Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande. Jaargang 6 (1864)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande. Jaargang 6
Afbeelding van Dietsche Warande. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.86 MB)

Scans (44.51 MB)

XML (1.47 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande. Jaargang 6

(1864)– [tijdschrift] Dietsche Warande–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 410]
[p. 410]

Wandalisme.
XXIXGa naar voetnoot1.

In de vergadering van 16 September ll. heeft de letterk. afdeeling der Kon. Akademie van Wetenschappen zich andermaal met de afbraak der Loterijzaal beziggehouden.

De Heer Van Lennep protesteert tegen het vroeger genomen besluit, ten gevolge waarvan de Akademie, ofschoon zich niet bepaald ingenomen betoonend met de werkzaamheden van den Hr Rose op het Binnenhof in 's Gravenhage, den Minister van Binnenl. Zaken heeft te kennen gegeven, ‘dat de staking der afbraak van de kap der Zaal noch wenschelijk, noch raadzaam was.’ De Heer Van Lennep gelooft niet aan de sage, volgends welke een werkman, die een der gebinten op het hoofd had gekregen, aanvankelijk onder een berg van snuifkleurige molm bedolven was - maar daaruit gants onverlet was te voorschijn gehaald.

De Heer Dirks, in tegendeel, zegt, volgends den ‘Konst- en Letterbode’ van 21 Sept., dat eene ‘grondige verbouwing’ aan ‘genoemd gebouw’ noodzakelijk was, en niet slechts eene ‘gedeeltelijke herstelling’.

Waarom - uit hoofde van bouwvalligheid? Waarom verwerpt de Heer Dirks het denkbeeld van ‘grondige herstelling’; en wenscht hij ‘verbouwing’? - Het andwoord is niet duidelijk. ‘Het was bezwaarlijk a priori te bepalen,’ zoo luidt het, ‘of de kap geheel of gedeeltelijk kon bewaard blijven’. Goed; maar kon ze niet hersteld worden? Zij kon misschien niet bewaard blijven, gaat de spreker voort, maar

[pagina 411]
[p. 411]

bedoelt blijkbaar hersteld of herbouwd worden, ‘omdat zulks van het toestaan der vereischte gelden afhankelijk was’. Iedereen herinnert zich intusschen, dat er geen proef, hoegenaamd, genomen is, om van de Staten-Generaal geld voor eene verbouwing, maar wel voor eene herstelling (des noods herbouwing) van de kap der zaal te krijgen.

De Heer Boot zegt, dat eene geheele herstelling der houten kap f 264.000 zoû gekost hebben, en eene ijzeren op naauwelijks een derde van die som komt te staan.

Op dien grond dus heeft men het geld, voor eene herstelling bij de Kamer aangevraagd, tot eene verbouwing misbruikt!

De Heer Janssen voegt daar bij, dat er wel eene dergelijke goede reden voor de ijzer-konstruktie beftaan moet hebben - daar zulk een bekwaam architekt als de Heer Rose - de kunstenaar, wien men het rotterdamsche gasthuis, het Ministerie van Koloniën, en het gebouw voor den Hoogen Raad verschuldigd is - er toch wel geen bezwaar, ‘uit het oogpunt van kunst of techniek’ in kon vinden, om de geheele houten kap in den zelfden stijl te herstellen.

Maar de Heer Janssen vergeet blijkbaar, dat de ware kunstenaar zich nooit tot een kopiïst verlaagt, en dat Bilderdijk vreemd zoû hebben opgekeken, als men hem verzocht had, ten gebruike bij een bruiloft, ons een asschrift te maken van eenig bruilofsvaers van Lukas Schermer of Dirk Smits.

De ware kunstenaar schept! Hij behoort niet tot die bende serviele nabootsers, om niet te zeggen naäpers - welke met belachlijke angstvalligheid de oude vormen beoefenen, om in den geest der ouden een oud gebouw te restaureeren! Restaureeren - het woord drukt het uit - is verfrisschen, ververschen, vernieuwen, nieuw voedsel geven (re-staurare = her-stouwen); volgends anderen, van het oude stauro, dat is stellen; dus op nieuw stellen, als nieuw stellen, of oprichten, verbeteren, in den modernen geest: niet waar, Mijnheer Rose?

Te-recht heeft de Heer Dirks begrepen, dat alleen het ‘merkwaardig beeldhouwwerk, dat van den afgebroken kap

[pagina 412]
[p. 412]

is afgekomen’, eenige waarde had, om dat het ‘misschien tot nadere bepaling zijner (!) oudheid kan bijdragen.’

De Voorzitter merkt te-recht op, dat de Heer Rose lid van de Kommissie voor de monumenten is, en dus wel voor het behoud dier overblijfselen zorgen zal.

Wel zeker! als we maar een plukjen haar van den overledene hebben - gooi hem dan maar op zij, schop hem in den kuil, vrede zij zijn asch - wij zullen hem niet meer lastig vallen. Aan dat grijze haar weten we dan ten minste, dat hij niet in de wieg gesmoord is.

M.

voetnoot1
Uit plaatsgebrek is dit fragment zur Historik der Loterij-Zaal-Frage tot dus verre ongeplaatst gebleven; maar de Heiligen moeten (vroeger of later) hun waslicht hebben; en ook de Heer Dirks c.f. is, mutatis mutandis, daartoe te rekenen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken