘uitstekend tekenaar’. Vaardig van uitvoering, angstig van geest zijn deze tekeningen. Hoe wazig ook soms, toch doordringend in de figuren, vooral innerlijk.

De figuren zijn zo persoonlijk getekend dat het bijna portretten zijn. En tevens zo vrij artistiek geïnterpreteerd dat het uitmuntende figuren zijn. Samenvattend kan men van Roeland P. D'Haese zeggen: de geest en de magisch-realistische atmosfeer van deze intens-vakmanschappelijk opgebouwde kleurpotloodtekeningen vormen als het ware een gelukkig anachronisme.

 

Voorzitter JEAN-MARIE LEGRAND wil men al te vaak onderbrengen bij de surrealisten. Liever zouden wij een beroep doen op het adjektief ‘surrealiserend’ of ‘irreëel’. Soms spreekt men van poëtisch realisme.

Maar we zijn er nog niet. Men heeft hem in verband gebracht met het symbolisme, en dat ligt waarschijnlijk het dichtst bij de waarheid.

De artistieke produktie van Jean-Marie Legrand is niet vrij van humor, ironie en bijna-sarkasme, wel eens gedrenkt in melancholie. Het gaat hier echter vooral over goed werk, over verfijnde techniek. Ter illustra-

[pagina 76/10]
[p. 76/10]

tie vermeld ik slechts een paar titels: ‘De Jacobsladder’ en zeker de triptiek ‘Ite missa est’. In een paar woorden samengevat: zwaar inhoudelijk geladen, een gevoel van vervreemding, mystisch, symbolisch.

 

Twee beeldhouwers staan op het programma. Wij stellen hen samen voor. Beeldhouwers gaan op zoek naar volumes in de ruimte. Beeldhouwwerken organiseren de ruimte. Beeldhouwkunst is niet alleen uitwendig zichtbaar maar ook inwendig.

EDWARD LEIBOVITZ is ons bekend door zijn bekroning in de Prijs van de Antwerpse randgemeenten met een expositie o.m. te Ekeren. Zijn specialiteit heet glaskunst, vollediger uitgedrukt: glasbeeldhouwkunst. De glasskulptuur komt over als een buitenbeentje, als ongewoon. De kunstenaar wendt een eerder bevreemdende materie aan. Het wordt even wennen. Het resultaat is in ieder geval bevestigend. Hand, hart en geest van de artiest hebben er iets biezonders van gemaakt.

Het gegeven van PIETER TOEBENTE is de mens en zijn lichaam. Geest wordt in stof omgezet. Algemeen wordt deze beeldhouwer beschouwd als ‘een ernstig talent’ en terecht. Hij gebruikt de vormgeving zoals die in zijn hand zit. Het vrouwelijk lichaam bezit de slanke en lenige lijn van een gazelle. Hij vereenvoudigt geregeld tot het essentiële. De skulpturen in olm of in gelast rood koper bevinden zich ook wat ‘au delà de la réalité’, zich bewegend naar het symbolisme toe, naar het mysterie. Zij bezitten iets unheimlisches, iets vreemds naast hun beeldhouw kundige hoedanigheid.

 

JOHN E. PALMER is schrijver en plastisch artiest. Wanneer ik de bladen van deze kunstenaar bekijk, denk ik terug aan het eerste vers van Albrecht Rodenbachs’ Gudrun: ‘De dichter droomt en pegelt door de nevele der tijden’. Deze etser kijkt terug in de historie, hij onderneemt reizen naar het verleden. Hij neemt ons mee naar de tijd van de druiden en de Keltische goden. Hij heeft interesse voor de megalitische mens. Hier is alleen de reeks ‘Earth Mystery’ aanwezig. Aards mysterie. Men gewaagt van een ‘mystieke visie’ en van ‘surreële perceptie’. De veelzijdige John Palmer brengt ons op het grensgebied tussen zijn en niet-zijn in een syntetische visie.

 

De goede fotografie, dus ook deze van LOUIS SLOOTMANS, is niet alleen registrerend, maar is ook VERTALING van de werkelijkheid en spreekt een eigen taal. Fotografie is een visuele taal, beeldtaal. Tussen schilderkunst en fotografie is er een parallel-evolutie waar te nemen: van het objektief-waargenomene (b.v. impressionisme) richtte de fotografie zich samen met de schilderkunst naar het subjektief-beleefde (b.v. in het expressionisme en nu ook bij onze exposant). De tematiek van deze ‘lichtdrukmalen’ is de natuur, genuanceerd bekeken, en figuren in de polaroIdetechniek met een flou effekt voor iets dat verdwijnt. Professioneel-artistiek werk van Louis Slootmans.

[pagina 77/11]
[p. 77/11]

MARINO VAN DE WEGHE behoort ook tot de jongere generatie waar wij zoveel van verwachten. Het talent heeft meer kansen gekregen door de uitbreiding van de onderwijs verstrekkingen. En olie drijft boven.

Het is een zeer boeiend bedrijf de eigen aandacht te richten op de wriemelende demonische figuren, de fantastische visioenen, de droomgestalten van Marino Van de Weghe die ongenadig worden geregistreerd en geanalyseerd. Ze zijn geestig, onirisch en ironisch. Ook in de lijn van de fantastiek. Ja, in de geest van Jeroen Bosch en van Bruegel. Marino is een echt artistiek talent.

 

Wij zijn zeker niet ludiek wanneer wij zeggen dat deze tentoonstelling als een belangrijk evenement mag beschouwd worden. Zij bereikt een peil dat heel vele, om niet te zeggen de meeste, groepstentoonstellingen niet bezitten. Dit is een expositie van de volledige mens: cerebraal, sensitief, manueel. Zit er een rode draad in?

Niettegenstaande eenieders eigenheid is er toch een soort van grootste gemene deler in al dat jonge geweld. Over het algemeen is een zware inhoudelijkheid vast te stellen.

We hadden onlangs nog de kans de volgende boutade te onderstrepen: het enige -isme dat telt is de kwaliteit. En die is hier beslist aanwezig. De werken van deze expositie zijn duidelijk professioneel, niet amateuristisch. Er is, naar ons gevoel, buiten de kwalitatieve verwantschap, een zekere binding tussen de exposanten: een amalgaam van, een syncretisme waarin het aksent verspringt tussen surrealisme, fantastiek, magisch realisme, symbolisme en een ‘voorbij de werkelijkheid’.

 

Proficiat en veel sukses voor alle deelnemers.

 

+ +

 

+

[pagina 78]
[p. 78]


illustratie
Zicht op de inkom van de tentoonstellingszaal. In de achtergrond komt Joris Minne een kijkje nemen. Vooraan: J.M. Legrand in gesprek met./.E. Palmer. Aan de wand: het drieluik ‘Ite Missa est’ van J.M. Legrand.


[pagina 79]
[p. 79]


illustratie
Een gedeelte van de Boekenstand met werken van de deelnemende dichters. Achteraan links: een beeld van P. Toebente en aan de wand schilderijen van Marc Bruylants.


[pagina 80]
[p. 80]


illustratie
Deze twee bladzijden geven een indruk van de omvang en opstelling van de tentoonstelling die 109 werken telde van volgende 12 beeldende kunstenaars: Roeland P. D'Haese (foto 5); Marino Van de Weghe en Pieter Toebente (f6): John E. Palmer en Colette Cleeren (f 7) Louis Slootmans (f 8): Marc Bruylants (f9 en 10): Edward Leibovitz(f 11): Paul De Ryck (f 12): Henri Decoster (f 13) Hugo Besard (f 14) en J.M Legrand (niet afgebeeld hier). Na de openingsreceptie op vrijdag 13 november '81 speelde in de kelder van het Kasteel de Soundgroep ‘Brian Nelsons Free Space’



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • beeld van Roger Geerts

  • over Hugo Besard

  • over Marc Bruylants

  • over Colette Cleeren

  • over Henri Decoster

  • over Paul de Ryck

  • over Roeland P. D'Haese

  • over J.M. Legrand

  • over Edward Leibovitz

  • over Louis Slootmans

  • over John E. Palmer

  • over Marino van de Weghe