Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Deus Ex Machina. Jaargang 6 (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Deus Ex Machina. Jaargang 6
Afbeelding van Deus Ex Machina. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van Deus Ex Machina. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Deus Ex Machina. Jaargang 6

(1982)– [tijdschrift] Deus Ex Machina–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 92/6]
[p. 92/6]

volle maan

illustratie

Deerlijk ontstemd ben ik vandaag mijn dag begonnen. Een vluggerd van vijfenzeventig met binnenwaarts gerichte ijzeren pinnen onder zijn laarzen, een brede riem om zijn lenden, waaraan een touw en een snedig bijltje, is hoog in een paar dozijn Canadas geklouterd om ze te snoeien. Overdag geeft dat méér zon en 's nachts méér maan. LES HEURES CLAIRES zullen weer gaan aanbreken. Straks, wanneer ik dat snoeihout zal in de wacht gesleept hebben, het fruit geoogst en de kiekens warm geborgen hurken in het verse hooi. Doch zover zijn we nog niet. De schim van Hiroshima waart nog altijd rond, vooral nu een dier Grootmachten vast besloten blijft de aanstaande oorlog, de zoveelste, zij het een kernoorlog dit keer, te winnen, koste wat het kost. Arbeit macht frei. Ik moet er aan geloven, want tegen de middag loop ik al in de zon te fluiten. Mijn vrouwmens heeft verse soep gekookt, ons bed opgemaakt, het koper doen glanzen en de ruiten, en zij heeft een dikke slang bezworen, een halfuur lang, de lawaaierige stofzuiger op haar hielen. Dit alles en nog méér, nadat zij over de telefoon vocht voor de VRIJHEID. Niet voor de Palestijnse Joden, maar voor een stel jeugdige delinkwenten in eigen streek en rangen, die zonder moord noch noemenswaardige diefstal op hun geweten, zonder ongezonde agressie zelfs, doch na jarenlange opsluiting, oud zullen geworden zijn zonder geleefd te hebben. Volgens de TALMUD moet een man een boom planten, een zoon verwekken en een boek schrijven. Reken maar wat zo'n bent ambtenaren van hogere tot lagere orde sommige van hun onderdanen en medemensen ontzeggen. Die ultrarechtse kerkgangers - die naargelang de politieke wind ook naar links durven surfen - zouden nochtans beter moeten weten, want Wee Hij Die aan de Minste onder de Minsten, enzoverder. Maar wie leest nog tegenwoordig? Volgens een onderzoek onder de schoolgaande jeugd, in Frankrijk, blijken de meesten de taal van Molière zelfs niet meer behoorlijk te kunnen schrijven. Bij ons hoef je maar een blad als KNACK (Kak, zegt mijn Eeuwige Vriendin) open te slaan om te weten hoe laat het is. Na de derde tik is het middernacht. SUS VAN ELZEN kan niet schrijven en MARC REYNEBEAU niet lezen. Eerstgenoemde reist om niet te leren - kwestie van ANDERS te zijn - de andere aast op een baantje bij Vrij Nederland, alwaar hij op zijn plaats zou zijn. De schrik slaat mij echter om het hart, denkend aan de Hollanders die niet nog meer bewonderaars, enfin bedonderaars, à la M.R. achter hun wallen willen, zodat hun collaborateurs in vijandig gebied Vlaanderen zullen moeten blijven opereren zonder uitzicht op promotie. En voor wat de oorlogsdreiging betreft, het zullen zeker niet de onderscheidene ministers van buitenlandse zaken zijn die het getij zullen doen keren. Het zijn ZOMBIES en daartegen is niets te beginnen. Tenzij bidden.

[pagina 93/7]
[p. 93/7]

Voorwaar, nog nooit in 's mensen geschiedenis hebben de minderen, de enkelen, de anderen, die men weieens Kunstenaars noemt, er zo slecht voorgestaan. zo'n Indiaan is ROOBJEE. Ik vorderde traag maar gestaag tot bij de helft van zijn epos LIEFDESVERDRIET (Van Hyfte/Ertvelde). En ik wil de lezer geen appelen voor citroenen verkopen. Van de intrige snap ik weinig. Romantechnisch is het geen Van Aken. Maar méér dan de koncepten van Van den Broeck en van de geschriften van de auteur van DE GROTE SCHAAMLIPPEN - je n'ai pas la mémoire des noms, gelijk Brassens - voel ik aan dat dit Roobjee's EIGENSTE boek is. Bevolkt met zijn mensen, bedrukt met hun uitspraken, een weergaloze taal zoals zij gebroebeld wordt om en rond de samenvloeiing van Leie en Schelde. Barok en zot zoals ze zijn en niet geidealizeerd zoals dat ging bij Claes en Timmermans. Wij leven immers in het avondland, naar het einde toe van de twintigste eeuw. Streuvels, Buysse en Demedts, daar is Roobjee schatplichtig aan. En een Hollander, een Limburger en een Westvlaming zal aan dat Liefdesverdriet geen boodschap hebben. Alhoewel John Heuzel, de man vóór en niet àchter KRUISPUNT het er, blijkens een uitvoerige recensie van dit boek in zijn tijdschrift, wel heeft op begrepen. Zoals hij het ook op JOYCE schijnt begrepen te hebben aan wie hij eerlang een extra-nummer van KRUIPUNT wijdt. Volgens Heuzel zijn alle moderne schrijvers schatplichtig aan deze door weinigen echt gelezen Ier. Daarenboven wordt hij door geeneen begrepen en blijkt hij alleen voor profs interessant die met hun verschillende interpretaties mekaar in pienterheid de loef trachten af te steken. Uit de verwarring en de wedijver van snobs ontstaat dan de myte. Marquez, Cortès, Borgès ondergingen hetzelfde lot. Waarmee ik maar wil zeggen dat zowel HONDER JAAR EENZAAMHEID als LIEFDESVERDRIET elk voor de helft verorberd als een pak onverteerd goed op mijn maag ligt. Kunst heeft met luciditeit en ordening te maken, me dunkt. Die de Chaos reproduceert en nalaat hem met een sprankel licht te duiden, schiet tekort. Maakt iets dat overbodig is, zoals sommige buitenlandse politiek. En wat overbodig is, ontaardt in rottigheid, zoals wapens. Zelfs indien ‘Life is a place, not a direction’, dan moet dat plaatsje tenminste netjes gehouden worden en zo aangenaam mogelijk ingericht.

Mijn wijveke komt op mijn deurtje kloppen. Het werd zo snel avond dat ik de tijd niet had om een kaars op te steken. Schrijven in het donker is slecht voor d'ogen, zegt zij. Inmiddels rees de Maan.

WIP


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken