Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1939 (1939)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1939
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1939Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1939

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.30 MB)

Scans (176.37 MB)

ebook (5.57 MB)

XML (1.91 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1939

(1939)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 879]
[p. 879]

Werk van waarde
door Aug. van Cauwelaert

Dichterschap en werkelijkheid. Geïllustreerde literatuurgeschiedenis van Noord- en Zuid-Nederland en Zuid-Afrika, onder redactie van W.L. Van Leeuwen, met medewerking van Dr. H.W. Moller, Dr. J. Karsemeyer, Dr. W. Staverman, W.L. van Leeuwen, Prof. Dr. G. Besselaer en Dr. J.A. Goris (Marnix Gysen). Uitg. W. De Haan, Utrecht. Prijs: 100 fr.
Victor E. Van Vriesland: Spiegel van de Nederlandsche poezie door alle eeuwen. - N.V. Het Kompas, Antwerpen. Prijs: 65 fr.

De titel ‘Dichterschap en Werkelijkheid’ is misleidend en de Inleiding van Dr. van Leeuwen is daarvan geen voldoende verklaring. Maar dit doet niets ter zake: de bedoeling was, zooals de ondertitel luidt, opnieuw een tot onze dagen reikende geschiedenis der Nederlandsche literatuur te bieden, en dit opzet en deze opdracht hebben leider en medewerkers op uitstekende wijze vervuld. Men kan den voorkeur geven aan een literatuurgeschiedenis die door één man geconcipieerd en geschreven werd; maar tegenover de grootere eenheid die men hiervan verwachten mag, staat haast onoverkomelijk een grootere onpersoonlijkheid in de behandeling van zekere perioden der literatuur. Te zeldzaam is het hoofd waarin de literatuurkennis en -wetenschap van alle eeuwen gevaren is en dat bovendien een bizonderen kunst- en keurzin bezit. We kunnen ons al tevreden stellen en verheugen, wanneer een literatuurhistoricus een periode als b.v. de Middeleeuwen of de Renaissance kent tot in de kern en in samenhang ziet met de eeuwen die voorafgegaan zijn of volgen. Hoofdzaak is dat de leider van een in samenwerking opgebouwde literatuurgeschiedenis zijn medewerkers wist te kiezen. En de keuze van Dr. van Leeuwen was een zeer gelukkige. De middeleeuwen konden bezwaarlijk aan betere handen worden toevertrouwd dan die van Dr. Moller. En de beperking van zijne opdracht heeft hem behoed voor on- en anti-literaire misvattingen als die welke hij bij de behandeling der moderne literatuur in zijn Geschiedenis der Nederlandsche letteren vertoont. Detailkritiek zou zich kunnen afvragen hoe Dr. Moller met dezelfde wetenschappelijke zekerheid in zijn

[pagina 880]
[p. 880]

Literatuurgeschiedenis en in deze behandeling der Middeleeuwen b.v. Veldeke of de Legende van St-Servaes of de geboorte van Jan I eenigszins verschillend dateeren kan. Maar voor dergelijke vondsten voel ik niets. De taal van Dr. Moller is even bloed- en spierloos als die zijner vorige geschriften; en dit zal nu wel zoo blijven.

Ook de bijdragen van Dr. Karsemeyer en Dr. Staverman waardeeren we zeer; al was er geen enkele reden om bij 't citeeren van verzen het oude taalbeeld te ontluisteren door een hinderlijke modernisatie. Dit kan gewenscht zijn voor een schooluitgave en werk uit een zeer vroege periode; maar voor een vers van Vondel is daartoe geen aanleiding.

Dat Dr. van Leeuwen de laatste 50 jaar in Nederland voor eigen rekening nam, was vanzelfsprekend. Hij kent deze periode en hij kent ze goed. Dat hij de behandeling der vlaamsche literatuur sedert 1830 heeft opgedragen aan Marnix Gijsen is dubbele winst: voor hem en voor zijn literatuurgeschiedenis. Het heeft er hém voor behoed andermaal de vlaamsche literatuur te miskennen en, door verzuim, te kleineeren; en het is voor Marnix Gysen aanleiding geweest om een uitzonderlijk gesloten en synthetisch beeld te ontwerpen van de vlaamsche literatuur in de laatste honderd jaar. Daar is golving in dit beeld en perspectief; daar is een klare kracht en vastheid in de omtrekken; en daar is vooral in deze studie een zeer verheugende zin voor porportie. Deze studie is een klein model van literatuurschrijving, dat ik graag, afzonderlijk, op ruime schaal verbreid wou zien.

Ik wou ten slotte nog den sympathieken toon vermelden van Prof. Dr. Besselaar's overzicht der Z.-Afrikaansche literatuur. Het is een opgetogen waardeering voor het vele goede dat daar in zijn land ontluikende en groeiende is; maar het is geen ijdele zelfoverschatting. Het is de schoone trots van een cultureel jong volk; dat zich nog verwonderen kan over de nieuwe en groeiende schoonheid van eigen bodem en in zich reeds het stijgerend ongeduld voelt stampen van de sterkere krachten die zich bevrijden zullen.

 

***

 

Ik zou bezwaarlijk een betere illustratie van deze literatuurgeschiedenis kunnen aanduiden dan de ‘Spiegel van de Nederlandsche Poëzie’, verzen van alle eeuwen saamgelezen door E. Van Vriesland. Men kan deze twee uitgaven niet aan elkaar afwegen. De eene formuleert de literaire schoonheid en de eigenschappen der verschillende perioden; de andere laat de stof zelf, de schoonheid zelf getuigen. Beide volledigen elkaar; al hebben de twee ontwerpers geen ruggespraak met elkaar gehad. De subjectiviteit van zijn keuze heeft V. Van Vriesland niet te verantwoorden; die is vanzelfsprekend en een

[pagina 881]
[p. 881]

zeer te waardeeren eigenschap. Op die wijze alleen kan het beeld der nederlandsche literatuur een persoonlijk accent krijgen en ontkomen aan de verstarring. Zoo kon deze bundel tegelijk een werk worden van schoonheid en in sommige gevallen van waardeherschatting en van eerherstel. Dit hoog besef van zijn taak, gaat bij Van Vriesland gepaard met een zuiveren eerbied vaar de gaafheid en de organische geslotenheid van het gedicht. Op dezen grond werden geen fragmenten van gedichten opgenomen, een voorbeeld dat voor bloemlezers als regel gelden moest. Maar dit werk heeft nog een andere verdienste, die ik niet onvermeld wil laten, deze: de nederlandsche literatuur te zien als een eenheid, die zich in verscheidend ontwikkeld maar steeds gehandhaafd heeft; en niet, zooals verscheidene Hollandsche bloemlezers en literatuurschrijvers, die Vlaanderen slechts het deel van den armen broer gunnen.

Deze ‘Spiegel van de Nederlandsche Poëzie door alle eeuwen’ mag gelden als een werk van hooge en duurzame waarde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Spiegel van de Nederlandse poëzie door alle eeuwen (3 delen)

  • over Dichterschap en werkelijkheid


auteurs

  • August van Cauwelaert