Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1901 (1901)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1901
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1901Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1901

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.60 MB)

Scans (60.01 MB)

ebook (5.42 MB)

XML (2.96 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1901

(1901)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 533]
[p. 533]


illustratie

† Kanunnik Martens.

Onder de grieven der Belgen tegen Willem I telde men den dwang waarmede de Hollandsche taal, door het bestuur, aan onze bevolking werd opgedrongen. De ambtenaars, de leeraars, al wie eene officiëele betrekking hadden, werden verplicht, indien zij niet goed in 't Hollandsch beslagen stonden, van die betrekking af te zien, of maar, in weinig tijds, de Hollandsche taal machtig te worden.

Zeker, het waren de inwoners der Waalsche provinciën die door dergelijk besluit ergst geplaagd werden, en diepst en bitterst gegriefd. Echter, die Walen waren onze Belgische broeders. Wat meer is, het is van overouds bekend dat de Vlamingen een ingeboren afkeer gevoelen van slavernij en dwang, en zoo kwam het dat, ook in zake de taal, bij de Vlamingen evenals bij de Walen, misnoegdheid in de harten broeide.

Toen de omwenteling van 1830, uit de samengehoopte grieven ontstaan, ons van het Hollandsch beheer had losgemaakt, bleef diep en vinnig in het hart der onafhankelijke Belgen de wrok bestaan tegen alles waardoor het vreemd bestuur onzen landaard had miskend en vernederd, en wel met name tegen de taal der overheerschers, waarmede het Vlaamsch ongelukkiglijk innig verwantschapt was.

De kleine jongens zelf der lagere scholen, uit jeugddriftig patriotisme, speelden op straat soldaatje in het Fransch ‘en avant marchons!’; terwijl zij, in

[pagina 534]
[p. 534]

de school, lust schepten in het tyrannisch Hollandsch tegen te werken en te versmaden. Ik herinner mij uit den mond van een hooggeplaatsten man gehoord te hebben hoe, na de revolutie, hij en zijne schoolmakkers - deels om hunne bevochtene vrijheid te bevestigen, deels om hunnen Hollandsgezinden onderwijzer te plagen - het woord kwaad b.v. vervormden niet alleen tot kwaed, maar tot quaed, quaet, quaedt en wat weet ik meer.

Dezen die tot de middelbare en de hoogere scholen opklommen werden gewaar dat het Fransch beter dan het Vlaamsch hunne toekomst zou verzekeren, en alzoo gebeurde het - spijtig genoeg - dat de studie van het Vlaamsch verwaarloosd werd en dat het Fransch de voornaamste plaats nam in het onderwijs.

De jonge jaren van kanunnik Martens behoorden tot dit tijdvak. Later verschafte hem de aard van zijne hoogere studiën en van het leeraarsambt dat hem werd opgedragen de gelegenheid niet om het Vlaamsch te beoefenen.

't Was bij het opkomen van het Davidsfonds dat hij zich op Vlaamsche letterkunde begon toe te leggen. Bekwame ambtsgenooten, 's mans uitstekende begaafdheden bewust, en overtuigd dat hij tot het ontwikkelen en verzedelijken onzer bevolking veel kon bijdragen, hielden niet af hem zijne verhevene zending voor oogen te leggen, en gelukten er in zijne aarzeling te overwinnen, hem bewijzende dat de eenigszins wettige reden die hij daartoe deed gelden, door zijnen ootmoed overdreven werd.

Te Zulte, tusschenin de twee Vlaanderen, geboren, in Vlaanderen opgegroeid, in Vlaanderen levend, sprak professor Martens Vlaamsch gelijk een ander. Wat meer is, hij beminde zijne moedertaal; maar hij had die moedertaal niet gestudeerd en er nooit zijne pen aan beproefd. Zijn woordenlijst was kort en geenszins in evenredigheid met de uitge-

[pagina 535]
[p. 535]

strektheid zijner wetenschappelijke kennissen, zijne spelling was onzeker en wankelde, hij was niet geoefend in de veelvuldige grammatische vormen, en van de woordvoeging kende hij slechts de wendingen door het volk gewoonlijk gebruikt.

Rijk begaafd had weldra de geest van den vijftigjarigen leerling het grootste gedeelte der leemte aangevuld; maar het zal niemand verwonderen - en zulks is een geluk voor de Vlaamsche letteren - dat, op dien ouderdom, en voor het doel dat hij beoogde, namelijk zijne rijke kennissen aan Vlaamsche landgegenooten mede te deelen, kanunnik Martens zijne Vlaamschletterkundige opvoeding niet is gaan zoeken bij Hollandsche, maar bij Vlaamsche schrijvers, en in den schat onzer Vlaamsche volkstaal dien hij tot dan toe niet genoeg had doortast.

't Is alzoo dat hij een echt Vlaamsche schrijver zal worden. Alhoewel kanunnik Martens vooral wetenschappelijke stoffen verhandelt, moet de Vlaamsche lezer niet vreezen bij elken stap op een uitheemsch woord te stronkelen; uit het Vlaamsch zelve weet hij woorden te trekken om de ongewoonste zaken te noemen; zijn schrijftrant is niet lang en log, gelijk zoo dikwijls bij Germaansche en ook bij Hollandsche geleerden, maar gevleugeld en levend; uit onze volkstaal weet hij juiste en schilderachtige uitdrukkingen te kiezen, en kernachtige, bonte, bewegingsvolle wendingen. In één woord, indien de geest en het gemoed van het Vlaamsche volk den overgang uitmaken van het koudere Noorden tot het warmere Zuiden, die geest en dit gemoed zullen in Martens' schriften hunne getrouwe weêrspiegeling vinden.

Het laatste werk van den schrijver, Eene reis in Ierland, verscheen vóór weinige dagen; helaas! na zijn overlijden. Hoe spijtig toch dat de vrome man ons zoo vroegtijdig zij ontnomen! Te vroeg voor zijne duizende leerlingen, die den geleerden

[pagina 536]
[p. 536]

meester zoo hoog waardeerden, en den stichtenden priester zoo zeer beminden en eerbiedigden.

Te vroeg ook voor het volk dat hij heeft onderwezen en veredeld, gansch de Vlaamsche gewesten door; want, buiten Conscience, zag geen enkele schrijver misschien zijne werken zoo zeer verspreid en zoo gretig gelezen. En wie zijn het vooral die kanunnik Martens' boeken uit elkanders hand afwachten, niet om ze, uit nieuwsgierigheid, eenmaal te doorbladeren, maar tot hun nut, herhaaldelijk te herlezen? Ondervraag de bestuurders onzer volksbibliotheken: het zijn voornamelijk de verstandigste en de deftigste onzer werklieden, mannen die, naar eene billijke opbeuring van hunnen stand strevende, overtuigd blijven dat de middelen daartoe vooral moeten voortspruiten uit geestesontwikkeling en christene beschaving. Nu, aan deze beide bronnen mogen zij naar lust geest en harte laven in de werken van dezen man, die dan ook op zijn juiste uur is verschenen om, in de Vlaamsche literatuur, voor het volk niet alleen een geliefkoosde schrijver maar ook een ware weldoener te zijn.

Te vroeg, eindelijk, verdween kanunnik Martens voor onze Vlaamsche letterkunde. Eene literatuur, zal zij volledig zijn, hoeft werken van allen aard, ook wetenschappelijke te bevatten. Talrijk zijn de schriften van dit slag waar de schrijver onze letteren heeft mede verrijkt; en van zijne omvangrijke geleerdheid, van zijn onvermoeiden ijver mochten we menig werk nog verhopen dat ook den stempel zou dragen van echt Vlaamsche taal en ware kunst.

Ja, dit is onze overtuiging dat weinige schrijvers onder ons zoo dóor en dóor Vlaamsch zijn als Martens geworden was; dat er weinigen uit de taal zooveel schatten hebben opgedolven en benuttigd; dat, zijne rijke wetenschap onverlet, en zijne taalkennis daargelaten, bij weinigen de gedachten zoo grondig en zoo klaar, de samenhang zoo logisch, de uitdrukking

[pagina 537]
[p. 537]

zoo juist, zoo natuurlijk, zoo levendig gevonden worden.

In de geschiedenis onzer nationale literatuur zal kanunnik Martens' naam geboekt staan als die van een der voornaamste en eigenaardigste onzer schrijvers.

Willen wij dan de werken van dezen gevierden schrijver aan de jongeren voorhouden als alleszins volmaakte en meesterlijke modellen? Toch niet; wel staan zij om de degelijke wetenschap die ze behelzen, om het edel doel tot beschaven en weldoen dat ze immer beoogen, om den echt christen Vlaamschen geest die ze bezielt, boven allen lof verheven. Hoog ook loopt onze bewondering op met 's mans bevallige en pittige eigenaardigheid in 't voordragen en 't vertellen; met zijn ongekunstelden en toch, over 't algemeen, keurigen schrijftrant. Maar op enkele plaatsen staan bij hem woorden en wendingen nu eens niet gekozen, dan weer niet geschikt naar de strengere eischen der taal. Dit mag, wij meenen het genoeg te hebben bewezen, te zijnen laste niet gelden als een verwijt. Edoch de vele middelen die hem ontbraken staan ten dienste der jongeren tot grondig en praktisch kennen, wij zeggen niet van het Hollandsch, maar van ons algemeen Nederlandsch. Dit voorrecht legt hun strengere plichten op: zij zullen trachten die te vervullen en, ook hierin, den onvergetelijken man navolgende, er zich immer op toeleggen hunne taal keuriger en sierlijker te schrijven.

 

Dr S.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken