Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Deus Ex Machina. Jaargang 6 (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Deus Ex Machina. Jaargang 6
Afbeelding van Deus Ex Machina. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van Deus Ex Machina. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Deus Ex Machina. Jaargang 6

(1982)– [tijdschrift] Deus Ex Machina–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 104/6]
[p. 104/6]



illustratie

volle maan

Het heeft gewinterd en gesneeuwd. En dan kraakhelder gevroren. De witte wereld moet er, van de maan af, als de maan zelve hebben uitgezien. Veraf doch vol.

In die dagen, gevuld met Kerst- en Nieuwjaarswensen over en weer. Als een gevulde kalkoen. En drank en harde zoetigheden. Donkere koffie en domme geschenken. Heb ik onder mijn lopende rekening een streep getrokken. Mijn lektuur van YVES NAVARRE'S BIOGRAPHIE (een romanfleuve van om en bij de 700 blz) heb ik gestaakt.

‘Sur un bout de papier, ce matin, au petit déjeuner, j'ai noté, Ie milieu litéraire, monde en soi, clos, ne peut regrouper que des gens hors d'eux. Il est rare d'y rencontrer quelqu'un avec un regard.’ Blz 343.

En ik ben beginnen rekenen onder de streep, nagelbijtend en met groeiend onbehagen. Verwonderd over bijvoorbeeld het entoesiasme waarmee de heer CHRIS FERKET een hulde aan JAN VERCAMMEN wist te organizeren. Met bijhorende schilderijen-tentoonstelling in het kasteel van en te Zwijnaarde. Want het werd een maffe avond in een gerestaureerd kasteel, in de schaduw van het fameuze wegenkluwen dat men een klaverblad noemt. De MACHT VAN DE POEZIE van het MASEREELFONDS op een alweer rijkelijk gerestaureerde zolder van de Gentse St Pietersabdij moest ik ook al in de rode cijfers schrijven. Laureaat van de Poëziewedstrijd aldaar werd JULIEN VANGANSBEKE. Het kon niet weer LEOPOLD M. VAN DEN BRANDE zijn, zei ULRICH BOUCHARD. Laatstgenoemde stichter-uitgever van het tweewekelijks Kunstmagazine KORIANDER, nam er al liftend zoals KEROUAC mejuffer SARAH PAUWELS bij. Maar zij kunnen het moeilijk runnen. Ik deel met Kofschipper POLFLIET enig leedvermaak. Maar ben ontzet over het hopeloos opportunisme van de naar kunst met grote K speurende talent-scouts, de bent kletskoppen-met-wit-hemd-en-stropdas-in-donkerkostuum die hoofdredakteurtje spelen van een literair tijdschrift op glad papier, zoals zij schooldirekteurtje spelen, zoals anderen de waarheidslievende redakteurtjes uithangen van een dagblad voor staatkundige en sociaal-ekonomische belangen onder de banier A.V.V./V.V.K., rücksichtlos zoals Mercedes-rijders, zoals de happy few aan zijn gebit laat vijlen, terwijl hongerigen toekijken, terwiil idealisten de verstikkingsdood sterven en artiesten kopje onder worden geduwd, terwijl in dit atoomtijdperk bij uitstek vooral pacifisten à la Bouchard met de vinger worden gewezen door atoomschuilkelderbouwers en omringend gespuis, aan wie elke poging tot het schoppen van een geweten verloren is besteed. Zoals het was en nog steeds is, zeker BUYSSE. HET RECHT VAN DEN STERKSTE

[pagina 105/7]
[p. 105/7]

wordt alweer gememoreerd en gemonteerd in onze KA-EN-ESSEN, EN-TE- GE-EN en daarbuiten. De wereld verandert snel en wel, indien we JULIEN WEVERBERGH mogen geloven, de middelen, de technieken, de druktechnieken, de media, de kommunikatie-media. Maar de mens zal nooit veranderen en dat is maar goed ook, zullen de heren zeggen. (Bijna schreef ik HOEREN). Laat ik ze hierbij voor duidelijk gezegd en aangetoond hebben dat het vijf voor twaalf is én dat de maan schijnt. Alsnog.

 

Het dooide en Karnaval ging de Lente vooraf. Zoals de geest van de reiziger hem en zijn paard voorafgaat in HET STENEN BRUIDSBED van HARRY MULISH. (Onzen boer Rijn voet, een bruinrode Permekefiguur, knoestig en getaand door weer en wind. Zit op een jute-zak, vooraan zijn oude houten platte wagen met ballonbanden. Zijn klak in zijn nek, achter Bella aan, zijn grijzend paard. Reist hij de vlakten af, de dreven en bruggen van onze voorstad. Van een dorp is nog nauwelijks sprake. Dansen de muggen in Februare, wordt den boer nen bedelare, zei hij, en zijn ogen schoten vonken.) Karnaval met prins DE ZWIJGER van koning ANTHIERENS die zonodig GIJSEN met GALLE moest associëren en DEMEDTS met MOENS en opnieuw DEMEDTS met een slecht schrijver en nogeens DEMEDTS met een idealist en dus sowieso een streng te mijden schrijver. FREDDY DEVREE onder de protektie van HUGO CLAUS moest ook nogeens in dat potje roeren dat Vlaanderen heet, West-Vlaanderen bovendien, GEZELLE'S heimat en die van DURNEZ en van RODENBACH en VERRIEST en DEMEDTS natuurlijk. Maar ook de heimat van CLAUS himself en POPELIER, Bert, NEIRINCK, Freek, HANDTPOORTER, Fernand en noem maar op. Zodat het publiek van het CLAUS-POEZIE-SPEKTAKEL in het linker neusgat de zwoele bietengeur en in het rechter de stank van de aalput mee naar huis moest nemen, te nemen of te laten, naar aloude fascistische gewoonte. ‘Normalement des gens comme nous, cela n'existe pas; c'est pourquoi on doit se faire admettre.’ (L' Important c'est d'aimer, Franse dramatische film van Andrew Zulawski, RTBF 27.2.82)

Ook de Westvlaming JOZEF DELEU kwam op de buis n.a.v. het 25-jarig bestaan van zijn tijdschrift ONS ERFDEEL. Wij zaten ooit samen op dezelfde schoolbank, maar het bleef daarbij. Hij bleef zitten, omringde zich met professoren en literatoren en gaf, zoals het een grootnederlander betaamt, onlangs in Nederland een boekje uit. Niet zonder lang bij voorbaat JEROEN BROUWERS tot de grootste en de beste te hebben gepropageerd.

Hoedanook, van de maan af gezien, zijn alle mensen even groot of klein, alsook de ‘Schrijverds’ (het woord is van CAR FLANDERS). En om bij de zichtbare waarheid te blijven: van de maan af blijkt alleen de Chinese Muur waarneembaar, groot genoeg, van belang. Wat relatief is, natuurlijk. Nietwaar HANS DE GREVE?

 

In de rand van mijn Kladboek voor Progressieven heb ik ook nog de namen COTTENJE, Mireille en DE WISPELAERE, Paul als Westvlamingen genoteerd

[pagina 106/8]
[p. 106/8]

en GEERAERTS, Jozef als Antwerpenaar. Wee voor Jefke en zijn one-man praatshow ZEG MAAR GEERAERTS, als een dier G.I.’s van OMROEP OOSTVLAANDEREN er ooit achter komt dat mister Geeraerts in Drongen woont. Drongen dedju. Een schrijver van wereldformaat kan overal wonen, PATRICIA HIGHSMIT zal het beamen. Maar Drongen is een steenworp van het Oostvlaamse BRT-bastion verwijderd en daar zijn ze allesbehalve Joodsgezind, daar promoveren ze niemand uit eigen rangen.

 

Op een blauwe maandag na 1 mei, met mijn dochter Marina het MUZEUM VOOR HEDENDAAGSE KUNST in Gent bezocht. Marina en ik zijn het altijd eens in onze onenigheid. Zij slaapt slecht onder maanlicht; zij droomt er als haar vader van dikke boeken te kunnen schrijven en wij bewonderen het indrukwekkend gewrocht DE WERKERS van JONATHAN BOROVSKI, vijf reusachtige silhouetten in het bordenzwart geverfd, die elk met een elektromotor in de heupen hun hamerende arm als een schoenmaker ononderbroken doen bewegen. Je moet het maar vinden. Datgene waar je geen andere benaming kan opzetten, heet KUNST, zei Konservator HOET. En ja, bij nader toezien konden wij, Marina en haar vader, de in de hall opgestelde wastafels met kleien borstels en tandpasta Flauwekul noemen, maar op de drempel van de zaal met ‘De Werkers’ hielden wij al onze adem in. In de aanpalende zalen een Retrospektieve MAURICE DUPUIS met Molens van Merelbeke, De Assels, In het Café, Vrouw en kinderen van de Schilder, zijn Atelier, Portretten, Stillevens met hespen en haringen, Hansbeke, een Gents beluik, Brugse godshuizen en dies meer. Omroep Oost-Vlaanderen zal er alvast geen boodschap aan hebben en terecht. Op een strookje BELASTINGEN OP DE RIJWIELEN zonder motor en op de bromfietsen, jaar 1979, noteerde ik ter plaatse: Borovski (werkers); Antoine Mortier met een paar schilderijen uit de zestiger jaren: ‘L'enfant grandit’ en ‘Het afscheid’. Tetsumi Kudo met zijn assemblage ‘Your portrait’ dat vroeger ‘Na de atoom-aanval’ heette, dacht ik. Doch met welk recht zeg ik zoiets? In de auto, naast Maxina, schreef ik nog op de ommezijde van mijn blaadje: De Kunst is Dood, het Mizerabilisme, de Valse Protserigheid, de Aanbidding der Wijzen; meer dan ooit wil de jeugd LEVEN, zulks las ik van de felle wastafels en ander tentoongesteld tuig in het Muzeura voor Hedendaagse Kunst, met nog wat gepruts aan de wanden van enen BLUMENFELD. Het brengt me op een, vooral in deze tijd, dringende en dwingende OPLOSSING VOOR DE PROBLEMATIEK DER KUNSTEN. Die Problematiek zou men aan het einde van deze Technokratische Eeuw best kunnen herleiden tot het NUT of ONNUT der kunsten. Het antwoord van de komputer onder de gesel der nutteloze besparingen zou alvast NEGATIEF zijn. Behalve voor het medium FILM omdat het, als jongste, nog geen geschiedenis heeft en omdat het grotendeels met KAPITAAL te maken heeft, zo dachten en denken filmmakers en -sponsors. Zij dachten en denken verkeerd en ik wou hier de Film buiten beschouwing laten in afwachting dat de kapitalisten de inbreng der artiesten in de filmmakerij zullen naar waarde weten te

[pagina 107/9]
[p. 107/9]

schatten. Het met de hand geschrevene, het kalligrafische, het zuiver pikturale zijn ongetwijfeld de oudste, de meest integere, doch ook vandaag de meest broodnodige kunstuitingen.

BROOD EN SPELEN uit de oudheid werd BROOD EN DRUGS vandaag en wordt morgen bijna zeker BROOD EN DOOD. Daarom breek ik nu een lans voor die HAND MADE ARTS vandaag en nu. Want dat een kind kan spelen en zich vrijelijk bewegen is belangrijker dan dat het naar school kan (moet) gaan. Zo ook acht ik het belangrijker dat een mens kan schrijven en lezern, schilderen en zien, dan dat hij een film kan MAKEN en in een bioskoop ZITTEN. De eerste en beste verspreiders van de meest integere der kunsten zijn de TIJDSCHRIFTENMAKERS. De lezers kunnen daar uit de eerste hand de duiding der dingen leren die de Dichters er hebben in gelegd. Wie heeft daar echter nog tijd en geld voor over. Wij worden overrompeld met reklame en spots, met reportages en stunts in dagbladen en op de buis, tot op de boekenbeurzen toe, zodat er een PROBLEMATIEK DER TIJDSCHRIFTEN is ontstaan: de gesubsidieerde en de vrije; de ideologisch gebondene en de vrije. De lezer dezes heeft D.E.M. onder ogen.

Maar het meest vrije, het minst gesubsidieerde en daarenboven het best gevulde tijdschrift dat NU verschijnt is KRUISPUNT. Dat ik dit precies hier durf te zeggen en schrijven moge een garantie zijn voor het waarheidsgehalte van mijn boute bewering. Het nummer 81 van de 21ste jaargang van KRUISPUNT ligt voor me. Tachtig bladzijden voor 75 frank, of 225 fr voor vier nummers. Je moet het maar doen en JOHN HEUZEL fikste het met zijn drukker. Het omslag ziet er uit als een doodsprentje (Campo santo: RIET VAN GENT, WILLEM VAN OS, FRED DE SWERT, WILLY TERGAT, NEER VANTINA en TON VEUGEN) en de ontwerper is EMIEL HOORNE die ook voor de nrs 76 en 78 instond. In de werkgroep zitten (werkend) WIM BALYON, FRANCOIS BONI, MARC BRAET, GERDIE BRONGERS, THEO FRANSSEN, GEORGES FUKKINK, HAN GRUSCHKE, JOHN HEUZEL, HENK HUISMAN, ANITA KETELS, PIERRE LOTENS, TON LUITING, JAN SCHEPENS, MARC VANDENBERGHE, JAN VERWEST en BERT WILLEMS.

Nu de inhoud even doorgelicht: Aforismen van FERNAND LAMBRECHT. Negen Friese gedichten + hun vertalingen van JAN DOTINGA + Tien foto's van beelden van tien verschillende beeldhouwers, waar ik het met mijn gevoelige maag een beetje moeilijk mee heb, want dit is van het goede teveel. Trouwens, sedert JOHN HEUZEL als redaktiesekretaris gastheert, kom je telkens overdaan van tafel. Hij is terecht van oordeel dat er maar weer eens sterke magen moeten gevormd worden zowel bij de literatoren als bij de rest van ons toch o zo kunstminnend volkje. DRIES JANSSEN herdenkt dood en absoluut Dichterschap van GERRIT ACHTERBERG. Volgt een potig gedicht van WERNER PAUWELS en poëzie als kilmop van WILLY BALYON. PROEVE VAN INTERPRETATIE van Willy Balyon's Lokroep-gedicht is een bijdrage van BERT WILLEMS. AANTEKENINGEN VOOR EEN AUTOBIOGRAFIE TEN GERIEVE VAN DE MOLLEN OF EEN TEKST OM ZINGEND TE ZEGGEN 1979-1980-1981 spreidt zich over 9 blz uit. Dit is autochtoon-Vlaamse-Westvlaamse-Brugse en dus bijwijlen oeverloze poëzie van PAUL VANDERSCHAEGHE. VAN JAN DE LICHTE TOT DE GEUZEN behandelt

[pagina 108/10]
[p. 108/10]

LOUIS PAUL BOON als alternatieve geschiedschrijver, een stuk van ROMAIN JOHN VAN DE MAELE. En de altijd interessante huisredakteur JAN SCHEPENS van Gebroken armen en benen heeft het dit keer ook over LOUIS PAUL BOON IN FRONT. Dit is 2 × Wild naeen op tafel. Volgt nog een gedichtje van DEEN ENGELS en eentje van WIEL OEHLEN. En RITES DE PASSAGE uit EEN FEESTELIJKE DOOD van PIERRE LOOTENS, geserreerde poëzie, om te herlezen op tijd en stond, want houtgoed. OP HET KRUISPUNT treffen zich schrijvers en recensenten. HENDRIK CARETTE heeft het over JAGEN IN BRUSSEL van Frank De Crits; DE HOFNAR SPREEKT van Bert Popelier en EEN HUIS OM DAKLOOS IN TE ZIJN van Luuk Gruwez. BERT WILLEMS bespreekt HAIKU/EEN KRINGLOOP van Theo van Stichel en DE SEIZOENEN VAN DE APPEL van Bart Mesotten. Koffiepauzes/veel woorden/weinig taal: werd als dessert bedoeld na het Kruispunt-banket. In VARIA wordt gelachen. Mededelingen zoals voor de SPECTRAAL-POEZIEWEDSTRIJD e.d. zijn de welkome aanleiding. Kruispunt, Boeveriestraat 8 - 8OOO Brugge.

 

WIP

 

§ § §

‘Wat zou de moderne verveling zijn zonder terreur? De meest vervelende lektuur is Hitler's lijvige boek ‘Tischgespräche’. Ook hij schotelde zijn gasten films voor, pasteien, koffie met slagroom, terwijl hij hen verveelde met zijn diskussies en teorieën.
Iedereen verging van ellende en angst, ze waren zelfs bang om naar het toilet te gaan. Deze kombinatie van macht en verveling is nooit onderzocht. Verveling is een instrument voor sociale kontrole. Macht is het vermogen om verveling op te leggen, stilstand te bewerkstelligen en die stilstand te vermengen met woede. De werkelijke verveling, de diepste verveling, is doordrenkt met angst en dood.
Saul Bellow
uit: ‘Humboldt's Nalatenschap’

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken